Les Fictie Thema motieven vertelperspectieven

Welkom in de les


Jas in kluisje of aan de kapstok boven
Telefoon in telefoontas
(Lees)boek, etui en aantekeningenschrift op tafel
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les


Jas in kluisje of aan de kapstok boven
Telefoon in telefoontas
(Lees)boek, etui en aantekeningenschrift op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
- heb je geoefend met thema, motieven en vertelperspectieven.

- heb je de eerste stap gezet in de strijd om het spellingskampioenschap. 


Slide 2 - Tekstslide

thema & motieven 
Thema: waar gaat het verhaal over, los van de gebeurtenissen en de personages. Diepere laag. Centrale boodschap.
Motieven: geven betekenis aan het thema (bijvoorbeeld het motief van de liefde, vriendschap, de relatie tussen ouder en kind).

Het lijkt op elkaar!

Slide 3 - Tekstslide

thema en motieven 


Motieven = terugkerende, betekenisvolle elementen in het verhaal 

abstract motief = bijvoorbeeld liefde, verraad, vriendschap 

leidmotief = een steeds terugkerend iets in een verhaal wat symbool staat voor iets. Bijvoorbeeld een uil die voor wijsheid staat. 

klassiek motief = motief dat vaak gebruikt wordt. Bijv. assepoestermotief.

Slide 4 - Tekstslide

Karakter of type 
Type: stereotiepe trekken, geen ontwikkeling van het karakter (bijvoorbeeld Roodkapje)

Karakter: ontwikkeling van de persoon. De hoofdpersoon in een boek maakt vaak een ontwikkeling door. Aan het einde van het boek is hij of zij niet meer helemaal hetzelfde. Heeft dingen geleerd, etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Vertelperspectief

Slide 6 - Tekstslide

Wat Pieter niet wist, terwijl hij aan de stoeptegels vastgevroren naar het vreemde object stond te staren, was dat nog geen vijf minuten daarvoor een ander op die plaats iets verloren was. Een groen, pulserend en zeer gevaarlijk voorwerp. Een voorwerp in paniek meegenomen uit het laboratorium toen daar de hel losbarstte. Toen dokter Hogenstijn zijn creatie niet langer de baas was en zijn collega's met een scalpel te lijf ging.
Ieder verhaal heeft een vertelperspectief.

Slide 7 - Tekstslide

Vertelperspectief/standpunt 1 –  derde persoon 
variant 1:  de alwetende verteller
Dit is de oudste vertelvorm ter wereld. De alwetende verteller kom je tegen in oude geschriften zoals de Ilias, de Bijbel en klassieke boeken zoals Dik Trom. De alwetende verteller staat boven de personages in het verhaal, spreekt over hen als 'hij' en 'zij', maar is zelf (vaak onopvallend) in het verhaal ook aanwezig, omdat hij zijn mening geeft over de gebeurtenissen in het verhaal.

Slide 8 - Tekstslide

Vertelperspectief –  derde persoon
variant 2: de personale verteller

Bij een personaal vertelperspectief is de verteller geen personage in het verhaal. Je hebt als lezer het idee dat het verhaal zichzelf vertelt, omdat het is geschreven in de derde persoon, dus vanuit 'hij' of 'zij'. Lezers komen alleen te weten wat de hoofdpersoon ziet, hoort en denkt. Ze kunnen niet in de hoofden van andere personages kijken en krijgen geen extra informatie.

Slide 9 - Tekstslide

Bij deze vertelvorm vertelt de ik-persoon zijn verhaal. Dit vertelperspectief komt voor in autobiografieën, maar ook in romans waarin de hoofdpersoon of verteller aan het woord is en als 'ik' vertelt.
Er zijn twee verschillen vormen van ik-vertellingen. De ‘ik’ kan in de verleden tijd praten, over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. Die stijl wordt ook wel ‘de vertellende ik’ genoemd. Maar een ik-persoon kan ook verslag doen van gebeurtenissen terwijl hij/zij ze ervaart. Die vorm wordt ook wel ‘de belevende ik’ genoemd.
Vertelperspectief - eerste persoon
variant 3: de ik-verteller

Slide 10 - Tekstslide

Vertelperspectief  – 
variant 4: wisselend perspectief
Je kunt het vertelperspectief ook steeds laten wisselen tussen verschillende personages. Lezers volgen dan meerdere hoofdpersonen. Ze lezen het verhaal dan door de ogen van deze mensen, zodat het verhaal van verschillende kanten wordt belicht en door meerdere personen wordt verteld.

Slide 11 - Tekstslide

Welk perspectief is dit?
"Mijn familie en ik woonden in een boerenhuis aan de rand van Serov. Het stond boven op een heuvel. Een massief houten blokhut was, een traditionele izba; warm in de winter, koel in de zomer."
Het begin van Roza van Olivier Willemsen

Slide 12 - Tekstslide