Thema 6 BS 1 Kringlopen deel 1

bevolkingsdruk is
A
de groei van de jongeren en grijzen ten opzichte van de beroepsbevolking
B
de spanning tussen de omvang van de bevolking en de bestaansmogelijkheden
C
de spanning tussen de bevolking
D
de spanning tussen bevolkingsgroei en bestaansmogelijkheden
1 / 47
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bevolkingsdruk is
A
de groei van de jongeren en grijzen ten opzichte van de beroepsbevolking
B
de spanning tussen de omvang van de bevolking en de bestaansmogelijkheden
C
de spanning tussen de bevolking
D
de spanning tussen bevolkingsgroei en bestaansmogelijkheden

Slide 1 - Quizvraag

Recycling is
A
Een cola flesje weer met water vullen en hergebruiken
B
Je onderbroek twee dagen dragen
C
Afval gebruiken om nieuw materiaal van te maken
D
Produceren voor het milieu

Slide 2 - Quizvraag

Plaats de gebeurtenissen in de juiste volgorde
Lozing van fosfaatrijke wasmiddelen in water
1
2
3
4
5
6
7
Eutrofiëring
meer reducenten
minder licht op de bodem
Planten/algen op de bodem gaan dood
waterbloei
minder zuurstof
Dieren sterven

Slide 3 - Sleepvraag

Kringlopen
Vwo 5
Thema 6 (van vwo 4)
BS 2

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen:
  • de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren ?
  • de stikstofkringloop van Nijntje nitraat aan de hand van de binas uitleggen?


Slide 5 - Tekstslide

Koolstofkringloop
BINAS 93F
Stikstofkringloop
BINAS 93G

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Detritus=afval. Dood organisch materiaal.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Koolstofassimilatie = opbouwen van organische stoffen uit anorganische stoffen

Dissimilatie = afbraak van organische materialen waarbij energie vrijkomt

Aeroob: met zuurstof
Anaeroob: zonder zuurstof
Calciumcarbonaat (CaCO3) is het koolzure zout van calcium.
Waterstofcarbonaat

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Stikstofkringloop 

Slide 33 - Tekstslide

Nijntje nitraat
A: Planten nemen nitraat (NO3-) op.
B: Er vindt stikstofassimilatie plaats
     vorming aminozuren
(vorming eiwitten is voortgezette assimilatie)
C: Dier eet plant, verteert en assimileert eigen        organische stoffen.
D: Bij dissimilatie komt ureum vrij. 
E: Rottingsbacterien breken ureum af tot NH3
F: NH3 lost in (grond)water op tot NH4+
G: Nitrietbacterien zetten NH4+ om in NO2-
H: Nitraatbacterien zetten NO2- om in NO3-


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

vragen
VRAGEN 

Slide 37 - Tekstslide

De stikstofbacteriën in wortelknolletjes vormen een belangrijke schakel in de stikstofvoorziening van bepaalde klavers.
Welke bewering over de bacterie bij het omzetten van stoffen met stikstof is juist?
A
Bacterie zet anorganische stoffen om in andere anorganische stoffen
B
Bacterie zet anorganische stoffen om in organische stoffen
C
Bacterie zet organische stoffen om in anorganische stoffen
D
Bacterie zet organische stoffen om in andere organische stoffen

Slide 38 - Quizvraag

De stikstofbacteriën in wortelknolletjes leven samen met de plant. Bacteriën leveren de plant ammoniak (NH3). Bacteriën krijgen daarvoor een andere stof terug. Welke?
A
Nitraat (NO3-)
B
Ammoniumionen (NH4+)
C
Nitriet (NO2-)
D
Glucose (C6H12O6)

Slide 39 - Quizvraag

Waarvoor gebruiken planten stikstof?
A
maken van glucose
B
maken van aminozuren
C
maken van DNA
D
maken van chlorofyl

Slide 40 - Quizvraag

Welk(e) molecu(u)l(en) bevatten stikstof?
A
eiwitten
B
vetten
C
DNA
D
ureum

Slide 41 - Quizvraag

Welke van onderstaande veranderingen in de atmosfeer is volgens veel wetenschappers verantwoordelijk voor het versterkte broeikaseffect?
A
afname van het ozongehalte (O3-gehalte)
B
toename van het koolstofdioxidegehalte (CO2-gehalte)
C
toename van het ozongehalte (O3-gehalte)
D
toename van het zwaveloxidegehalte (SO2-gehalte)

Slide 42 - Quizvraag

Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-

Slide 43 - Quizvraag

Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 44 - Quizvraag

De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 45 - Quizvraag

Hoe kan NH3 uit de kringloop verdwijnen?
A
omzetten naar NH4+
B
ammonificatie
C
vervluchtiging
D
uitspoeling

Slide 46 - Quizvraag

Aan de slag
Lezen: Thema 6 van V4 mens en milieu BS  1

opdracht 1 t/m 8



Kun je:
  • de koolstofkringloop in hoofdlijnen beschrijven en schema's hiervan interpreteren
    ?
  • de stikstofkringloop van Nijntje nitraat
    aan de hand van de binas uitleggen?


timer
5:00

Slide 47 - Tekstslide