carrousel 2023

Carrousel 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Carrousel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Doel
  • Tips
  • Tussen producent en consument
  • Product selecteren
  • Functie verpakken/ materialen/ voor en nadelen
  • Bewaarwijze/ bewaaradvies
  • Koel en gekoeld bewaren/ na opening bewaren
  • Rekensom
  • Praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Je weet schakels te benoemen tussen producent en consument
Je weet wat een ingang controle is
Je weet wat de verschillende functies van verpakken en je kunt de voor en nadelen benoemen
Je weet het verschil tussen koel en gekoeld bewaren
Je weet hoe je producten moet bewaren (ongeopend en geopend)
Je weet hoe je eten moet keuren aan de hand van een organoleptische keuring

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIPS
  • Afwegen - grammen weegschaal - gewone weegschaal
  • Recept afstrepen
  • Grondstof, halffabricaat, eindproduct
  • Afwassen/ afdrogen
  • Duurzaam
  • Hygiëne
  • Reinigen en desinfecteren
  • Vragen stellen
  • Wat een ander doet hoeft niet goed te zijn

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tussen producent en consument
De weg die producten afleggen van producent tot consument noem je de productieketen.

Elk schakel is een bedrijf dat koopt van de vorige schakel, dat noem je een afnemer.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eisen die afnemers hebben noem je kwaliteitsvoorschriften 
De vijf kenmerken zijn: -ontwikkelingsfase - uiterlijk - grootte - gewicht - afwijkingen

Elke afnemer controleert of de geleverde product  voldoen aan de eisen. Daarvoor neemt hij een monster. Dit noem je een ingang controle



Product selecteren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpakkingen hebben verschillende functies:


  • Bescherming van producten tegen bijvoorbeeld stof, vocht en bacteriën
  • Verpakking zorgt ervoor dat het niet kapot gaat tijdens transport
  • Dat het product niet bederft
  • Dat het product  de aandacht trekt
  • De verpakking geeft informatie

Functie van verpakken

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materialen
blik
plastic
glas
lamineren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor- en nadelen
Blik: luchtdicht - licht | kan deuken -metalen kunnen in het product terecht komen 

plastic: licht - goedkoop - onbreekbaar |slecht voor het milieu 

glas: recyclebaar | zwaar

karton/ papier: recyclebaar | als het nat wordt verliest het zijn sterkte en dringen en m.o. door het papier

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaarwijze
Om bacteriën weinig kans te geven, is het belangrijk om eten en drinken goed te bewaren.




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 mogelijkheden om te bewaren
  1. Buiten de koelkast (koel of onderkoeld),  geconserveerd (PH, ingeblikt, gedroogd enz.- groente - fruit
  2. in de koelkast (gekoeld 4 °C) , melk, groente, vlees, fruit, geopende producten zoals jam
  3. In de vriezer (diepgevroren -18 ), groente, fruit, vlees

Als producten geopend zijn, hangt het van het product af of ze in de koelkast bewaard moeten worden of niet.

Zorg dat producten goed verpakt zijn om kruisbesmetting te voorkomen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaaradvies

Slide 14 - Tekstslide


Aardappelen
In de koelkast worden aardappelen zoet en drogen ze uit. Bewaar aardappelen daarom op een koele en donkere plek, zoals een kelder, garage of schuur.

Eieren
Bewaar eieren in de koelkast om de groei van bacteriën te voorkomen. 

Fruit
Veel fruit kun je goed in de koelkast bewaren, zoals appels, druiven en frambozen. Alleen tropische vruchten zoals mango, ananas, kiwi en banaan kunnen niet goed tegen kou.

Groente
Verse groente is over het algemeen een aantal dagen houdbaar. Vruchtgroenten kun je beter buiten de koelkast bewaren, omdat ze in de koelkast juist eerder bederven. Denk aan courgettes, aubergine, tomaat, paprika, avocado en komkommer. 

Salades
Salades, zoals kipkerrie-, huzaren- of tonijnsalade, zijn vaak lang houdbaar in de koelkast. 

Vis
Eet verse vis die niet is voorverpakt bij voorkeur op de dag van aankoop. 

Vlees
Sommige voorverpakte vleeswaren zijn lang houdbaar. Bewaar vleeswaren niet tot na de THT-datum. 

Zuivel
Melk bederft snel. Zet een pak melk daarom na gebruik terug in de koelkast. Buiten de koelkast warmt een product snel op. 


Koel en gekoeld bewaren
Koel bewaren
Product het beste koel, donker en droog bewaren. Bijvoorbeeld in de kelder of een koele voorraadkast. De temperatuur moet dan liggen tussen de 15 en 20 °C. Het hoeft dus niet in de koelkast. Veel ongeopende producten waarop een THT-datum (‘ten minste houdbaar tot’) staat zijn buiten de koelkast te bewaren.
Gekoeld bewaren
Gekoeld bewaren producten moeten altijd in de koelkast. In de koelkast groeien micro-organismen zoals bacteriën en schimmels niet zo snel. Bederfelijke producten, zoals rauw vlees, rauwe vis, vleeswaren, slagroomgebak, zachte kaas en gesneden groente moeten altijd gekoeld worden bewaard. Ook eieren horen in de koelkast.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na openen bewaren
Na openen gekoeld bewaren
Dit geldt voor natte producten zoals augurken, jam en sandwichspread enz.

Na openen koel bewaren
Deze producten moet in de  kelder of voorraadkast bewaard worden. Vaak zijn het producten zoals meel, pasta en rijst deze kunnen na openen het beste afgesloten bewaard worden in de voorraadkast.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaren na bereiding
Bewaar bereide gerechten altijd goed afgedekt en goed gescheiden van rauwe producten.

Zet geen warme producten in de koelkast, anders wordt de temperatuur in de koelkast te hoog. Sluit om dezelfde reden de koelkast meteen nadat er wat uitgehaald is. 

Coderen
  1. Naam van product
  2. Datum
  3. Je eigen naam

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies