V3 P5.6 Verval en splijting van kernen

P5.6
Verval en splijting van kernen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P5.6
Verval en splijting van kernen

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je na deze paragraaf?
- Uitleggen hoe een atoom verandert na het uitzenden van straling,
- een kernreactievergelijking opstellen,
- met de koolstofdatering uitrekenen hoe oud een voorwerp is.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 1
H-3, ook wel tritrium genoemd. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft het?

Slide 3 - Tekstslide

Het atoom (kern en schil)
Het atoomnummer (Z) van een atoom 
geeft het aantal protonen weer. 
Samen met de neutronen (N) geven
ze het massagetal (A), oftewel het aantal
kerndeeltjes.

A = Z + N

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling 2
Wat is de massa van           ? het elementair massadeeltje woog 1,661E-27
13H

Slide 5 - Tekstslide

De massa van een atoom (vwo)
De eenheid van de massa van een atoom is vaak gegeven in u. 
De massa van koolstof bereken je door het aantal kerndeeltjes te vermenigvuldigen met 1,01 u. 

12 x 1,01 u = 12,12 u

De massa van een elektron is 0,00055 u en daarmee kun je het verwaarlozen. 

Als je de massa van koolstof in kg wilt berekenen moet je het vermenigvuldigen met een heel klein getal:                                               

mproton=mproton=1,01u
1,6611027
mkoolstof=12,12u=12,121,6611027=2,011026kg

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling 3
Als ik met 1000 atomen begin. En de halveringstijd is 2 dagen. Hoeveel atomen heb ik dan na 8 dagen?

Slide 7 - Tekstslide

Koolstof-12 en Koolstof-14
Het aantal protonen bepaald welk element het is. Van sommige elementen, zoals koolstof, bestaan er meerdere soorten, dit noemen we isotopen
Om isotopen te onderscheiden noemen we het massagetal achter de naam. 
Het verschil tussen koolstof-12 en koolstof-14 is dat koolstof-14 twee extra neutronen heeft. Ze hebben wel hetzelfde aantal protonen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is er anders bij isotopen van dezelfde stof?
A
Het aantal protonen
B
Het aantal elektronen
C
Het aantal neutronen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vervalvergelijking Ra-226 (alfa)
Wat is het atoomnummer van Ra-226?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vervalvergelijking Ra-226 (alfa)
Wat is het atoomnummer van Ra-226?
Alfa verval, dus gaat een helium kern weg.



Massa behouden: 226 - 4 = 222
Lading behouden: 88 - 2 = 86
88226Ra 24He+ ...

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vervalvergelijking Ra-226 (alfa)
Wat is het atoomnummer van Ra-226?
Alfa verval, dus gaat een helium kern weg.



Massa behouden: 226 - 4 = 222
Lading behouden: 88 - 2 = 86
88226Ra 24He+86222Rn

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vervalvergelijking Li-8 (beta)
Wat is het atoomnummer van Ra-8?





Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vervalvergelijking Li-8 (beta)
Wat is het atoomnummer van Ra-8?
Beta verval, dus gaat een elektron uit de kern weg.



Massa behouden: 8 - 0 = 8
Lading behouden: 3 - -1 = 4
38Li 10e+ ...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Vervalvergelijking Li-8 (beta)
Wat is het atoomnummer van Ra-8?
Beta verval, dus gaat een elektron uit de kern weg.



Massa behouden: 8 - 0 = 8
Lading behouden: 3 - -1 = 4
38Li 10e+48Be

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Maak opgave 95 en lever in

Slide 24 - Open vraag

Einde van de les
Huiswerk: Lees paragraaf 5.6
maak: 90, 91 en 97

Slide 25 - Tekstslide