2.4 Energie en vermogen

3.4 (Energie en) vermogen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

3.4 (Energie en) vermogen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert het energieverbruik van elektrische schakelingen te berekenen

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische energie wordt omgezet in licht (nuttig) en warmte (niet nuttig)
Hoeveel energie per seconde?

Vermogen P, eenheid Watt
P = U * I       (R = U / I)
P is vermogen in Watt W 
U is spanning in volt V 
I is stroom in ampère A

Slide 3 - Tekstslide

P = U * I                  vermogen is energie per seconde
E = P * t
E = energie in Joule (J)
t = tijd in seconde (s)

Slide 4 - Tekstslide

Joule of kWh?
Hoeveel kost dat dan?
nieuwe eenheid: kilowattuur, kWh
= energie die apparaat met vermogen van 1 kW (kilo Watt) omzet in één uur (3600 seconde)
1 kWh = 1kW * 1 h = 1000 W * 3600 s = 3,6 * 106 J = 3 600 000 J
1 kWh is ongeveer 30 cent

Slide 5 - Tekstslide

Ik wil energie in J

E = P * t
P in W (Watt)
t in s (seconde)
P = 520 W
s = 1800 s
E = 520 * 1800
E = 936.000 J
Ik wil energie in kWh

E = P * t
P in kW (kiloWatt)
t in h (uur) 
P = 520 W = 0,520 kW
s = 1800 s = 0,5 h
E = 0,520 * 0,5
E = 0,26 kWh

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Je meet door een lampje een stroom van 2,0 A en een spanning van 5,0 V

Bereken het vermogen
I = 2,0 A
U = 5,0 V
P = U * I = 5,0 * 2,0 = 10,0 W
dit moet je kunnen op PO!

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Je laat dit lampje 3 uur branden.
b. Bereken hoeveel energie dit kost in J
P = 10 W (opgave a)
t = 3 uur = 3 * 3600 s = 10 800 s
E = P * t = 10 * 10 800 = 108 000 J

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Je laat dit lampje 3 uur branden.
c. Bereken hoeveel energie dit kost in kWh
P = 10 W (opgave a) = 0,010 kW
t = 3 uur
E = P * t = 0,010 * 3 = 0,030 kWh

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
d. Één kWh kost €0,30. Hoeveel kost het om dit lampje 3 uur te laten branden?

1 kWh = €0,30
0,030 kWh (opgave c) * 0,30 euro = € 0,009 = 1 ct (afgerond)

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken

55, 57, 59, 61, 63, 65, 66
we slaan het stukje over "energie" over.
laatste 25 minuten: practicum

Slide 11 - Tekstslide

Practicum
1. Ontwerp (teken) een parallelschakeling van twee lampjes. Er moet een amperemeter en voltmeter in geplaatst worden zodat je de stroom en spanning van beide lampjes kunt meten. Laat je tekening controleren
2. Bouw de schakeling en laat deze controleren.
3. Neem onderstaande tabel over en vul onderstaande tabel in 

Spanning 
Stroom 
Bereken R
Bereken P
0,0 V
3,0 V
6,0 V
9,0 V

Slide 12 - Tekstslide