Betoog en beschouwing schrijven

schrijven
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Welke tekstsoorten ken je?

Slide 2 - Tekstslide

Beschouwing
In een beschouwing belicht je een onderwerp van meerdere kanten. Je laat de lezer zelf een mening vormen.

Slide 3 - Tekstslide

Betoog

Een betoog is een overtuigende tekst. In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft. Dit doet hij door middel van argumenten. In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling geformuleerd. In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. Ook kan de schrijver gebruik maken van het verwerpen van tegen argument. Hier later meer over.

Slide 4 - Tekstslide

Uiteenzetting
Een uiteenzetting is een tekst met als doel de lezer te informeren over een bepaald onderwerp. Een uiteenzetting wordt gebaseerd op feiten en is objectief van aard.  Er wordt alleen maar informatie gegeven.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Goed leren schrijven in 10 stappen
  1. Eerst lees je de artikelen.
  2. Daarna bedenk je de hoofdgedachte
  3. Je bepaald de tekstsoort.
  4. Vervolgens ga je bruikbare stukken in de tekst te markeren.
  5. Uiteindelijk maak je een definitieve keuze.
  6. Op basis van deze gegevens maak je een bouwplan.
  7. De informatie uit je bouwplan verwerk je in een kladversie.
  8. Je kijkt je kladversie kritisch na op je taalgebruik.
  9. Je herschrijft je kladversie zo nodig.
  10. Uiteindelijk schrijf je een netversie.





Tien stappen lijkt misschien belachelijk veel, maar alle stappen lopen in elkaar over. Je maakt ze soms bijna ongemerkt. Sommige stappen neem je heel snel; daar ben je nog geen halve les mee bezig. Andere stappen nemen wel veel tijd in beslag. 

Verder is het schrijven van een tekst een complexe bezigheid, die de nodige voorbereiding en veel geduld vereist. 

Voor schrijven geldt afsluitend hetzelfde als voor voetbal, schaken en zoenen: oefening baart kunst. Lees: hoe vaker je het doet, hoe handiger je er in wordt!

Slide 7 - Tekstslide

betoog
  • inleiding: aandacht trekken + stelling
  •  kern: drie argumenten voor + twee tegen met weerlegging
  • slot: conclusie + uitsmijter


Slide 8 - Tekstslide

beschouwing
  • inleiding: aandacht trekken + hoofdvraag
  • kern: twee argumenten voor + twee tegen (voor-/nadelen)
  • slot: samenvatting, afweging

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les (voorbereiding)

1. Wat is de opdracht?

2. Voor welk publiek is de tekst bedoeld?

3. Welke tekststructuur past bij mijn onderwerp?

4. Verzamel, selecteer en orden de informatie die je wilt gebruiken in je tekst.

5. Maak het bouwplan.



Slide 10 - Tekstslide