H1: 1.3 / Kans - 4M

Hoofdstuk 1 Statistiek en Kans
  • Lesdoel bekijken m.b.v. het leerdoelenformulier
  • Terugblik: 1.1 t/m 1.2
  • Theorie: 1.3 
  • Afsluiting
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Statistiek en Kans
  • Lesdoel bekijken m.b.v. het leerdoelenformulier
  • Terugblik: 1.1 t/m 1.2
  • Theorie: 1.3 
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 1.3 behaald, of
weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: 1.1 t/m 1.2

  • Wat is een graaf?
  • Is de volgende graaf een gerichte graaf?
  • Is het een gewogen graaf?
  • Wat is de afstand van B naar D?
  • Hoe noemen we dit soort graaf?
  • Hoeveel mogelijke combinaties zijn er?
  • Hoeveel combinaties zijn er als je weet dat degene die deze kleding uitkiest een hekel heeft aan blauw en rood?

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik: 1.1 t/m 1.2

  • In een competitie met 16 teams wordt een knock-outsysteem gebruikt. 
    Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld?
  • In een competitie met 12 teams wordt een hele competitie gespeeld. 
    Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld?
  • En als deze competitie een halve competitie is?

Slide 4 - Tekstslide

1.3: Kans

Hoeveel kans, op een schaal van 0% tot 100%, zijn de volgende gebeurtenissen ongeveer?
  • Je wint een prijs in de staatsloterij.
  • Een meisje in NL van 15 jaar heeft een fiets.
  • Om 20:00 uur is er nieuws op tv.
  • Er vliegt een vleermuis in de woonkamer bij je thuis.

Slide 5 - Tekstslide

1.3: Kans

En nu gaan we het exact berekenen met de formule: 
kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden
  • Je gooit een 4 met 1 dobbelsteen? 
  • Er zijn 6 mogelijkheden in totaal om te gooien. 
    1 van deze mogelijkheden is goed, een 4. 
    Dus er is 1/6 kans.
  • Hoeveel procent is dit?
  • Je kunt ook 100 / 6 = ca. 16,7%
  • Kansen kun je opschrijven als breuk of als procent. 

Slide 6 - Tekstslide

1.3: Kans

En als we gooien met 2 dobbelstenen. Hoeveel is dan de kans op een 4?
Formule: kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden
  • De volgende opties zijn mogelijk: 2-2, 1-3, 1-3. Dus het komt 3 keer voor.
  • Hoeveel mogelijkheden zijn er in totaal?
    Eerste dobbelsteen heeft 6 mogelijkheden, tweede ook. 
    Dus er zijn 6 x 6 = 36 mogelijkheden.
  • kans = 3 / 36 = 1 / 12. 
  • In percentage is dit 100 / 12 = 8,33333 % dus ca. 8,3 %
  • Het volgende diagram kan makkelijker zijn, het is overzichtelijker.

Slide 7 - Tekstslide

1.3: Kans

Hoeveel kans is er dat iemand:
  • een groene broek aan heeft, èn
  • een rood of wit shirt, èn
  • geen groene en zwarte sokken.

  • kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden.
  • totaal aantal mogelijkheden = 3 x 3 x 4 = 36.
  • aantal keren voorkomen = 1 x 2 x 2 = 4.
  • kans = 4 / 36 = 1 / 9 . In percentage = 100 / 9 = ca. 11,1 %

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:

1.3: opg. 40 t/m 52


Dit mag op de computer OF op papier


KLAAR? Kom even naar mij toe, dan leg ik lijndiagrammen uit.













FT: ma 24/9

PTA: 1/10

FT

Slide 9 - Tekstslide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet goed begrepen hebt.

Slide 10 - Open vraag