Lezen H3 inleiding, middenstuk en slot

Het programma
proefwerk opgeven
Lezen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het programma
proefwerk opgeven
Lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerk 11 oktober
SE 1: Proefwerk H 1 en 2 ; de paragrafen Lezen, Woordenschat, Formuleren en Spelling

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
leerdoel: Ik weet dat een tekst bestaat uit
                 Inleiding, middenstuk en slot.

                Ik weet wat de hoofdgedachte van een tekst is
                en ik kan hem op de juiste manier opschrijven.
       
                Ik weet het verschil tussen hoofdgedachte en
                onderwerp van een tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je over het
onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Woordweb

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over.
  • Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  • Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op. 
  • Je antwoord bestaat uit één of enkele woorden (geen hele zin met werkwoorden)

Slide 5 - Tekstslide

Een tekst kan je verdelen in: - Inleiding
                                                      - Middenstuk
                                                      - Slot

In het middenstuk worden aspecten (delen, kanten) van het onderwerp besproken. Dit noemen we deelonderwerpen.
Deelonderwerp bestaat soms uit één, soms uit meerdere alinea's.  Bij meerdere alinea's maken ze ook wel gebruik van tussenkopjes.

Slide 6 - Tekstslide

Wat weet jij over de inleiding
van een tekst?

Slide 7 - Woordweb

Wat lees je in de
slotalinea van een tekst?

Slide 8 - Woordweb

Hoe is een goede tekst ingedeeld?
1.


2.


3.
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 9 - Sleepvraag

Inleiding
Middenstuk
Slot
Je maakt kennis met het onderwerp
Hier krijg je de meeste informatie
Hier wordt alles nog eens samengevat

Slide 10 - Sleepvraag

Inleiding
Middenstuk
Slot
Anekdote
Aanleiding van schrijven
Introductie onderwerp
Deelonderwerpen
Onderwerp uitgewerkt
Samenvatting
Conclusie
Advies

Slide 11 - Sleepvraag

Hoofdgedachte van een tekst vinden we altijd moeilijk te benoemen.

1. Zoek altijd eerst naar het onderwerp van de tekst.
2. Benoem in 1 zin wat in de tekst gezegd wordt over
    het onderwerp.
3. Hoofdgedachte vind je meestal in de inleiding of in het slot.
4. Soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren.
De zin geeft antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het ow wordt gezegd?

Slide 12 - Tekstslide

Een tekst heeft...
A
altijd een hoofdgedachte
B
niet altijd een hoofdgedachte
C
nooit een hoofdgedachte

Slide 13 - Quizvraag

Welke bewering over de hoofdgedachte is juist?

A
De hoofdgedachte staat altijd in de inleiding.
B
De hoofdgedachte is meestal een vraag.
C
De hoofdgedachte vertelt in één zin het belangrijkste over het onderwerp.
D
De hoofdgedachte staat altijd letterlijk in de tekst.

Slide 14 - Quizvraag

Uit welke drie onderdelen bestaat een tekst?
A
Inleiding, onderwerp en hoofdgedachte
B
Inleiding, slot en hoofdgedachte
C
Inleiding, kern en slot
D
Middenstuk, slot en hoofdgedachte

Slide 15 - Quizvraag

Een ... noteer je in een zin.
A
Hoofdgedachte
B
Onderwerp

Slide 16 - Quizvraag

Inleiding of slot?

Een conclusie trekken
A
Inleiding
B
Slot

Slide 17 - Quizvraag

Anekdote
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 18 - Quizvraag

Inleiding of slot?

Een korte samenvatting geven.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 19 - Quizvraag

Deelonderwerpen
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 20 - Quizvraag

conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 21 - Quizvraag


Aan het werk!
            Maak oefening 1 en 2 vanaf blz. 13

Slide 22 - Tekstslide