Aangeplakte vragen/ Question Tags

Welcome K3!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome K3!

Slide 1 - Tekstslide

Thursday 14th October

Slide 2 - Tekstslide


  •  Homework - check!
  •  Tag Questions part 1 (old)
  •  Tag Questions part 2 (new)
  •  Get to work: homework
  •  Tomorrow: 7th/8th
 

You know how & when to use Tag Questions



-you can use the formula 
+ , -         - , + 
-you can make tags with to be / can and other verbs

Slide 3 - Tekstslide


  •  Homework - questions?
  •  Grammar 4 
  •  Workbook-check 
  •  Tomorrow: homework/cito
 
- you know the difference between some-, any- and every-
-you have completed all important exercises in your workbook





Slide 4 - Tekstslide

Cito Kijk-luistertoets
  •  bestaat uit 2 delen:
25 min luisteren (audio)
-25 min kijken(video)
  • meerkeuzevragen
-valkuil: AAA.. dan maar B ?

Slide 5 - Tekstslide

Question Tags

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een 'tag'?
A
Een kort vraagje aan het einde van een zin
B
Overbodige informatie uit een zin
C
Het onderwerp in een zin
D
Een zinloze zin

Slide 7 - Quizvraag

Question tags
 Question tags zijn de korte vragen die je regelmatig terugziet aan het einde van een Engelse zin. Je zou ze kunnen vertalen met "toch?" of "hè?".

Slide 8 - Tekstslide

Question tags
NL: 
'Jij bent 14 maart jarig, is het niet?'
'Zij is arts, toch?'
-controlevraag

-uitnodiging tot antwoorden

Slide 9 - Tekstslide

TAG QUESTIONS:
Als de zin bevestigend (+) is, dan is de tag question....
A
ook bevestigend (+)
B
ontkennend (-)

Slide 10 - Quizvraag

Question Tags repeat

Slide 11 - Tekstslide

Question tags 
Na een bevestigende zin ( + ),
komt een ontkennende ( - ) en andersom.
You're at school, aren't you?
He can't hear me, can he?
Hi there, it's Sharon, isn't it?

Slide 12 - Tekstslide

TAG QUESTIONS:
Als de zin ontkennend (-) is, dan is de tag question....
A
bevestigend (+)
B
ook ontkennend (-)

Slide 13 - Quizvraag

Question tags 

  1. Kijk naar de normale zin: is die positief (+) of negatief (-)?
  2. Schrijf bij een positieve zin de negatieve vorm van het werkwoord achter de zin 
    Schrijf bij een negatieve zin de positieve vorm van het werkwoord achter de zin.

Slide 14 - Tekstslide


You aren't hungry,

Thomas works fulltime,

We could help,


are you?

doesn't he?

Couldn't we?

Question tags

Question tag is een aangeplakte vraag.

- als de hoofdzin - is, is de question tag + en andersom.

- je gebruikt het onderwerp en werkwoord.


Slide 15 - Tekstslide

Verbindt de vraag aan de juiste tag.

Kies de correcte tag.
Sue can't dance, ....
A
can she?
B
can't she?
C
couldn't she?
D
could she?

Slide 16 - Quizvraag

Verbindt de vraag aan de juiste tag.

Kies de correcte tag.
He is your brother, ....
A
is he?
B
can't he?
C
isn't he?
D
doesn't he?

Slide 17 - Quizvraag

Tags met hoofdwerkwoorden
You like him, liken't you?   
We sing every day, singn't we?
--------------------------------------------------------------------------------------
  •  In dat geval roep je de hulp in van het (hulp)werkwoord TO DO              (do/does/did) 
You like him, don't you?         We sing every day, don't we?
You don't know, do you?        He doesn't understand, does he?
You liked him, didn't you?     She didn't do her homework, did she? 


You don't love him, 

Slide 18 - Tekstslide

In de tag kan je deze werkwoorden gewoon herhalen en n't erachter plakken of juist weghalen 

Slide 19 - Tekstslide

Bij andere werkwoorden kan je er niet zomaar n't achterplakken, dan heb je het (hulpwerkwoord) TO DO nodig

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Ik snap de question tags.
A
Ja.
B
Nee.
C
Met een beetje meer hulp.

Slide 22 - Quizvraag

Tomorrow's homework

Slide 23 - Tekstslide