bkt2f Oefentoets

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Neem je plaats en pak je boeken voor je
Neem plaats en pak je boeken voor je

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk een keer niet
Kan gebeuren
Niet eerlijk over het huiswerk
Strafschrijven
Huiswerk 3x niet?
Strafschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Stof
Smelt-punt
(°C)
Kook-punt
(°C)
Alcohol
-114
78
kwik
-39 
357

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de faseovergang van vloeistof naar gas?
A
Smelten
B
Sublimatie
C
Verdamping
D
Bevriezen

Slide 6 - Quizvraag

Wat noemt men de faseovergang van gas naar vloeistof?
A
Verdamping
B
Condensatie
C
Bevriezen
D
Sublimatie

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er tijdens stollen?
A
Vast wordt vloeistof
B
Vloeistof wordt gas
C
Vloeistof wordt vast
D
Gas wordt vloeistof

Slide 8 - Quizvraag

Wat is sublimatie?
A
Vast naar gas zonder vloeistof
B
Vloeistof naar gas
C
Gas naar vloeistof
D
Vast naar vloeistof

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de faseovergang van vast naar vloeistof?
A
Vervluchtigen
B
Condensatie
C
Smelten
D
Sublimatie

Slide 10 - Quizvraag

Wat meet een vloeistofthermometer?
A
Luchtvochtigheid
B
Druk van gas
C
Temperatuur
D
Snelheid van geluid

Slide 11 - Quizvraag

Welke vloeistof wordt vaak gebruikt?
A
Melk
B
Alcohol
C
Water
D
Olijfolie

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een stijging in temperatuur?
A
Vloeistof condenseert
B
Vloeistof zet uit
C
Vloeistof krimpt
D
Vloeistof bevriest

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het nulpunt van Celsius?
A
Dampdruk van water
B
Vriespunt van water
C
Kookpunt van water
D
Lichaamstemperatuur

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de juiste term naar het bijhorende deel van de thermometer
Reservoir
Stijgbuis
Schaalverdeling

Slide 15 - Sleepvraag

Bij het verwarmen van water stijgt de vloeistof in de thermometer met 3,5 streepjes. Hoeveel warmer is het water?
1 streepje = 10 °C
A
30 °C
B
60 °C
C
3,5 °C
D
35 °C

Slide 16 - Quizvraag

Sleep de termen naar het juiste vakje
Verwarmen
Afkoelen
Condenseren
Smelten
Stollen
Verdampen
Rijpen
Vervluchtigen

Slide 17 - Sleepvraag

Butaan heeft een kookpunt van -0,5°C. In welke fase is butaan bij kamertemperatuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas

Slide 18 - Quizvraag

Waarom wordt er in de winter zout op de wegen gestrooid?
A
Om het ijs te smelten
B
Om het vriespunt van water te verlagen
C
Om de sneeuw schoon en wit te houden
D
Om het kookpunt van water te verlagen

Slide 19 - Quizvraag

Er ontstaat 's nachts dauw op bladeren. Welke fase-overgang vindt er plaats?
A
Vloeibaar
B
Smelten
C
Vervluchtigen
D
Condenseren

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke temperatuur verdampt water?
Kies het meest kloppende antwoord
A
100°C
B
80°C
C
Alle temperaturen tussen 0°C en 100°C
D
120°C

Slide 21 - Quizvraag

Maak de opdrachten van hoofdstuk 3 die je nog niet hebt.

Paragraaf 1 t/m 4 (bladzijde 96 t/m 127) 
In stilte werken

Rustig overleggen 

Normale klassituatie

Slide 22 - Tekstslide