1MREc Goederen Les 7 Voorraadsoorten + -niveaus

1MREc Goederenstroom
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1MREc Goederenstroom

Slide 1 - Tekstslide

Goederenstroom is:

  • Goederenontvangst
  • Goederenopslag
  • Voorraad
  • Voorraadbeheer
  • Online verkopen
  • Derving
  • Informatiesystemen

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
  • Verschil tussen inkopen en bestellen: vaststellen van voorwaarden.
  • Informatiesysteem (!) bijhouden is enorm belangrijk, maar helpt daardoor ook met plannen.
  • Verpakkingen: voor de consument en voor transport. Verpakkingen: eenmalig of herbruikbaar (emballage). Emballage vereist vaak borg (statiegeld).
  • Geleidedocumenten: bewijsmateriaal en informatie voor controle. Wet goederenvervoer over de weg (Wgw).
  • Kwantitatieve en/of kwalitatieve controle, integrale of steekproef-controle. Afwijkingen noteren én communiceren.
  • MBTv-Lijst: Manco, Breuk, Te veel. Retourbon belangrijk, bewijsmateriaal.
  • Omgaan met afwijkingen: afspraken in leveringsvoorwaarden.
  • Magazijn kost geld, maar nee-verkoop ook. Balans vinden.
  • Magazijn indeling en plaats afhankelijk van type bedrijf, drukte, etc.
  • Distributiecentrum werkt als een centraal magazijn. 
  • Kans op schade verminderen op goederen én personeel, door geschikte hulpmiddelen te gebruiken en na te denken over de eigenschappen van de goederen.

Slide 3 - Tekstslide

Een rekening is een list van geleverde goederen of gekochte artikelen met de prijs. Wat is een ander woord voor rekening?
A
Pakbon
B
Vrachtbrief
C
Factuur
D
Colli

Slide 4 - Quizvraag

Waarom stuurt een winkel goederen retour?
A
te veel artikelen geleverd
B
seizoenartikelen die over zijn
C
artikelen die beschadigd zijn
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quizvraag

Welke van onderstaande goederen zou je in een stelling op kunnen slaan?
A
Kleding
B
Vaatwasmachines
C
Diepvriesproducten
D
Geen van de antwoorden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de adviestemperatuur voor de opslag van vers varkensvlees?
A
0-2 graden
B
4 graden
C
7 graden
D
8-10 graden

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor distributiecentrum?
A
Centraal magazijn
B
Extern magazijn
C
Intern magazijn
D
Opslagruimte

Slide 8 - Quizvraag

Aandachtspunten voor het VEILIG opslaan van goederen.

Slide 9 - Woordweb

Les 7: Inhoud
  • Soorten voorraad.
  • Voorraadniveaus.

Slide 10 - Tekstslide

Inhoud Hoofdstuk 4
  • 3.1 Soorten voorraad en voorraadniveaus.
  • 3.2 Voorraad inventariseren.
  • 3.3 Manieren om te inventariseren.
  • 3.4 Voorraadkosten.
  • 3.5 Gemiddelde voorraad.
  • 3.6 Inkoopwaarde van de omzet.

Slide 11 - Tekstslide

Soorten voorraad
Kennis:
  • Pijplijnvoorraad.
  • Actievoorraad.
  • Seizoenvoorraad.
  • Extra voorraad.
  • Bulkvoorraad.

Slide 12 - Tekstslide

Soorten voorraad
Praktisch, gebruiken voor bestellen:
  • Minimum- en maximumvoorraad.
  • Technische voorraad.
  • Administratieve voorraad?
  • Economische voorraad?
  • Veiligheidsvoorraad?

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer wordt voorraad van jou?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een kaashandelaar heeft in zijn magazijn een voorraad van 15.000 kilo kaas. Van deze voorraad is al 2.000 kilo verkocht, maar nog niet geleverd.
Een bestelling van 1.500 kilo is nog niet geleverd.

Bereken de economische voorraad.

Slide 16 - Open vraag

Wanneer heb je precies genoeg voorraad?

Slide 17 - Tekstslide

Soorten voorraad
Minimum- en veiligheidsvoorraad.
  • Minimum: voldoende voor levertijd.
  • Veiligheid: voldoende voor pieken.

Slide 18 - Tekstslide

Risico op voorraad
  • Risico op derving: beschadiging, over datum, etc. 
  • Prijsrisico?

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
  • 10 minuten.
  • Maak opdracht 8 uit het boek/van Boom (zelfde nummer).
  • Opdracht 8 direct bespreken.
  • Maak daarna de rest van de opdrachten van 2 t/m 7.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Les 7: Samenvatting
  • Verschillende doelen van voorraad; afhankelijk van bijv. seizoen, inkoopmogelijkheden, etc.
  • Nee-verkoop vermijden, maar dat betekent risico nemen.
  • Juiste balans tussen risico en servicegraad kun je bepalen met verschillende berekeningen.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht vóór de volgende keer:
Voorbereiden toets:
  • Lees hoofdstukken 1 t/m 3, maak vragen opnieuw, maak samenvattingen/lijsten, controleer je werk met de officiële antwoorden, etc.
  • Bedenk bij ieder antwoord: waarom?


Slide 22 - Tekstslide