KT1 Module 4 Les 3 Hormonen

Hormonen
Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 2
Periode 4
BBL
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hormonen
Anatomie, Fysiologie en Pathologie


Les 2
Periode 4
BBL

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de les
- ken je de belangrijkste hormoonklieren, hormonen en functie in het lichaam
- weet je wat veel voorkomende ziekten zijn aan het hormoonsysteem en stofwisseling
- ken je de bijbehorende geneesmiddelen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. Vorige les 
  3. Lesindeling en Lesdoelen 
  4. Theorie Hormoonstelsel 
  5. Zelf aan de slag 
  6. Nabespreken 
  7. Afsluiting + huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
-Speciale stoffen, signaal stoffen, die in kleine hoeveelheden in het bloed zitten.
-Het zijn chemische boodschappen die er wat langer over doen om op de plaats van bestemming te komen dan de elektrische stroompjes die via zenuwbanen worden gestuurd.
 -Ze beïnvloeden de stofwisseling en functies van organen. Eigenlijk het ‘bewakingssysteem’ van ons lichaam


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werking in het kort

Slide 5 - Tekstslide

Endocrien of Exocrien.

Hormonen zijn stoffen die het lichaam zelf maakt. De meeste hormonen zijn eiwitten. Een bepaald hormoon heeft specifieke invloed op lichaamscellen. Hormonen worden geproduceerd vanuit klieren met interne secretie. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transport en werking hormonen
Via transporteiwitten (steroïdhormonen) of vrij stromend (eiwithormonen) in het plasma


Of een cel reageert op hormoon hangt af van:
aanwezigheid van voldoende receptoren in celmembraan;
de gevoeligheid van de cel voor de signalen die het hormoon veroorzaakt in het celmembraan;


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren 
Endocriene klier: afgifte aan het bloed. 
Een klier die zowel endocrien als exocrien is, is de alvleesklier; het endocriene gedeelte maakt het hormoon insuline, dat aan het bloed wordt afgegeven, het exocriene gedeelte maakt darmsap.
Exocriene klier: afgifte via afvoergang (bijv. zweetklier en traanklier)

Slide 8 - Tekstslide

Exocriene klier: afgifte via afvoergang waardoor hun producten naar de bestemde plaats worden geleid. Bijv. traanklier, zweetklier.
Eierstok
Testikel
Pijnappelklier (hersenen)
Bijnieren
Hypofyse
Schildklier
Zwezerik

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothalamus en Hypofyse
Hypothalamus: De 'baas'
  • Regelt het autonome zenuwstelsel (onbewuste processen)
  • Bijvoorbeeld temperatuur, honger- en dorstgevoel, dag- en nachtritme (de biologische klok), de emoties en het geheugen. 
  • Zet als het ware de Hypofyse aan het werk.
Hypofyse: De 'onderbaas'
  • Regelt lichaamsfuncties door afscheiden van hormonen
  • Verbonden via hypofysesteel aan de hypothalamus


Slide 11 - Tekstslide

De hypothalamus en de hypofyse zijn met de hypofysesteel met elkaar verbonden. De hypothalamus 'meet' of er voldoende van een bepaald hormoon in het bloed aanwezig is. Wanneer het lichaam meer of minder van een bepaald hormoon nodig heeft, geeft de hypothalamus de hypofyse een seintje. Dat gaat met behulp van hormonen.
Hypofyse
Hypofyse: 
  • Produceert 8 verschillende hormonen
  • Bestaat uit een voorkwab en een achterkwab

Voorkwab: Endocrien weefsel (gespecialiseerd in één/meer hormonen)
  • 7 verschillende hormonen (TSH, ACTH, LH, FSH, GH, PRL)
Achterkwab: Neurosecretoire cellen (gespecialiseerde zenuwcellen)
  • 2 hormonen (Oxytocine en ADH/vasopressine)

Slide 12 - Tekstslide

Op de volgende dia's meer uitleg
De schildklier = 'glandula thyroidea'

D.m.v. hormonen regelt de schilklier de stofwisseling. Zij kan deze vertragen of versnellen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Schildklier is vlindervormig, ongeveer 5 cm groot en ligt om de luchtpijp heen gevouwen

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schildklier
Schildklier: Thyroïd
  • Belangrijk voor energiebalans in lichaam
  • Reguleert hartslag
  • Zorgt voor balans in bloeddruk
  • Zorgt voor goede spijsvertering
  • Regelt lichaamstemperatuur

Schildklier produceert zelf: T3, T4 en calcitonine

Slide 16 - Tekstslide

Schildklier is vlindervormig, ongeveer 5 cm groot en ligt om de luchtpijp heen gevouwen

 T3 (tri-joodthyronine) en T4 (tetra-joodthyronine,

Slide 17 - Tekstslide

Tekening op bord
Hypofyse-TSH-Schildklier-Thyroxine (FT4 in het bloed) 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Schildklierhormonen
T3 en T4: 3 of 4 jodiumdeeltjes 
T4: inactief > Omzetting naar T3: actief
  • Verhogen de snelheid van de stofwisseling
      Bijvoorbeeld: Hartslag, temperatuur, spijsvertering
  • Stimuleren de celgroei door aanmaak van eiwitten
  • Ontwikkeling van zenuwstelsel (hersenen)
De productie hiervan hangt af van de concentratie TSH en jodium in het bloed (daarom zit er in brood bijna altijd jodiumzout...).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildklierhormonen (2)
Calcitonine (en Parathyroïdhormoon PTH): Regelen de calciumbalans 

Calcitonine: bij teveel calcium
  • Remt botafbrekende cellen: minder calcium in bloed
  • Stimuleert nieren tot uitscheiden van calcium: minder calcium in bloed
Parathyroïdhormoon (PTH door bijschildklier): bij te weinig calcium
  • Stimuleert aanmaak botafbrekende cellen: meer calcium in bloed
  • Stimuleert nieren tot heropname van calcium: meer calcium in bloed

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Vertraagde hartslag
Ongewenste gewichtstoename
Obstipatie

Of juist...

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

De ziekte van Graves is een auto-immuunziekte die ervoor zorgt dat de schildklier te hard werkt (een hyperthyreoïdie). Dit ziektebeeld komt vooral bij vrouwen voor. Antistoffen tegen de schildklier zorgen ervoor dat de schildklier harder gaat werken. Hierdoor stijgt het schildklierhormoon FT4 in het bloed. Als reactie hierop maakt de hypofyse minder TSH (thyroïdstimulerend hormoon). Als het FT4 te veel stijgt krijgt de patiënt klachten

Slide 26 - Tekstslide

Levothyroxine wordt voorgeschreven bij patiënten met een hypothyreoïdie. 
Het aanvullen van een lichaamseigen stof met behulp van medicijnen heet substitutietherapie. 

Thyroxine wordt door de schildklier gemaakt. 
Subklinische hypo-/hyperthyreoïdie


Subklinisch betekent eigenlijk > het speelt al wel maar er zijn nog geen klachten.

Hyperthyreoïdie: TSH verlaagd, FT4 normaal.
Hypothyroïdie: TSH verhoogd, FT4 normaal.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Hormonale substitutietherapie (HST) is een hormoonbehandeling. De therapie vervangt de hormonen die een vrouw voor de overgang in grotere hoeveelheden had

Hashimoto en Graves

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Hashimoto:
  • Te weinig schildklierhormoon (hypothyreoïdie), door tekort aan jodium of auto-immuunziekte

Symptomen :
  • Alles op een laag pitje (snel koud, moe, traag, gewichtstoename, droge huid, haarverlies), struma

Toedienen van levothyroxine
Ziekte van Graves:
  • Teveel schildklierhormoon (hyperthyreoïdie) door auto-immuunziekte> zetten schildklier aan tot hogere productie schildklierhormoon

Symptomen:
  • Alles op hoge vlam (snel warm, hoge bloeddruk, trillen, afvallen, diarree, zweten), uitpuilende ogen

Operatie aan schildklier

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

De schildklier zwelt op door poging meer schildklierhormoon te produceren. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Het menselijk lichaam slaat jodium op in de schildklier.
De schildklier regelt de stofwisseling in het lichaam.
Als radioactief jodium wordt opgeslagen in de schildklier,
kan het op termijn zorgen voor schade aan de schildklier.
Dat verhoogt de kans op schildklierkanker.
Het preventief slikken van jodiumtabletten zorgt ervoor dat
de schildklier verzadigd wordt met stabiel jodium. Hierdoor
wordt het radioactieve jodium dat mensen binnenkrijgen
niet opgeslagen in de schildklier, maar juist uitgescheiden.
De jodiumtabletten moeten alleen worden ingenomen op het
moment dat de overheid dit adviseert. Let op: zo’n advies kan
ook slechts voor een gedeelte van de doelgroep gelden.
Als de jodiumtabletten worden ingenomen voordat
blootstelling aan radioactief jodium plaatsvindt, wordt de
opname van radioactief jodium maximaal geblokkeerd.
De schildklier is dan beschermd.
Volgende les
het vervolg...

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijnieren: glandulae suprarenales
2 kleine organen boven op de nieren. 

Merg produceert adrenaline!
  • zorgt dat het lichaam klaar is voor vechten/vluchten

Schors produceert corticosteroïden 
Dit is een verzamelnaam voor verschillende hormonen
  • Aldosteron: Verhoogt bloeddruk via heropname van zout(mineraalhuishouding)
  • Cortisol: (stresshormoon) Verhoogt bloedsuikerspiegel en remt ontstekingsreacties
  • Geslachtshormonen: Androgenen (mannelijk) en oestrogenen

Slide 40 - Tekstslide

Een bijnier bestaat uit een binnenste gedeelte (merg) en een buitenste gedeelte (schors).
Wat zou er gebeuren als de bijnieren te hard werken?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Syndroom/ziekte van Cushing
Syndroom/ziekte van Cushing: Teveel Cortisol (stresshormoon) in het bloed
  • Door goedaardige tumor op hypofyse (ziekte)
  • Door (bijnier)tumoren, gebruik van corticosteroïden of stress (syndroom)

Symptomen:
  • Toename van vet in gezicht en romp
  • Rood en bol gezicht
  • Verhoogde bloedsuiker (hyperglycaemie)
  • Snel blauwe plekken en striae
  • Vermoeidheid en depressie
  • Botontkalking
  • Spier- en gewrichtsklachten
  • Dunne armen en benen
  • Hoge bloeddruk

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En dan?
Diagnostiek:
  • Urineonderzoek
  • Beeldvorming (MRI of CT)

Behandeling:
  • Operatie van hypofyse/bijnier
  • Bestraling
  • Minderen met medicatie

Slide 43 - Tekstslide

Adenomen zijn overmatige groei van normale epitheelcellen in endocriene klieren, organen of slijmvliezen. Ze kunnen hormonen afscheiden, symptomen veroorzaken en soms groeien of drukken op nabijgelegen weefsels.

Resectie: verwijderen van (gedeelte) 
En als ze niet hard genoeg werken?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Addison
Ziekte van Addison: Te weinig Cortisol in het bloed
  • Door onvoldoende werking van bijnierschors (auto-immuunziekte)
  • Door onvoldoende aansturing van hypothalamus/hypofyse

Symptomen: 
  • Lage bloeddruk, lage bloedsuiker
  • Bruine/witte verkleuring van de huid
  • Vermoeidheid, zwakte
  • Misselijkheid, braken, gewichtsverlies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Addison Crisis
Levensbedreigende situatie:
  • Plotselinge verergering van klachten door stress: cortisol daalt te snel...

Symptomen:
  • lage bloeddruk, snelle hartslag
  • snelle ademhaling, zweten
  • lage bloedsuikers
  • kans op een beroerte, hersenschade
  • kans op een hartaanval, orgaan falen en coma

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetstofwisseling

Cholesterol 
LDL
HDL
Triglyceriden

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde les
Maar denk aan....

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De keuze is reuze!

Verplicht:
Kies 5 uit de 9 e-Xpert modulen en maak deze. 

Lever de vijf certificaten in op Cumlaude vóór vrijdag 13 juni 2025 om deel te kunnen nemen aan de toets. 

Refluxziekten
Collitis Ulcerosa
Ziekte van Crohn
Ileus
Diverticullitis
Obstipatie en aambeien
Galstenen
Diabetes Mellitus
Schildklieraandoeningen


Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies