Can/could

Can / Could
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Can / Could

Slide 1 - Tekstslide

Rules
  • Je gebruikt can om te zeggen dat iemand iets kan.
  • Je gebruikt can't / cannot om aan te geven dat iemand iets niet kan.

  • Je gebruikt could om te zeggen dat iemand iets ZOU KUNNEN doen. Dit is de beleefde versie van can.
  • Could is OOK de verleden tijd van can

  • Om vragen te maken zet je can en could vooraan in de zin.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
I can swim - Ik kan zwemmen
She can't/cannon swim - Zij kan niet zwemmen
Can you swim? - Kan jij zwemmen?

He could have come back - Hij zou terug moeten komen.
Could you give me the sugar, please? - Zou je mij de suiker aan willen geven, alstjeblieft?

Slide 3 - Tekstslide

Als je iets netjes wilt vragen, dan gebruik je ...
A
Can
B
Could

Slide 4 - Quizvraag

Als je een vraag stelt zet je can/could ...
A
In het midden van de zin
B
Achteraan in de zin
C
Vooraan in de zin
D
Die gebruik je niet

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Vul in

... you help us sir?
A
Can
B
Could

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg

Je kent deze man waarschijnlijk niet. Je wilt iets beleefd vragen, dus gebruik je could.

Slide 8 - Tekstslide

Vul in

No, I ... help you. I am very sorry.
A
can't
B
cannot
C
can
D
cant

Slide 9 - Quizvraag

Uitleg

De zin geeft aan dat de man je niet kan helpen. Can't of cannot
 mogen allebei gebruikt worden.

Slide 10 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Als iemand iets moet doen:
Begin de zin met het hele werkwoord (Do your homework). 
Je kunt iemand:
  1. Een aanwijzing geven (Turn left)
  2. Een bevel geven (Sit down)
  3. Advies geven (Drink plenty of water)
  4. Iemand waarschuwen (Watch out)

Slide 11 - Tekstslide

Als je tegen iemand wilt zeggen dat hij/zij iets niet moet doen, begin je de zin met Don't!


  • Don't come close to other people.
  • Don't listen to them.
  • Don't believe everything you hear.
  • Don't touch the vase!

Slide 12 - Tekstslide

... you pass me the milk, please?

(beleefd)
A
Can
B
Could
C
Can't
D
Couldn't

Slide 13 - Quizvraag

We ... turn left here. The road is closed.
A
can
B
could
C
can't
D
couldn't

Slide 14 - Quizvraag

You ... take the Underground. It's faster and cheaper than a taxi.
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 15 - Quizvraag

He got the license last year and he ... drive the car.
A
could
B
can

Slide 16 - Quizvraag

Practise
Practise in pairs with the correct form of can en could

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide