H5 Voorkennis Groeifactor

Hoofdstuk 5 Exponentiële functies
Woensdag 6 januari
Voorkennis: Groeifactor berekenen/ exponentiële formule maken/ tijdseenheid veranderen groeifactor
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Exponentiële functies
Woensdag 6 januari
Voorkennis: Groeifactor berekenen/ exponentiële formule maken/ tijdseenheid veranderen groeifactor

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3 komt ook al in de voorkennis voor bij opgave V6, vandaar de keuze van deze paragrafen. 
Een hoeveelheid neemt per uur met 5% toe, wat is de groeifactor per uur?
A
1,05
B
0,95
C
Niet exponentieel, geen groeifactor
D
1,012

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoeveelheid neemt per uur met 5% af, wat is de groeifactor per uur?
A
1,05
B
0,95
C
Niet exponentieel, geen groeifactor
D
1,012

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoeveelheid neemt per uur met 5 toe, wat is de groeifactor per uur?
A
1,05
B
0,95
C
Niet exponentieel, geen groeifactor
D
1,012

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoeveelheid neemt per uur met 5% toe, wat is de groeifactor per kwartier?
A
1,05
B
0,95
C
Niet exponentieel, geen groeifactor
D
1,012

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groeifactor bepalen
Spaarrekening met 2% rente.
Er wordt €250,- opgezet (en niet aangevuld, alleen rente)



Waarmee vermenigvuldig je?
tijd
0
1
2
250
255
260,10

Slide 6 - Tekstslide

Iedere stap wordt er vermenigvuldigd met 1,02.
Dit is dan ook de groeifactor per jaar.
Groeifactor bepalen
Spaarrekening met 2% rente.
Er wordt €250,- opgezet (en niet aangevuld, alleen rente)



Ieder jaar wordt er vermenigvuldigd met 1,02.
De groeifactor per jaar is dus 1,02.
tijd
0
1
2
250
255
260,10

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeifactor bepalen - notatie
Spaarrekening met 2% rente.
Er wordt €250,- opgezet (en niet aangevuld, alleen rente)




tijd
0
1
2
250
255
260,10
gjaar=250255=1,02

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeifactor bepalen - zonder tabel
Spaarrekening met 2% rente.
Er wordt €250,- opgezet (en niet aangevuld, alleen rente)

Ieder jaar komt er 2% bij, dus na een jaar staat er 102% op de spaarrekening.

Van 100% --> 102% vermenigvuldig je met 1,02

Slide 9 - Tekstslide

Je kan dus eigenlijk zeggen dat je de toename van 2% bij 100% optelt, dat wordt 102%.
Vervolgens deel je door 100 om de groeifactor te bepalen.

% -> groeifactor : delen door 100
groeifactor -> % : vermenigvuldigen met 100
Let op! Dit is dus wel het percentage wat ten opzichte van 100% aanwezig is na een tijdseenheid.
Exponentiële formule opstellen
Algemene formule: 
N: Hoeveelheid
b: begingetal (snijpunt y-as, t = 0)
g: groeifactor
t: tijdseenheid
N=bgt

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeifactor bepalen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exponentiële formule opstellen
Algemene formule: 
N: Hoeveelheid
b: begingetal (snijpunt y-as, t = 0)
g: groeifactor
t: tijdseenheid

Probeer eens! 
N=bgt
t  (jaar)
0
1
2
N
340
312,8
287,8

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exponentiële formule opstellen
Algemene formule: 



                      want dit is de hoeveelheid bij t = 0
                                                  dus: 

N=bgt
t (jaar)
0
1
2
N
340
312,8
287,8
b=340
g=312,8314=0,92
N=3400,92t

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Huiswerk bij les 1: Voorkennis helemaal, V1 t/m V7
Hoofdstuk 5

Wil je nog een stukje uitleg bekijken? WiskundeAcademie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de factor?
1. bij een toename van 0,3%
2. bij een afname van 0,3%

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
Een hoeveelheid neemt exponentieel toe met 1,5% per uur.
Hoeveel neemt deze hoeveelheid toe per 5 uur?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
Een hoeveelheid neemt exponentieel toe met 1,5% per uur.
Hoeveel neemt deze hoeveelheid toe per 5 uur?

beginhoeveelheid 
1,0151,0151,0151,0151,015

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
Een hoeveelheid neemt exponentieel toe met 1,5% per uur.
Hoeveel neemt deze hoeveelheid toe per 5 uur?

beginhoeveelheid

beginhoeveelheid  
1,0151,0151,0151,0151,015
1,0155=1,077

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
Een hoeveelheid neemt exponentieel toe met 1,5% per uur.
Hoeveel neemt deze hoeveelheid toe per 5 uur?

beginhoeveelheid
beginhoeveelheid

groeifactor per 5 uur is 1,077 dus met 7,7% toegenomen  
1,0151,0151,0151,0151,015
1,0155=1,077

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
De groeifactor per dag is 0,94.
Wat is de groeifactor per week? Rond af op 3 decimalen.
En wat is de groeifactor per uur? Rond af op 3 decimalen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere tijdseenheden
De groeifactor per dag is 0,94.
Wat is de groeifactor per week? Rond af op 3 decimalen.
En wat is de groeifactor per uur? Rond af op 3 decimalen.

gweek=0,947=0,648

Slide 21 - Tekstslide

Er zitten 7 dagen in een week, dus tot de macht 7.

Er zitten 24 uur in een dag, je wilt dus 1/24 deel weten, dus tot de macht 1/24.
Andere tijdseenheden
De groeifactor per dag is 0,94.
Wat is de groeifactor per week? Rond af op 3 decimalen.
En wat is de groeifactor per uur? Rond af op 3 decimalen.

gweek=0,947=0,648
guur=0,94241=0,997

Slide 22 - Tekstslide

Er zitten 7 dagen in een week, dus tot de macht 7.

Er zitten 24 uur in een dag, je wilt dus 1/24 deel weten, dus tot de macht 1/24.
Aan het werk
Huiswerk bij les 2: 15 t/m 20

Wil je nog een stukje uitleg bekijken? WiskundeAcademie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bacteriekolonie bestaat op t=0 uit 50 bacteriën en verdubbelt per 2 uur.
Stel de formule op met t in uren.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord vraag
g2uur=2
guur=221=1,414
b=50
N=501,414t

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies