boekhouden les 1

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Een financieel feit is?

1. Een gebeurtenis waarbij geld wordt uitgegeven
2. Een gebeurtenis die leidt tot veranderingen in de samenstelling van de balans
3. Een feit waarbij iets gebeurt met de financiën
4. Een verandering alleen in het eigen vermogen

Aan welke zijde van de balans komen bezittingen te staan?

1. Debet
2. Passiva
3. Debiteuren
4. Credit

Aan welke zijde van de balans komen de schulden te staan?

1. Debet
2. Crediteuren
3. Activa
4. Credit

of

 lening 

 Bank 

 voorraad goederen 

bezit 

schuld 

crediteuren 

Debiteuren 

Inventaris

Bij een betaling per bank aan een leverancier veranderen de volgende grootboekrekeningen:

1. Debiteuren en Bank
2. Debiteuren en Crediteuren
3. Crediteuren en Bank
4. Kas en Crediteuren

Wordt bij een betaling per bank aan een leverancier bank gedebiteerd of gecrediteerd ?

1. Er gebeurt niks met bank.
2. Bank wordt minder (-) dus gedebiteerd.
3. Bank wordt minder (-) dus gecrediteerd.
4. Bank wordt meer (+) dus gecrediteerd.

Welke grootboekrekeningen veranderen bij een ontvangst per bank van een klant?

1. Bank en debiteuren
2. Kas en eigen vermogen
3. Bank en crediteuren
4. Bank en voorraad goederen

Bij een ontvangst per bank van een klant.

Wordt debiteuren gedebiteerd of gecrediteerd?

1. Er gebeurt niets met debiteuren .
2. Debiteuren wordt minder (-) dus gecrediteerd.
3. Debiteuren wordt minder (-) dus gedebiteerd.
4. debiteuren wordt meer (+) dus gedebiteerd .

Er is een computer gekocht op rekening om in het bedrijf te gebruiken. Welke grootboekrekeningen veranderen er?

1. Inventaris en debiteuren
2. Inventaris en crediteuren
3. Voorraad en crediteuren
4. Voorraad en bank

Er is een computer gekocht op rekening om in het bedrijf te gebruiken.

Wordt voorraad gedebiteerd of gecrediteerd?

1. Er gebeurt niets met voorraad.
2. Voorraad wordt minder (-) dus gecrediteerd.
3. Voorraad wordt minder (-) dus gedebiteerd.
4. Voorraad wordt meer (+) dus gedebiteerd.

Er is een computer gekocht op rekening om in het bedrijf te gebruiken.

Wordt inventaris gedebiteerd of gecrediteerd

1. Er gebeurt niets met inventaris.
2. Inventaris wordt minder (-) dus gecrediteerd
3. Inventaris wordt minder (-) dus gedebiteerd.
4. Inventaris wordt meer (+) dus gedebiteerd.

Wat vind je leuk/minder leuk aan de lessonup les?