klas 2D en 2E les 1 stvP

Kwadraten en wortels
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kwadraten en wortels

Slide 1 - Tekstslide

4² is een kwadraat

Slide 2 - Tekstslide

4² is een kwadraat
4² betekent 4 x 4

Slide 3 - Tekstslide

4² is een kwadraat
4² betekent 4 x 4
4² = 16

Slide 4 - Tekstslide

Bereken: 7²
A
14
B
49

Slide 5 - Quizvraag

Bereken: 9²
A
18
B
81

Slide 6 - Quizvraag

Bereken: 1²
A
1
B
2

Slide 7 - Quizvraag

Bereken: 8²
A
16
B
64

Slide 8 - Quizvraag

Bereken: 0²
A
0
B
1
C
2

Slide 9 - Quizvraag

... ² = 81
A
3
B
6
C
9
D
40,5

Slide 10 - Quizvraag

... ² = 36
A
6
B
12
C
18
D
1296

Slide 11 - Quizvraag

... ² = 10
A
3
B
3,1
C
3,2
D
huh???

Slide 12 - Quizvraag

4
16
kwadraat

Slide 13 - Tekstslide

4
16
kwadraat
4² = 16

Slide 14 - Tekstslide

4
16
kwadraat
4² = 16
wortel

Slide 15 - Tekstslide

4
16
kwadraat
4² = 16
wortel
 √16 = 4

Slide 16 - Tekstslide

Bereken: √9
A
3
B
4,5
C
81

Slide 17 - Quizvraag

Bereken: √10
A
3,2...
B
3,15...
C
3,163...
D
3,1623...

Slide 18 - Quizvraag

Dit vierkant heeft een zijde van 3 cm.

Bereken de oppervlakte.

Slide 19 - Tekstslide

Dit vierkant heeft een zijde van 3 cm.

Bereken de oppervlakte.
3 cm
?

Slide 20 - Tekstslide

Dit vierkant heeft een zijde van 3 cm.

Bereken de oppervlakte.




Opp = 3² = 9 cm²
3 cm
?

Slide 21 - Tekstslide

De oppervlakte = 64 cm². Bereken de zijde.






zijde =
8 cm
32 cm
= 32 cm²
= 64 cm²
16 cm

Slide 22 - Sleepvraag

De zijde = 5 cm. Bereken de oppervlakte.






Opp =
5 cm
10 cm
= 10 cm²
= 25 cm²

10²

Slide 23 - Sleepvraag

zijde              oppervlakte
 
Voor een vierkant geldt:
kwadraat
wortel

Slide 24 - Tekstslide

8 cm
8 cm²
3 cm
12 cm²
...    cm
...    cm
...    cm²
...    cm²
2,8
3,5
4
64
3
9

Slide 25 - Sleepvraag

maken opgave 14 t/m 16


Slide 26 - Tekstslide

Soorten driehoeken
gelijkbenig
gelijkzijdig
rechthoekig
rechthoekig en
gelijkbenig

Slide 27 - Sleepvraag

De stelling van Pythagoras.




Deze stelling geldt alleen in rechthoekige driehoeken

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Vierkant a  en b zijn bij elkaar vierkant c
de 2 kleine vierkanten zijn samen het grootste vierkant
Het grootste vierkant staat altijd op de langste zijde

Slide 30 - Tekstslide

Zet bij de rechthoekige 

driehoeken, een

bij de langste  zijde. 

Slide 31 - Sleepvraag

De stelling van Pythagoras:
zijde
vierkant
+
Langste zijde onderaan!
A


B                       C
 

Slide 32 - Tekstslide

De stelling van Pythagoras:
zijde
vierkant
AB = 3
BC = 4
AC = 5
+
A


B                       C
 

Slide 33 - Tekstslide

De stelling van Pythagoras:
zijde
vierkant
AB = 3
9
BC = 4
16
AC = 5
25
+
9 + 16 = 25                              .
25
5² = 25                             .
25
A


B                       C
 

Slide 34 - Tekstslide

De stelling van Pythagoras:







Je kunt nu de langste zijde berekenen.
zijde
vierkant
AB = 3
9
AB = 4
16
AC = ?
25
+
?
langste zijde = √25 = 5
A


B                       C
 

Slide 35 - Tekstslide

20 cm
21 cm
?
zijde
kwadraat
PR = 20
+
 √841 = 29 cm                                                          .
R
P
Q
40
PQ = ?
QR = 21
42
82
400
441
841

Slide 36 - Sleepvraag

5 cm
12 cm
?
zijde
kwadraat
KL = 5 
+
zijde = √169 = 13 cm    dus hoek K is recht!                                                      .
K
M
L
13 cm
?
KM = 12 
LM = 13
10 
24
25
34
144
169

Slide 37 - Sleepvraag

?
zijde
kwadraat
BC =4
+
AB =  √185 = 13,6 cm                                                          .
Bereken AB
AC =13
AB = ?
8
16
26
34
169
185

Slide 38 - Sleepvraag

Huiswerk.
    opgave 9 t/m 12 en 17 t/m 19

Let op: in het boek noemen ze de langste zijde 
schuine zijde!

Slide 39 - Tekstslide