1.3 Zinken, zweven en drijven

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Herhaling 
  •  Uitleg 
  • Aan de slag! 
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

1.3 Dichtheid
  • Ik kan vertellen wat dichtheid is. 
  • Ik kan de dichtheid berekenen. 
  • Ik kan met de dichtheid bepalen van welke stof een voorwerp is gemaakt. 
  • Ik kan vertellen wanneer een voorwerp drijft, zinkt of zweeft in water.  

Slide 3 - Tekstslide

Druk 
Druk bereken je met de formule hiernaast. 

Bespreek met je buurman/vrouw wat elk symbool bekent. En in welke eenheid gebruik je dan? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Laagjes cocktail
In de vorige slide zag je een natuurkunde laagsjes cocktail. Deze kun je met behulp van wat kennis van dichtheid maken. 

Elke vloeistof en vaste stof heeft een kleinere of grotere dichtheid. Hierdoor drijven sommige stoffen op elkaar, terwijl andere stoffen dat niet zouden doen. 

Slide 6 - Tekstslide

Binas
In de binas kun je (onder andere) de dichtheden van bepaalde stoffen opzoeken. 

Als je een binas nodig hebt, kun je deze bij de docent of Mariska lenen.  

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Massa
De massa bepaal je met een weegschaal.

Slide 9 - Tekstslide

Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje.

m = 324 g
V = 4 x 3 x 10 = 120 cm3
ρ = m:V = 324 : 120 = 2,70 g/cm3

Dit is dus waarschijnlijk aluminium

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Proefkonijnen
De proefkonijnen gaan kijken hoe drijfzand werkt. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Bespreek met je buurman/buurvrouw, hoe drijfzand werkt. En waar komt de naam drijfzand vandaan? Je zinkt er immers in weg? Maar kun je er in verdrinken?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Asterix en Obelix
Kijk nog eens terug naar de eerste slide met Asterix en Obelix. Bespreek met elkaar hoe het kan zijn dat Obelix blijft drijven in de Dode Zee. 

Slide 16 - Tekstslide

Lees 1.3
Als je tijd over hebt (en je hebt de opdrachten van 1.3 af) , kijk je de opdrachten na. 

Slide 17 - Tekstslide