Bedrijvende en lijdende vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bedrijvende en lijdende vorm

Leerdoel

Na deze les 

1. weet je wat een bedrijvende en lijdende zin is
2. kan je bedrijvende zinnen in de lijdende zin zetten en daarbij rekening houden met de werkwoordstijden.

Het verschil

• Bedrijvend = actief: je (het onderwerp) doet iets
• Lijdend = passief: je (het onderwerp) ondergaat iets

Van bedrijvend naar lijdend: hoe werkt het?

1. het lijdend voorwerp wordt het onderwerp
2. het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint: een door-bepaling
3. bij het werkwoordelijk gezegde wordt het hulpwerkwoord worden of zijn gebruikt

Tek

ACTIEF

PASSIEF

'Meer dan honderd miljoen mensen bekeken dit jaar de Super Bowl.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp
3. Meewerkend voorwerp
4. Bijwoordelijke bepaling

'De Super Bowl werd dit jaar door meer dan honderd miljoen mensen bekeken.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp
3. Meewerkend voorwerp
4. Bijwoordelijke bepaling

Zet in de lijdende vorm:
'Mijn kat Maud heeft mijn bank kapot gekrabd.'

Geef een voorbeeld van een zin in de lijdende vorm.

De stof werd door de docent uitgelegd.

1. Lijdend
2. Bedrijvend

Zet deze zin nu in de bedrijvende vorm.
De stof werd door de docent uitgelegd.

Je gaat zelf oefenen met de lijdende en bedrijvende vorm. 

Klik in de volgende dia op de link. 

Je kunt hier ook nog extra uitleg krijgen. 

maken.wikiwijs.nl