Les 1 SI en EI

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik leen weleens geld
Ja, bij vrienden
ja, van mijn ouders
ja, van broers of zussen
Nee, ik leen nooit geld
Ik leen het uit

Slide 2 - Poll

Enkelvoudig en samengestelde interest

Slide 3 - Tekstslide

H6 Sparen en lenen

Slide 4 - Tekstslide

Bereken de enkelvoudige rente die je in totaal hebt ontvangen na 2 jaar sparen:
€1.000 op de rekening tegen 2% rente.
A
€ 40,00
B
€ 120,00
C
€ 60,00
D
€ 20,00

Slide 5 - Quizvraag

Je hebt € 500 op de bank staan. De rente is 2%.

Welk bedrag heb je over 10 jaar op de spaarrekening staan? S.I.
A
€ 5.100
B
€ 609,50
C
€ 510
D
€ 3095,87

Slide 6 - Quizvraag

Waar kijk je naar uit in
de vakantie?

Slide 7 - Woordweb

4% per jaar samengestelde interest is per 2 jaar gelijk aan?
A
8%
B
6%
C
8,2%
D
8,6%

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Spaarrekening: € 1.500
1,2% rente
Hoeveel (enkelvoudige) rente ontvang je na 3 jaar?
A
€ 54
B
€ 54,65
C
€ 1.554
D
€ 1.554,65

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Een kapitaal van € 2.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 5,5% en daarna 5 jaar tegen 4,5%. Bereken de eindwaarde.
A
€ 4.970,01
B
€ 3.087,60
C
€ 3.117,15
D
€ 3.016,27

Slide 12 - Quizvraag

Een kapitaal van € 8.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 uit tegen 5% samengestelde interest per jaar en vanaf 31 december 2017 tegen 6% samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde op 1 januari 2024.
A
€ 14.346,80
B
€ 14.483,44
C
€ 15.352,44
D
€ 15.207,61

Slide 13 - Quizvraag

Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot € 4.000 dat 6 jaar uitstaat tegen 4,5% samengestelde interest per halfjaar.
A
€ 6.160,00
B
€ 6.708,40
C
€ 6.783,53
D
€ 10.418,08

Slide 14 - Quizvraag

Een kapitaal van € 1.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 2% per kwartaal. Bereken de eindwaarde?

A
€ 1.320
B
€ 1.360,49
C
€ 1.372,79

Slide 15 - Quizvraag

Waar is de hoogte van interest afhankelijk van?

Slide 16 - Woordweb

Hoogte interest is afhankelijk van:
Bedrag
looptijd
risico
inflatie
Financiële marktontwikkelingen

Slide 17 - Tekstslide

Iemand wil over 2 jaar € 10.000,- op zijn spaarrekening hebben. Het kapitaal dat hij nu op zijn spaarrekening tegen 5% samengestelde interest per kwartaal moet zetten, bedraagt:
A
€ 9.070,29
B
€ 7.462,15
C
€ 14.774,55
D
€ 6.768,39

Slide 18 - Quizvraag

Op 17 oktober 2002 stond er op de spaarrekening van Willy de som van € 3.467. Op die dag vierde Willy zijn 18de verjaardag. Welke bedrag heeft vader Eb bij de geboorte van zijn zoon Willy op de spaarrekening gezet als de bank een interest vergoedde van 5,5%?
A
€ 1.253,59
B
€ 1.395,09
C
€ 1.395,28
D
€ 1.322,54

Slide 19 - Quizvraag

Bereken na hoeveel tijd een kapitaal K verdubbeld is bij een rentevoet van 5% per jaar
A
10 jaar
B
kun je niet berekenen zonder waarde K
C
14 jaar en 2,5 maand
D
ongeveer 15 jaar

Slide 20 - Quizvraag

De effectieve rente per jaar bij een nominale rente voet van 1% per kwartaal is....
A
4%
B
1,0406
C
4,06%
D
12%

Slide 21 - Quizvraag

Als de nominale rente 4% per jaar bedraagt is de effectieve rente per maand......
A
0,33%
B
0,39%
C
1,0039

Slide 22 - Quizvraag

Een kapitaal van € 5.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2024 uit tegen 7,5% samengestelde interest. Bereken het interestbedrag dat verkregen wordt over deze periode.
A
€ 9.586,19
B
€ 10.305,15
C
€ 5.305,15
D
€ 4.586,19

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Je leent € 2.000 en betaalt dit terug in 12 termijn van € 180. Bereken de kredietkosten.

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen (CE):
Je kunt:
- het verschil tussen enkelvoudig en samengestelde interest uitleggen
- de interest obv enkelvoudige interest berekenen
- de interest obv samengestelde interest berekenen
- de eindwaarde en de contante waarde van een kapitaal berekenen obv samengestelde interest en enkelvoudige interest

Slide 27 - Tekstslide


Enkelvoudige interest


(vaak) bij leningen
rente over beginkapitaal


Samengestelde interest


Alleen bij sparen mogelijk!
Rente over rente

Slide 28 - Tekstslide

Enkelvoudige interest:
€ 1.000 op je spaarrekening tegen 3 % enkelvoudige interest (jaarbasis) voor een looptijd van 3 jaar. Hoeveel interest heb je na 3 jaar ontvangen? (alleen antwoord invullen!)

Slide 29 - Open vraag

Is je berekening anders als je:
€ 1.000 leent tegen 3 % enkelvoudige interest voor
3 jaar? (zonder tussentijdse aflossing)
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quizvraag

Formule enkelvoudig interest:

K = beginbedrag, geleende geldbedrag
i = interestperunage (= interest % / 100%)
n = aantal termijnen/periodes (looptijd)
I = totale interestbedrag

Slide 31 - Tekstslide

Enkelvoudige interest
4 % per jaar enkelvoudige interest =>
- Per 2 jaar: 8%
- Per half jaar: 2%
- Per maand: 4/12 % = 0,25%
- Per kwartaal: 4/4  % = 1%
       

Slide 32 - Tekstslide


Enkelvoudige interest


(vaak) bij leningen
rente over beginkapitaal


Samengestelde intrest


Alleen bij sparen mogelijk!
Rente over rente

Slide 33 - Tekstslide

Samengestelde interest:
€ 1.000 op je spaarrekening tegen 3% samengestelde interest per jaar. Looptijd 3 jaar. Hoeveel interest heb je na 3 jaar ontvangen?

Slide 34 - Open vraag

Formule samengestelde interest:

K = beginbedrag, geleende geldbedrag
i = interestperunage (= interest % / 100%)
n = aantal termijnen/periodes (looptijd)
E = eindwaarde

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Bereken de interest die Wim elke maand moet betalen aan zijn broer.

Slide 37 - Open vraag

Bereken het bedrag dat Anja eind juni 2018 aan haar ouders moet betalen.

Slide 38 - Open vraag

Terugrekenen: Hoeveel euro je op 1 januari 2021 op je spaarrekening moet zetten, als je op 1 januari 2028 een bedrag van € 5.000 op je rekening wilt hebben. Er is sprake van een samengestelde interest van 1,5% per jaar.

Slide 39 - Open vraag

Je krijgt 0,5% samengestelde interest per half jaar, hoeveel is dat per jaar?
A
0,5%
B
0,5% * 2 = 1%
C
(1,005)^2 = 1,10025

Slide 40 - Quizvraag

Terugrekenen
Hoeveel euro je op 1 januari 2021 op je spaarrekening moet zetten, als
je op 1 januari 2028 een bedrag van € 5.000 op je rekening wilt hebben.
Er is sprake van een samengestelde interest van 1,5% per jaar.

€ 5.000 x (1+0,015)^ 7 = € 4.505,13   (een min-teken in de macht)   
of
€ 5.000 / (1+0,015)^7 = € 4.505,13      (Formule aanpassen door 
                                                             K=E + delen ipv vermenigvuldigen)






Slide 41 - Tekstslide

Terugrekenen enkelvoudig interest
Stel je wil weten:
Aan het eind van de looptijd heb je € 720,- aan interest betaald voor je lening. Interestpercentage bedraagt 0,5% per maand. Looptijd is 2 jaar. Hoeveel geld heb je geleend?

Formule: K x i x n = I
720/2/0,005 = € 72.000,- geleend bedrag

Slide 42 - Tekstslide

Opdrachten 
Opdracht wordt uitgedeeld

Slide 43 - Tekstslide