Hoofdstuk 6: Verlichting en revoluties

Verlichting en revoluties (18e eeuw)
(les sluit aan bij TvG 6.1, 6.2 en 6.3)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verlichting en revoluties (18e eeuw)
(les sluit aan bij TvG 6.1, 6.2 en 6.3)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van de Verlichting?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
1. Je kan uitleggen wat verlichting is.

2. Je kan de ideeën van 2 verlichtings filosofen uitleggen.

3. Je kan benoemen op welke manieren de ideeën werden verspreid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Verlichting
vanaf ±1700

.

  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio-> rationalisme)
  • Nadruk op scholing
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar haalden 'verlichte' denkers hun kennis vandaan?
A
Uit de bijbel
B
Uit de klassieke literatuur
C
adel en geestelijken
D
Rationele argumenten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van de Franse Revolutie
A
De verlichting
B
Absolutisme
C
Hongersnood door de misoogst.
D
Privileges voor de derde stand

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

John Locke
- Volkssoevereiniteit: Volgens Locke zijn alle mensen als gelijke geboren. Alleen de opvoeding maakt tot wie jij bent.
- We hebben dezelfde grondrechten zoals het recht op vrijheid en het recht op bezit.
- Koningen mogen een land regeren als zij rekening houden met de belangen van het volk. Sociaal contract 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen idee van John Locke
A
Alle mensen zijn gelijk geboren.
B
Koningen mogen een land regeren als ze de belangen van het volk tegemoet komen
C
De macht moest verdeeld worden over drie machten.
D
Iedereen heeft dezelfde grondrechten.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Rousseau:
  • Jean- Jacques Rousseau (1712-1778)
  • landen moeten rechtstreeks bestuurd worden door het volk  (= directe democratie)
  • Iedereen is gelijk (gelijke rechten)
  • Sociaal contract (ging nog een stap verder dan Locke:  Jean-Jacques Rousseau vond dat het volk de macht moest hebben.)



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een verschil en een overeenkomst tussen de ideeën van Locke en Rousseau?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Montesquieu

Verlichtings filosoof en bedacht de: De trias politica

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechtelijke macht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Waarom?
Als de drie machten verdeeld zijn en elkaar controleren is de kans op machtsmisbruik het kleinst. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar haalden 'verlichte' denkers hun kennis vandaan?
A
Uit de bijbel
B
Uit de klassieke literatuur
C
adel en geestelijken
D
Rationele argumenten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten. Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
C
De koning is absoluut vorst
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk denkbeeld van de verlichting past het citaat:
"Het lot van een volk heeft vaak afgehangen van de goede of slechte spijsvertering van de eerste minister."


A
Mensenrechten
B
Volkssoevereiniteit
C
Verstand
D
Godsdienstige verdraagzaamheid

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorsten en Verlichte ideeën
- In Frankrijk kwam het volk in contact met de ideeën door:
- brieven, publicaties (tijdschriften, boeken), discussies in koffiehuizen en vooral in salons

Salons
Een literaire salon is een sociaal-literaire bijeenkomst waarbij verschillende schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars elkaar regelmatig ontmoeten om zaken op het gebied van literatuur, poëzie, filosofie en soms nog andere kunsten en politiek te bespreken. Deze bijeenkomsten werden met name georganiseerd door de edelen.
De Encyclopedie van Diderot werd het boegbeeld van de Verlichting in Frankrijk in de 18e eeuw. De eerste 28 delen zijn in Frankrijk gepubliceerd tussen 1751 en 1772.

In de encylopedie staan allerlei gebieden van kennis op wetenschappelijk bescheven. Bijvoorbeeld planten, voertuigen ect.
Publieke opinie: een verzameling van meningen als gevolg van discussie onder de burgers

Slide 19 - Tekstslide

Gaston van Orleans (1608-1660); broer van koning Lodewijk XIII; wilde meer macht en streed tegen koning en adviseurs

Lodewijk XIII (1601-1643); 

kardinaal Richelieu (1585-1642): adviseur van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV

kardinaal Mazarin (1602-1661): adviseur van Lodewijk XIV
Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
C
De koning is absoluut vorst
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het Ancien Régime

Het Ancien Regime was de oude standenmaatschappij van Frankrijk waarbij de koning boven de standen staat en de meeste macht had. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlicht absolutisme
Een vorst die alleen heerst, maar in het koningschap verlichte ideeën doorvoert. 

Zoals Frederik de Grote, koning van Pruisen. 
- Scholen/Universiteiten
- Infrastructuur 
- Soms afschaffing lijfeigenschap
- Beroepsleger
- Religieuze vrijheid
Ik ben geen dienaar van god, maar eerste dienaar van de staat.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frankrijk
Bakermat voor de verlichting.
Toch kende het geen verlicht absolutisme als bestuursvorm. 

Zo was er bijvoorbeeld: Censuur

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alles voor het volk,
maar niets door het volk past bij...
A
verlicht absolute vorst
B
democratische revolutie
C
abolitionisme
D
rationeel optimisme

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal kenmerken van het verlicht absolutisme?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit dat de Verlichting en het geloof niet altijd samen gingen.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Burgers aan de macht
Verlichte ideeën in de praktijk: democratische revoluties eind 18e eeuw
- Amerikaanse Revolutie (grondwet 1787)
- Mislukte revolutie in de Republiek  (kritische burgers -->      patriotten 1787)
- Franse Revolutie (1789)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet in juiste chronologische volgorde:
a. Franse koning Lodewijk XVI wordt onthoofd
b. In Parijs richt de derde stand de Nationale Vergadering op
c. Kolonisten in Amerika verklaren zich onafhankelijk van GB
d. Pruisische troepen maken een einde aan de patriotse revolutie
A
a-b-c-d
B
c-d-b-a
C
d-c-a-b
D
c-d-a-b

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
Het Congres roept de onafhankelijkheid uit
De VS wordt als onafhankelijk erkend
De Amerikanen moeten belasting betalen aan de britten
Het congres vormt een leger

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilden de opstandelingen in Amerika (Britse kolonisten) tijdens de Amerikaanse revolutie?
A
meer vrijheid
B
meer gelijkheid
C
meer belasting
D
meer geld

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een verschil en wat is een overeenkomst tussen de Franse Revolutie en de revolutie in Nederland?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6.3.3 Vrijheid, ook voor de slaven
- Plantagekoloniën
- Trans-Atlantische slavenhandel
- Abolitionisme

Periode: 1500-1800

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantages en slavernij

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trans-atlantische slavenhandel

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Abolitionisme
  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'

  • Slavernij past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig. 
  • Adam Smith: mensen worden door loon meer geprikkeld om te werken
  • Hoe? Pamfletten, boeken en politieke vertegenwoordigers








Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitbouw van Europese overheersing, met name in de vorm van ..1.. en de daarmee verbonden ..2.. en de opkomst van ..3..
A
1. trans-Atlantische slavenhandel 2. abolitionisme 3. plantagekoloniën
B
1. abolitionisme 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. plantagekoloniën
C
1. plantagekoloniën 2. trans-Atlantische slavenhandel 3. abolitionisme
D
1. plantagekoloniën 2. abolitionisme 3. trans-Atlantische slavenhandel

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies