H5 2VWO 2025 dictée E en négation et prendre D 20 mei

Chapitre 5
Aië, j'ai mal!


Aujourd'hui......
C'est mardi, le 20 mai

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chapitre 5
Aië, j'ai mal!


Aujourd'hui......
C'est mardi, le 20 mai

Slide 1 - Tekstslide

Sur la table....
* TON LIVRE: B

* TA TROUSSE

* TON CAHIER

* TON ORDINATEUR

Slide 2 - Tekstslide

Planning d'aujourd'hui
* Parler français  C
* Faire en aller
* Faire D: ontkenning  herhalen oefenen
* Faire E:
* Faire H: Vraagzinnen










Slide 3 - Tekstslide

Prends ton ordinateur!
Cherche LessonUp!

Slide 4 - Tekstslide

Parler français!

Slide 5 - Tekstslide

Parler de sa santé:

* Tu es en bonne santé?

* Est-ce que tu manges bien?


*Tu fais du sport?


*Qu'est-ce que tu fais comme sport?
*Qu'est-ce que tu fais comme hobby?

* Combien de fois tu t'entraines?




Parler de sa santé:

*Oui, je ne suis jamais malade.

* Oui, je mange beaucoup de fruits.
Mais je déteste les légumes.

* Oui, parce que j'aime bouger.
* Non je ne fais pas de sport.

* Je fais de la natation.
* Je chante.

* Je m'entraine quatre fois par semaine.


Slide 6 - Tekstslide

De ontkenning
La négation

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn meerdere vormen die een ontkenning aanduiden (niet/nooit/niet meer etc.) Welke ken je in het Frans?

Slide 8 - Woordweb

Vertaal: nooit, niets, nog niet, niet meer

Slide 9 - Open vraag

Geef antwoord in het Frans: Tu as une soeur?
Non, je (geen)......

Slide 10 - Open vraag

Vertaal in het Frans:
Jullie schaatsen niet meer.

Slide 11 - Open vraag

Vervoeg het onregelmatige werkwoord: "prendre" in de présent.
Vertaal ook: Zij hebben genomen

Slide 12 - Woordweb

Vervoeg het onregelmatige werkwoord: "aller" in de présent.
Vertaal ook: Sandrine is gegaan

Slide 13 - Woordweb

Vervoeg het onregelmatige werkwoord: "faire" in de présent.
Vertaal ook: Zij hebben gedaan

Slide 14 - Woordweb

Welke vraagwoorden ken je in het Nederlands of in het Frans

Slide 15 - Woordweb

hoe
wie
wanneer
waar
quand
qui
comment

Slide 16 - Sleepvraag

wat
wie
waarom
welke
pourqoui
qui
qu'est-ce que
quel

Slide 17 - Sleepvraag

Range ton ordinateur!

Slide 18 - Tekstslide

Prends ton livre!
Livre B:                  E regarder
page  28 t/m 29



Faire:
Exercices: 20 a b c d  21 22 a
 







Slide 19 - Tekstslide

Instruction
Wat     : Maken van D "grammaire"  op blz. 22 en 23: opdracht 16 c et  17 a b c d
Hoe     : Zorg dat je de vragen goed leest!  Je werkt IN JE BOEK!
Wie     :  Werk in ZS: zelfstandig en in stilte
Tijd     :  10 minuten
Klaar  :  Maken 18 en 19a

Slide 20 - Tekstslide

ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.

Slide 21 - Tekstslide

Les devoirs
Leren vocabulaire A: blz. 39                   Fr-Nl en Nl-Fr

Slide 22 - Tekstslide

Les devoirs

Leren vocabulaire A                   

Slide 23 - Tekstslide

In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......

Slide 24 - Woordweb

La fin du cours. À la prochaine!

Slide 25 - Tekstslide

Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!

Slide 26 - Tekstslide

Maakt de volgende zin op 3 manieren vragend: Tu vends la maison

Slide 27 - Open vraag

Maak de volgende zin op 3 manieren vragend: Elle cherche le livre.

Slide 28 - Open vraag

Welke vraagwoorden ken je?
Mag in het Frans of Nederlands

Slide 29 - Woordweb

Vertaal de volgende zin in het Frans:
Waar zoek jij het boek?

Slide 30 - Open vraag

Maak de volgende zin op 3 manieren vragend: Waar zoekt hij de tafel?

Slide 31 - Open vraag