Didactiek C20 - P8W2 "Geletterdheid"

Didactiek H3 : "Taal en didactiek"
P8W1 : "Geletterdheid"
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Didactiek H3 : "Taal en didactiek"
P8W1 : "Geletterdheid"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je taal ?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zie je taal ?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 8 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  1. Start + periodisering
  2. Theorie 3.6   "Geletterdheid"
  3. Uitleg eindopdracht P8W1 
  4. Aan de slag
  5. Kennisquiz
Doel

  1.   De student weet dat geletterdheid het vermogen is om lezend en schrijvend te communiceren en hoe je dit kunt stimuleren.
  2.    De student weet wat geletterdheid inhoudt, kent de 3 fasen en de kenmerken die daarbij horen: ontluikende geletterdheid, beginnende geletterdheid en gevorderde geletterdheid.
  3.  De student weet dat de referentieniveaus zijn ontwikkeld om vast te stellen welke basiskennis en –vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal en rekenen. (4 fundamentele niveaus en vier streefniveaus (1F t/m 4F en 1S t/m 4S) voor primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over "geletterdheid"?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geletterdheid?
Geletterdheid is het vermogen om te kunnen lezen en schrijven. Het gaat niet alleen om het technisch kunnen lezen en schrijven, maar ook om begrijpend lezen en het kunnen communiceren met behulp van geschreven taal.

  1. ontluikende geletterdheid
  2. beginnende geletterdheid
  3. gevorderde geletterdheid


Slide 7 - Tekstslide

Geef uitleg over het begrip geletterdheid en vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.
Ontluikende geletterdheid
Ontluikende geletterdheid is het eerste niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin jonge kinderen leren omgaan met geschreven taal. Ze ontdekken bijvoorbeeld dat letters en woorden een betekenis hebben.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat ontluikende geletterdheid is en geef voorbeelden van activiteiten die kleuters kunnen doen om hun geletterdheid te ontwikkelen.
Beginnende geletterdheid
Beginnende geletterdheid is het tweede niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin kinderen leren lezen en schrijven. Ze maken kennis met letters, letterklanken en woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Vertel wat beginnende geletterdheid is en laat zien hoe kinderen leren lezen en schrijven. Geef tips voor activiteiten die leerkrachten kunnen gebruiken om beginnende geletterdheid te stimuleren.
Gevorderde geletterdheid
Gevorderde geletterdheid is het hoogste niveau van geletterdheid. Dit is de fase waarin kinderen complexe teksten kunnen begrijpen en zelf kunnen schrijven. Ze hebben een uitgebreide woordenschat en kunnen kritisch nadenken over wat ze lezen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat gevorderde geletterdheid is en bespreek het belang ervan. Vraag de leerlingen of ze voorbeelden hebben van teksten die ze als gevorderde geletterden kunnen begrijpen.
Referentieniveaus :
De referentieniveaus gelden voor het basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. 


 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentieniveaus :
  1. Lezen (onder andere zakelijke teksten en literaire teksten lezen)
  2. Schrijven (bijvoorbeeld een instructie of betoog schrijven)
  3. Begrippenlijst (bijvoorbeeld kennis van begrippen als klinker, zelfstandig naamwoord of spreekwoord) en 
  4. taalverzorging (taal correct toepassen).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentieniveaus :

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht  :
  1. Lees bijlage 1 : "Overzicht doelen beginnende geletterdheid"
  2. Kies per duo : 2 doelen en beschrijf hoe je dit tegenkomt in je stage.
  3. Vul ze in de Padlet : 

 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van ontluikende geletterdheid?
A
Kinderen leren tekenen
B
Kinderen voorbereiden op het leren lezen en schrijven
C
Kinderen leren spreken
D
Kinderen leren rekenen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ontluikende geletterdheid?
A
Het niveau waarin kinderen leren lezen en schrijven
B
Het eerste niveau van geletterdheid
C
Het niveau waarin kinderen leren rekenen
D
Het hoogste niveau van geletterdheid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is beginnende geletterdheid?
A
Het niveau waarin kinderen leren lezen en schrijven
B
Het hoogste niveau van geletterdheid
C
Het eerste niveau van geletterdheid
D
Het niveau waarin kinderen leren rekenen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan iemand zijn/haar gevorderde geletterdheid verbeteren?
A
Door alleen naar educatieve programma's te kijken
B
Door alleen te oefenen met spellingsoefeningen
C
Door regelmatig te lezen en nieuwe woorden te leren
D
Door alleen te schrijven zonder te lezen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt gevorderde geletterdheid in?
A
Alleen kunnen lezen en schrijven van korte zinnen
B
Het vermogen om complexere teksten te lezen en te begrijpen
C
Het vermogen om alleen literaire teksten te lezen en te begrijpen
D
Het vermogen om alleen technische teksten te lezen en te begrijpen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gevorderde geletterdheid?
A
Het eerste niveau van geletterdheid
B
Het niveau waarin kinderen leren lezen en schrijven
C
Het hoogste niveau van geletterdheid
D
Een middelmatig niveau van geletterdheid

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.