Fictie 3.1 Vwo en havo (perspectief en vertelprocedé)

Vertelprocedé/perspectief
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vertelprocedé/perspectief

Slide 1 - Tekstslide

Welk vertelperspectief ? 
Wat Pieter niet wist, terwijl hij aan de stoeptegels vastgevroren naar het vreemde object stond te staren, was dat nog geen vijf minuten daarvoor een ander op die plaats iets verloren was. Een groen, pulserend en zeer gevaarlijk voorwerp. Een voorwerp in paniek meegenomen uit het laboratorium toen daar de hel losbarstte. Toen dokter Hogenstijn zijn creatie niet langer de baas was en zijn collega's met een scalpel te lijf ging.

Slide 2 - Tekstslide

Vertelperspectief?

Slide 3 - Woordweb

Vertelperspectief 1 – De alwetende verteller
Dit is de oudste vertelvorm ter wereld. De alwetende verteller (ook wel auctoriale verteller genoemd) kom je tegen in oude geschriften zoals de Ilias, de Bijbel en klassieke boeken zoals Dik Trom. De alwetende verteller is een soort god die boven de gebeurtenissen staat. 

Slide 4 - Tekstslide

Vertelperspectief 2 – De ik-verteller
Bij deze vertelvorm vertelt de ik-persoon zijn verhaal. De ‘ik’ is dus niet alleen verteller, maar speelt ook een rol in de gebeurtenissen. Dit vertelperspectief komt voor in autobiografieën, maar ook in romans waarin de hoofdpersoon aan het woord is.
Er zijn twee verschillen vormen van ik-vertellingen. De ‘ik’ kan in de verleden tijd praten, over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. Die stijl wordt ook wel ‘de vertellende ik’ genoemd. Maar een ik-persoon kan ook verslag doen van gebeurtenissen terwijl hij/zij ze beleeft. Die vorm wordt ook wel ‘de belevende ik’ genoemd.

Slide 5 - Tekstslide

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
3e persoon/hij-zij
Bij een personaal vertelperspectief is de verteller onzichtbaar. Je hebt als lezer het idee dat het verhaal zichzelf vertelt, omdat het is geschreven in de derde persoon, dus vanuit het hij- of zij-perspectief. Lezers komen alleen te weten komt wat de hoofdpersoon ziet, hoort en denkt. Ze kunnen niet in de hoofden van andere personages kijken.

Slide 6 - Tekstslide

Vertelperspectief 3 – De personale verteller
Wisselend perspectief
Je kunt het personaal vertelperspectief ook steeds laten wisselen tussen verschillende personages. Lezers volgen dan meerdere hoofdpersonen die met ‘hij’ of ‘zij’ worden aangeduid. Ze bekijken de gebeurtenissen dan door de ogen van al deze mensen, zodat het verhaal van verschillende kanten wordt belicht.

Slide 7 - Tekstslide

Zomer in Wentworth, Ohio. Oh boy, zie je het voor je? Zomer, hier in Poplar Street, die dwars door die befaamde, gebleekte Amerikaanse droom loopt, met de geur van hotdogs in de lucht en de uit elkaar gebarsten papieren hulzen van het vuurwerk van de Vierde Juli nog overal in de goot.
A
Alwetend perspectief
B
ik-perspectief
C
personaal perspectief 3e persoon/hij-zij

Slide 8 - Quizvraag

Zo zijn ze er dan achter dat ik een halve eeuw op Java ben. Proficiat met niets! En hoe ik de zaak ook wil omzeilen, Adeline Renselaar, de nicht van mevrouw Van Zadelhof, lijkt vastbesloten tot een feest. Ze heeft daartoe al drie families het hoofd op hol gebracht en is 15 van de week zelfs in de hertenkamp gesignaleerd, rebbelend over deze kwestie met de gouverneur.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 9 - Quizvraag

De eerste tien jaar van mijn leven was ik niet zwart. Ik was op veel manieren anders dan de mensen om mij heen, maar donkerder was ik niet. Dat weet ik. Er is een dag geweest waarop ik een verkleuring gewaarwerd. Later, toen ik dan eenmaal zwart wás, ben ik weer verschoten.
A
vertellende ik
B
belevende ik

Slide 10 - Quizvraag

vertelprocedé
Een schrijver kiest zelf hoe hij in zijn verhaal personen,plaatsen,tijden,perspectief en spanning gebruikt. Het gebruik van deze van zulke verhaalelementen (verhaaldelen) heet vertelprocedé

Slide 11 - Tekstslide

vertelprocedé
Verschil in beleving:
  • hoofdpersoon of bijpersoon vertelt
  • wisselend perspectief
  • het verhaal achteraf vertellen (vt)
  • het verhaal mee vertellen (tt)
  • informatie weggeven of juist achterhouden

Slide 12 - Tekstslide

Stefan schoof zijn voetbalplunje naar het midden van de kamer en zette het raam open, want het stonk werkelijk vreselijk: een muffe grondlucht vermengd met zuur zweet. Maar daarom hoefde zijn moeder toch niet zo uit haar dak te gaan, dacht hij. Die kleren zijn na vijf minuten toch weer vuil. Op het veld ruik je dat niet. Bij de meesten staat de schimmel in hun tas, behalve bij Frits en Davie, de heertjes. Keurig gestreken shirtjes en broekjes, gewassen kousen en in het veld lopen ze te krukken. Wat heb je aan die gasten?
 

Slide 13 - Tekstslide

Lees dit verhaal...

Slide 14 - Tekstslide

Geheimen...
Schrijf een verhaal met als onderwerp

GEHEIMEN...

Lever je verhaal in op Magister. 
Je verhaal moet ook in je fictiedossier!
Werk tot aan het eind van de les aan je verhaal!

Slide 15 - Tekstslide

Maak een foto van je werk!

Slide 16 - Open vraag