hoofd en bijzinnen

nevenschikkende en onderschikkende zinnen
wat weten we al?
We weten wat een zin is.
We weten wat een voegwoord is.
We weten hoe we een hoofdzin van een bijzin kunnen onderscheiden.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

nevenschikkende en onderschikkende zinnen
wat weten we al?
We weten wat een zin is.
We weten wat een voegwoord is.
We weten hoe we een hoofdzin van een bijzin kunnen onderscheiden.

Slide 1 - Tekstslide

weet je nog?
nevenschikkend en onderschikkend
voegwoorden
en, maar, want, of(doch)
Bij de hoofdzin staan de pv en ond naast elkaar.

Slide 2 - Tekstslide

schrijf de zin op 
Is dit een enkelvoudige of een samengestelde zin?
De trein liep vertraging op, omdat er een koe op de rails stond.

Is de zin neven- of onderschikkend?
Hoe zie je dat?

Slide 3 - Tekstslide

De trein liep vertraging op= hoofdz
ond         pv                                      
omdat er een koe op de rails stond.
                    ond                                 pv
omdat is een onderschikkend voegwoord

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

verlengde instructie
Als je een hap van je ijsje neemt, proef je de smaak met je tong.
Michael, Julia, Jurjen, Finn, Jasper
De rest: grammatica; blok 5; opdracht 1,,3,5,6
of digitaal 5.3-5.4-5.5
Klaar? oefenen zie studiewijzer.

Slide 6 - Tekstslide

pv en ond
Als je een hap van je ijsje neemt, proef je de smaak met je tong.

voegwoord =
neven of onderschikkend?
Hoofd- en bijzin?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

zelfstandig werken
 grammatica; blok 5; opdracht 1,,3,5,6
of digitaal 5.3-5.4-5.5
leren onderdeel lezen blok 5 en 6
digitaal: blok 5; zelftoets; lezen
oefenen grammatica; zie studiewijzer


Klaar? oefenen zie studiewijzer.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video