DNA bevat de genetische code voor de verschillende eiwitten in een organisme. Die code wordt bepaald door de volgorde van de bouwstenen A, C, T, G in het DNA (zie B1).
Eiwitten worden gemaakt op de ribosomen in het cytoplasma.
Eiwitten bepalen de eigenschappen van een cel en uiteindelijk van een organisme!
Jouw eiwitten bepalen dat je een mens bent, wat voor oogkleur je hebt etc. etc. Je eiwitten bepalen je fenotype.
Lees B2 en bekijk de afbeeldingen. Noteer in je schrift wat genexpressie betekent.