JvO3 2022- driedelige samenstellingen

Tweeledige samenstelling
Boek + kast = ?
geboorte + stad = ? 
reus + leuk = ?
spin + wiel = ?
mini + jurk =? 

Welke regels gelden bij jouw antwoorden?

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tweeledige samenstelling
Boek + kast = ?
geboorte + stad = ? 
reus + leuk = ?
spin + wiel = ?
mini + jurk =? 

Welke regels gelden bij jouw antwoorden?

Slide 1 - Tekstslide

Driedelige samenstellingen

Slide 2 - Tekstslide

Drieledige samenstelling
Samengesteld woord waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) en zelfstandig naamwoord. Basisregel: aaneenschrijven!
[sociale + media] + strategie = socialemediastrategie
[gelijke + kansen] + beleid = gelijkekansenbeleid
[vijftig + euro] + biljet = vijftigeurobiljet


Slide 3 - Tekstslide

Wanneer los?
Als het bijvoeglijk naamwoord iets zegt over allebei 
de zelfstandig naamwoorden
Bijvoorbeeld:
  • zachte knuffelbeer > de knuffelbeer is zacht
  • mooie paardenstal > de paardenstal is mooi
En niet: de afstandsloper is lang, maar de loper legt een lange afstand af. 

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
De betekenis van het woord kan veranderen.
Bijvoorbeeld:
  • oude kaaskroket --> de kaaskroket is oud
  • oudekaaskroket   --> er zit oude kaas in de kroket
  • droge hoestsiroop --> de hoestsiroop is droog
  • drogehoestsiroop  --> de siroop is voor drogehoest


Slide 5 - Tekstslide

Let op!
  • Bij klinkerbotsing gebruik je een koppelteken.
Voorbeeld: lage-energiewoning, vrije-uitloopeieren, gala-avond, bureau-inhoud
  • Zonder klinkerbotsing schrijf je alles aan elkaar
Voorbeeld: koffieautomaat, cadeauabonnement, juryuitspraak
  • 'co' krijgt alleen een koppelteken bij klinkerbotsing
Voorbeeld: coauteur, co-ouderschap
Check de uitzonderingen van klinkerbotsing in je syllabus (2.2)!



Slide 6 - Tekstslide

Samenkoppeling
Als een vaste woordgroep één begrip vormt, geven we dat aan  door koppeltekens te plaatsen:
  • staakt-het-vuren
  • kant-en-klaar 
Samenstellingen met een samenkoppeling schrijven we zo:
  • een staakt-het-vurenbeleid
  • een kant-en-klaarmaaltijd

Slide 7 - Tekstslide

Let op:
  • Woorden die eindigen op een letter of cijfer
vitamine B12-kuur, jaren 80-muziek
  • Een eigennaam met meerdere hoofletters:
Anne Frankhuis, Tweede Kamerleden, Middellandse Zeegebied
  • Voorzetsels
daarboven, daarbovenop, ze zit achterop, ze zit achter op de fiets

Slide 8 - Tekstslide

hoog + risico + zwangerschap
A
hoogrisico zwangerschap
B
hoogrisicozwangerschap
C
hoogrisico-zwangerschap

Slide 9 - Quizvraag

vijf + dollar + biljet
A
vijf dollarbiljet
B
vijfdollarbiljet
C
vijf-dollarbiljet

Slide 10 - Quizvraag

schone + energie + gebouw
A
schone energiebouw
B
schoneenergiebouw
C
schone-energiebouw

Slide 11 - Quizvraag

open + lucht + zwembad
A
openlucht zwembad
B
openluchtzwembad
C
openlucht-zwembad
D
open luchtzwembad

Slide 12 - Quizvraag

eerste + elftal + speler
A
eerste elftalspeler
B
eersteelftalspeler
C
eerste-elftalspeler

Slide 13 - Quizvraag

bronzen + medaille + winnaar
A
bronzen medaillewinnaar
B
bronzenmedaillewinnaar
C
bronzen-medaillewinnaar

Slide 14 - Quizvraag

dunne + darm + ontsteking
A
dunnedarm ontsteking
B
dunnedarmontsteking
C
dunnedarm-ontsteking
D
dunne darmontsteking

Slide 15 - Quizvraag

hoge + druk + reiniger
A
hoge drukreiniger
B
hogedrukreiniger
C
hoge-drukreiniger

Slide 16 - Quizvraag

grote + steden + beleid
A
grote stedenbeleid
B
grotestedenbeleid
C
grote-stedenbeleid

Slide 17 - Quizvraag

rode + wijn + glazen
A
rode wijnglazen
B
rodewijnglazen
C
rode-wijnglazen

Slide 18 - Quizvraag

Hoe schrijf je: groene thee extract?

Slide 19 - Open vraag

hoe schrijf je: 60 jarige man?

Slide 20 - Open vraag

Hoe schrijf je: verse munt thee?

Slide 21 - Open vraag

Hoe schrijf je: Tweede Kamer lid

Slide 22 - Open vraag

Aan de slag
Maak vandaag oefening 1 en 2
Deze week: oefening 1 t/m 5 af en nakijken.
Zoek de theorie op als je iets niet weet.

Volgende week woensdag: online test

Slide 23 - Tekstslide