Hoofdstuk 12

Bespreken 
opdracht 11
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bespreken 
opdracht 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het ideaal van vaderschap tot 1970
Opvoedingsvoorlichters propageerde een duidelijk ideaal van vaderschap. Voor het gezin als geheel was de vader bepalend. Ook was hij belangrijk in de ondersteuning van de moeder. Maar voorlichters gingen in adviesboeken later steeds meer inzien dat er ook concrete taken waren die vaders binnen de opvoeding op zich konden nemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welk type gezin gaat het in de eerste alinea. Licht je antwoord toe

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de redenen daarvoor?
De verlichting van de taak van de moeder en de verrijking van het eigen leven. Opvallend hierin was dat vaders, in de voorlichting over opvoeding, als het ware werden overgehaald om actief te participeren in het vaderschap. Bij moeders was dit niet nodig: voor hen is het opvoeden en verzorgen van hun kinderen vanzelfsprekend. Maar ook dat idee is veranderd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie van socialisatie herken je in de tweede alinea?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is dat veranderd?
Het idee van Nederlandse moeders dat in de damesbladen gepresenteerd werd, is in die periode veranderd. Het verschoof van een vanzelfsprekend en eenduidig moederschap, naar een moederschap dat motivatie vergt en inhoudelijk kan worden voorgegeven. Ook is opvallend dat vaders in die tijd geen traditionele gezagsvaders willen zijn. Ze prefereren een stijl die de traditionele rol met ondersteuning en betrokkenheid combineert. Onderzoekers zien dus dat idealen en verwachtingspatronen over ouderschap sterk veranderen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kernconcept van "verandering" is te herkennen in alinea 3? Licht je antwoord toe

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hebben die veranderingen ook effect gehad op opvoedingsboeken?
Dat kan je wel zeggen. In de 70'er jaren verandert het schrijven over moeders en vaders. Auteurs waren positief over de mogelijkheden van ouders om problemen met kinderen op te lossen. Hierbij was de persoon van de opvoeder irrelevant: 'Iedereen kan opvoeden', was de boodschap. Maar uit veel voorbeelden komt nog steeds het vertrouwde beeld naar voren: vader is afwezig, moeder moet het oplossen. Af en toe wordt de moeder aangeraden haar opvoedingsstrategie met de vader te bespreken, zodat zij één front vormen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van het moderne gezin is te herkennen in de vierde alinea. Welk type modern gezin is dat?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En hoe is het daarna verder ontwikkeld?
Tussen 1980 en 1995 richtten voorlichters zich in meerderheid tot moeders. De boodschap die schrijvers doorgaven, was dat moeders een vrijheid hebben die begrensd wordt door hun persoonlijke verantwoordelijkheden in het huishouden. De norm bleef zo onveranderd: moeder zorgt voor het gezin, en vader kan daar, in dien hij het wil, van grote betekenis zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Komt de vijfde alinea overeen met de theorie uit het boek? Licht je antwoord toe

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft het advies van opvoedkundigen daarin een rol gespeeld?
Vermoedelijk niet. Na onderzoek van deze adviesboeken lijkt het omgekeerde logischer: de adviezen van deskundigen sloten aan bij de veranderende richting in de praktijk van de gezinsopvoeding. Doordat deze opvoeding veranderde, veranderde het advies mee

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothese: opvoedingsdeskundige beïnvloeden veranderingen in opvoeding en samenlevingsvormen. Wordt de hypothese bevestigd of verworpen door de laatste alinea? Licht je antwoord toe

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Institutionalisering (1920-1960)
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzuiling
De samenleving was opgedeeld in drie (of vier) levensbeschouwelijke en sociaaleconomische groepen: 
Katholiek
Protestants
Socialistisch
(Liberaal)
Mensen bleven voornamelijk binnen ‘de eigen zuil’ en de cultuur was sterk collectivistisch.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezinsleven ('20-'60)
Het gezin kun je zien als een sociale institutie, omdat er regels zijn waardoor iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt.
Kostwinnersgezin en bevelshuishouding: er was sprake van een duidelijke rolverdeling tussen man en vrouw en een grote machtsafstand. 
Dit was was ook (deels) wettelijk vastgelegd. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in instituties (Na WOII)
Maatschappelijke veranderingen: baby-boom, economische vooruitgang en eigen woning bezit
In de wet veranderde onder andere het volgende:
1. De opbouw en de uitbreiding van de verzorgingsstaat
2. Wetswijziging in 1957: vrouwen werden niet langer als handelingsonbekwaam gezien.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen
Gedrag wordt gereguleerd
Er wordt steeds meer geredeneerd vanuit regels en procedures
Leidt tot zingeving (bijvoorbeeld statieflessen)
Nadelen
Gedrag wordt voorspelbaar, wat leidt tot meer vrijheid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering (1960-1980)
Het proces van de verandering van de machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degenen met minder macht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering in de politiek
Een voorbeeld van democratisering is de verlaging van stemgerechtigde leeftijd in 1965 en 1972. 
Streven naar een politiek systeem waarin burgers participeren in de besluitvorming, door actief- en passief kiesrecht.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere voorbeelden van democratisering in de politiek:
2. Politieke grondrechten, zoals kiesrecht en het recht om een politieke partij op te richten
1. Klassieke vrijheidsrechten,   zoals de vrijheid van  meningsuiting


Democratisering in de politiek
3. Sociale grondrechten, zoals de zorg voor woning, werk, zorg en onderwijs voor iedereen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderhandelingshuishouding
Verandering van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding: 
  • Kleinere machtsafstand tussen ouders en kinderen
  • Over het gedrag, taken en rollen werd steeds meer overlegd
  • Kinderen kregen steeds meer zeggenschap
  • Stimulatie van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering rol socialisatoren
Peergroup
Media 
Jongeren hadden meer geld en tijd en de mogelijkheid om te studeren
De media ging een grotere rol spelen, wat leidde tot de ontzuiling
Kinderen brachten steeds meer tijd door op school. Ook in het onderwijs was er sprake van democratisering
Onderwijs

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Wat heeft deze afbeelding met individualisering te maken?
Wat heeft deze afbeelding met 
individualisering te maken?

Slide 28 - Open vraag

Antwoord: Vroeger werd er vaak met losse koffie een pot koffie gezet, voor meerdere mensen. Op de afbeelding zie je cupjes waarmee een kopje koffie tegelijk kan worden gezet. Daarin zie je de nadruk op het individu in plaats van op het collectief.


Individualisering
Het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten

Slide 29 - Tekstslide

Hierna zou je als docent uit kunnen leggen wat de relatie met secularisering en ontzuiling is. 
Verklaringen
Verklaringen voor individualisering vanaf 1960:
  • Toename van de welvaart, waardoor mensen   zelfstandiger werden.
  • Stijging van het opleidingsniveau van   arbeidskrachten, waardoor partners minder   afhankelijk van elkaar werden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualisering '80-'00
Zelfstandigheid om eigen keuzes te maken is vergroot, sprake van een meerkeuzemaatschappij.
Mensen met minder macht kregen grote inspraak en medezeggenschap en werden dus zelfstandiger
Groei van het aantal eenpersoonshuishoudens

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualisering in het gezin '80-'00
Vrouwenemancipatie leidde tot meer gelijkheid
 

Man en vrouw gingen steeds meer allebei werken huishouden werd soms uitbesteed
Onafhankelijkheid, zelfontplooiing, ontwikkeling en eigen keuzes maken
Gevolg: steeds meer co-ouderschappen en samengestelde gezinnen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualisering (heden)
  • Moderne media stimuleren de eigen keuzes in bindingen
  • Verschuiving van toebedeelde relaties (familie, kerkgenoten) naar verworven relaties (bindingen op basis van interesses of overtuigingen). 



  • Socialisatie vindt steeds meer plaats op school en minder in het gezin. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen
Meer vrijheid en zelfstandigheid
Bedreiging voor solidariteit en de verzorgingsstaat
De nadruk ligt op eigen verantwoordelijkheid en jezelf helpen bij moeilijkheden
Nadelen
Meer tot recht komen als individu

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisering
het proces van het ordenen en systemeren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar te maken en het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken. 




Slide 35 - Tekstslide

Een voorbeeld van rationalisering zijn datingapps, zoals Bumble en Tinder. 
Rationalisering en gezinnen
De samenleving wordt steeds meer als maakbaar gezien, bijvoorbeeld: bestrijding criminaliteit.
Gezinsleven en gezondheid werd steeds beheersbaarder door bijvoorbeeld de pil en vaccinaties
Economische rationalisering zorgde voor toename van vrije tijd

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisering in overheidsbeleid (nu)
Rationalisering is soms duidelijk zichtbaar in het beleid. De overheid laat vaak wetenschappelijk onderzoeken hoe het beleid de gebeurtenissen zo efficiënt en effectief mogelijk kan beïnvloeden.

Ideologieën hebben verschillende opvattingen over maakbaarheid. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de ideologie naar de juiste opvatting.
'Traditionele rolverdeling is belangrijk en daarom moet er belastingkorting zijn voor éénverdieners.'
'De vrijheid van het individu staat voorop. De overheid moet zich neutraal opstellen.'
'De overheid moet ingrijpen om de gelijkheid tussen man en vrouw en verschillende samenlevingsvormen te bevorderen.'
Confessio-
nalisme
Liberalisme
Socialisme en sociaaldemocratie

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies