Voeding en hygiëne/ voedingsgewoonten

Terugblik: Voedingstoffen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Terugblik: Voedingstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen worden voornamelijk in de dikke darm opgenomen?
A
Vetten
B
Koolhydraten
C
Water
D
Eiwitten

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen slaan we op voor langer termijn?
A
Vet
B
Vezels
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke voedingstoffen vallen onder beschermende stoffen?
A
vitamine, mineralen en vetten
B
vitamine, mineralen en koolhydraten
C
vitamine en mineralen
D
vitamine en eiwitten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze voedingstoffen behoren tot:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je geen vlees eet, mis je bepaalde voedingstoffen uit vlees. Welke voedingstoffen mis je dan?
A
koolhydraten, eiwitten en ijzer
B
eiwitten,ijzer en witte bloedcellen
C
eiwitten, ijzer en natrium
D
rode bloedcellen,ijzer en natrium

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN functie van voedingstoffen?
A
functie bij leveren van energie
B
functie bij goede darmwerking
C
functie bij vorming van nieuwe cellen
D
functie bij bescherming tegen ziekte

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedingstoffen heb je nodig om te...
A
Gespierder te worden , bepaalde ziektes voorkomen & op gezond gewicht te blijven
B
Groeien , minder te hoesten & op gezond gewicht te blijven
C
botbreuken voorkomen & op gezond gewicht te blijven
D
Groeien , bepaalde ziektes voorkomen & op gezond gewicht te blijven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke voedingstoffen worden afgebroken in de mond
A
Koolhydraten
B
Vitaminen
C
Eiwitten
D
Vetten

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen dienen vooral als brandstof?
A
koolhydraten en eiwitten
B
vetten en koolhydraten
C
eiwitten en vitamines
D
mineralen en vetten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen zorgen voor energie?
A
Vetten en koolhydraten
B
eiwitten
C
Vitaminen en mineralen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen zijn van belang in je voeding?
A
Vetten, koolhydraten, eiwitten
B
Vetten en eiwitten
C
koolhydraten, vetten, eiwitten en suikers
D
Eiwitten en koolhydraten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke voedingstoffen worden afgebroken in de mond
A
Koolhydraten
B
Vitaminen
C
Eiwitten
D
Vetten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen worden voornamelijk in de dikke darm opgenomen?
A
Vetten
B
Koolhydraten
C
Water
D
Eiwitten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingstoffen slaan we op voor langer termijn?
A
Vet
B
Vezels
C
Koolhydraten
D
Eiwitten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.5 Eet veilig
Voedsel kan worden besmet met ziekteverwekkers. Ook kunnen er chemische stoffen in je eten komen. 

Als je voedsel eet dat is besmet met ziekteverwekkers (zoals bacteriën) of chemische stoffen, kun je voedselvergiftiging krijgen. Dan word je ziek van het eten. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 In voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Met het nemen van een aantal eenvoudige maatregelen kan de kans op besmetting en ziekte, bijvoorbeeld het risico van een voedselinfectie of -vergiftiging, worden verkleind of voorkomen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips om veilig te eten
Kopen: Houdbaarheid
Wassen: Vaak en met zeep
Scheiden: Rauw en bereid vlees uit elkaar houden
Verhitten: Vooral vlees, kip, vis, schaal- en schelpdieren
Koelen: Bederfelijke producten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de schijf van vijf?
A
Het helpt je niet dik te worden
B
Het geeft aan hoe je gezond blijft
C
Het is een hulpmiddel om gevarieerd te eten
D
Het maakt wekelijkse menu's om gezond te eten

Slide 21 - Quizvraag

De schijf van 5 is een hulpmiddel om gevarieerd te eten. Hierin staan gezonde producten, maar ook wat minder gezonde die je met mate kunt innemen. 
Wat moet er worden vermeld op een voedingsetiket?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

welke regels pas je toe wanneer je let op voedsel hygiëne?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerlijke inkoop van de boer.
Biologisch  
Keurmerk voor vis 

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de 3 belangrijkste invloeden voor je eetgewoonte?
A
voorkeur eten, plek waar je woont, geloof
B
voorkeur eten, plek waar je woont, ouders
C
ouders, geloof, man of vrouw
D
dik of dun, geloof, plek waar je woont

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn jouw eetgewoonten?
A
Bijna elke dag vlees
B
Soms vlees / soms niet (flexitariër)
C
Vegetarisch
D
Veganistisch

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat zijn je eetgewoonten
A
dingen die je eet
B
wat je gewend bent te eten, hoe en wanneer je dat doet
C
wanneer je eet
D
hoeveel je eet en waarom

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef bij elke religie aan welke eetgewoonte hier sprake van is

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een flexetarier bent eet je:
A
Eet je minstens 1 keer in de week vlees
B
Eet je helemaal geen vlees
C
Eet je minstens 1 keer in de week geen vlees
D
Eet je geen vlees, maar gebruik je ook niets van een dier

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Discussie
Wat zou voor iemand een reden kunnen zijn om vegetariër, vegan of flexetariër te worden/zijn?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies