Être + uitspraak é en è

Être (zijn)
Uitspraak é en è
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Être (zijn)
Uitspraak é en è

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Ik kan het werkwoord être (zijn) vervoegen, vertalen en gebruiken in het Frans.

2. Ik weet het verschil in uitspraak tussen de é en de è in ik kan dit toepassen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekenen de gele woorden in de volgende zinnen? 
1. Tu es français?
2. Non, je suis hollandais. 
3. Le prof est sympa?
4. Oui, tous les profs sont sympas!

Heel veel vormen van être ken je dus al of heb je al vaker gezien!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoord être is een onregelmatig werkwoord.
je suis                                  ik ben
tu es                                     jij bent
il est/elle est                    hij is/zij is
on est                                  men is/we zijn
nous sommes                 wij zijn
vous êtes                           jullie zijn/u bent
ils sont/elles sont          zij zijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met het werkwoord être (zijn)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van être:
Je ...
A
es
B
est
C
suis
D
sont

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van être:
Nous ...
A
sont
B
est
C
sommes
D
êtes

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van être:
Nathalie ...
A
es
B
suis
C
êtes
D
est

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Jij bent

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal:
Jullie zijn

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraak van é en è
é [ee] spreek je uit als in het woord zee

è [e] spreek je uit als in het woord gek
                                      Even oefenen!
1 collège  2 déteste  3 sérieux   4 matière   5 cinquième  6 école   7 je préfère    8 géographie    9 génial   
10 préféré   11 après-midi   12  mère   13 bébé  14 numéro

Slide 11 - Tekstslide

'levende enquête' A5 uitdelen voor aantekeningen
Nu oefenen met zinnen!
1. Je suis en cinquième au collège Hervé.
2. Mon prof de géographie est génial.
3. L’après-midi, j’ai maths.
4. Elle préfère les langues comme le néerlandais.
5. Je déteste la géographie, et toi? 
6. Ma matière préférée, c'est l'anglais. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de doelen behaald? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doel: ik ken het werkwoord être
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

doel: ik ken de uitspraak van é en è
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies