3 H Chapitre 1 Bron H Werkwoorden op re

Bienvenue!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

Programme

Doel:
  • kun je werkwoorden op -re gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

grammaire H page 44
werkwoorden op -re

Slide 3 - Tekstslide

perdre
attendre
vendre
entendre
verkopen
wachten
verliezen
horen

Slide 4 - Sleepvraag

lire page 44 exercice 29 a

Slide 5 - Tekstslide

Combine les verbes!
attendre
défendre
perdre
rendre
répondre
vendre
antwoorden
verdedigen
teruggeven
verliezen
verkopen
wachten

Slide 6 - Sleepvraag

Regelmatige ww op -re (2)
VENDRE (= verkopen)   - Présent = tegenwoordige tijd                         Je vends
Tu vends
Il/elle/on vend
Nous vendons
Vous vendez
Ils/elles vendent
Attention! Twee regels:
1) STAM = hele ww - RE
2) STAM+ UITGANG

Slide 7 - Tekstslide

wat zijn de uitgangen van de werkwoorden op re?

Slide 8 - Open vraag

Kies de goede vorm van het ww.
Tu (vendre, présent) ta maison.
A
vends
B
vend
C
vendons
D
vendez

Slide 9 - Quizvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Paul (attendre, présent) ses parents.
A
attends
B
attend
C
attendons
D
attendent

Slide 10 - Quizvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Vous (répondre, présent) au mail.
A
réponds
B
réponds
C
répondons
D
répondez

Slide 11 - Quizvraag

Kies de goede vorm van het ww.
Les enfants (perdre, présent) le match.
A
perds
B
perd
C
perdez
D
perdent

Slide 12 - Quizvraag

Regelmatige ww op -re (3)
VENDRE (= verkopen)   - Passé composé = voltooid verleden tijd
J'ai vendu                             Ik heb verkocht
Elle a répondu                    Zij heeft geantwoord
Nous avons attendu        Wij hebben gewacht

Wat gebeurt er hierboven? Wat is de regel ook alweer?

Slide 13 - Tekstslide

Zet in de juiste vorm.
Tu (répondre, passé composé)

Slide 14 - Open vraag

Zet in de juiste vorm.
Max (rendre, passé composé) le livre.

Slide 15 - Open vraag

Zet in de juiste vorm.
Vous (perdre, passé composé).

Slide 16 - Open vraag

Werkwoorden -er/ -re
nous (vendre) - Passé composé

Slide 17 - Open vraag

Werkwoorden -er/ -re
nous (vendre) - P.C.

Slide 18 - Open vraag

werkwoorden op -re in de passé composé
ils ... ...(perdre)

Slide 19 - Open vraag