Periodiek systeem basis

Periodiek systeem
basis over o.a. opbouw periodiek systeem, atoombouw
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periodiek systeem
basis over o.a. opbouw periodiek systeem, atoombouw

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje als inleiding op dit onderwerp.

Klik tijdens het afspelen op het tandwieltje en zet de afspeelsnelheid op 0,75 om de ondertiteling beter te kunnen lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke elementen staan er in groep 17 van
het periodiek systeem?
A
metalen
B
niet-metalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 3 - Quizvraag

HBrINClOF, wie/wat is dat?
A
meneer HBrINClOF ontdekte het periodiek systeem
B
ezelsbruggetje voor elementen die heftig reageren met zuurstof
C
elementen die alleen maar in de vloeibare fase voorkomen
D
ezelsbruggetje voor elementen die uit 2 atomen bestaan

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten de stoffen uit groep 2 van
het periodiek systeem
A
aardalkalimetalen
B
alkalimetalen
C
edelgassen
D
halogenen

Slide 5 - Quizvraag

Sleep de begrippen naar de juiste plek in het periodiek systeem.
Let op er blijven begrippen over!
Groepen
Zouten
Perioden
Edelgassen
Halogenen
Niet-metalen
Formules
Metalen

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe zijn de stoffen in het periodiek systeem
van links naar rechts geordend?
A
oplopend atoomnummer
B
oplopend atoommassa
C
vergelijkbare eigenschappen
D
van links naar rechts zit geen ordening, alleen van boven naar onder

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heten de metalen uit groep 1 van
het periodiek systeem?
A
alkalimetalen
B
halogenen

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heten de klommen in het periodiek systeem?
A
groepen
B
perioden

Slide 9 - Quizvraag

De atomen in groep 18 van
het periodiek systeem noemen we...
A
alkalimetalen
B
aard-alkalimetalen
C
halogenen
D
edelgassen

Slide 10 - Quizvraag

Als een stof in het periodiek systeem staat, is het altijd een zuiver metaal en nooit een legering.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Naast de bouwstenen (protonen, neutronen en elektronen) bestaat een atoom uit veel lege ruimte, ruim 99,99%. Hier zit dan helemaal niks.
1 u
-
kern
massa
symbool
elektronenwolk
naam

Slide 12 - Sleepvraag

Welke deeltjes zorgen voor de massa
van een atoom...
A
de neutronen en elektronen
B
de protonen en elektronen
C
de protonen en neutronen
D
een atoom heeft geen massa

Slide 13 - Quizvraag

IJzer (Fe) is een atoom.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag


Hoeveel atomen zijn aanwezig in...
5 H2O
A
2
B
3
C
10
D
15

Slide 15 - Quizvraag

Een atoom heeft atoomnummer 53,
in welke periode staat dit atoom?
A
3
B
4
C
5
D
periode?

Slide 16 - Quizvraag

Welk deel van het atoom is hoofdverantwoordelijk voor
de chemische eigenschappen van het atoom?
A
protonen
B
neutronen
C
elektronen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het atoomnummer van het atoom stikstof
A
7
B
175
C
3
D
14,01

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel atomen zitten er in een stikstof molecuul?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Beryllium (Be) is een atoom
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Welk deeltje in een atoom bepaalt welk element een atoom is?
A
neutronen
B
fotonen
C
protonen
D
elektronen

Slide 21 - Quizvraag

Een molecuul water bestaat uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een atoom?
A
een heel klein deeltje
B
iets dat uit 2 of meer moleculen bestaat

Slide 23 - Quizvraag

Stelling: "water is het kleinste atoom".
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat zit er tussen de kern en de schil van een atoom?
A
lucht
B
gas
C
niks
D
moleculen

Slide 25 - Quizvraag

Moleculen bestaan uit atomen.
Welke antwoord is GEEN voorbeeld van een atoom.
A
aluminium
B
goud
C
zuurstof
D
water

Slide 26 - Quizvraag

Als je naar moleculen en atomen
kijkt dan kijk je op...
A
microniveau
B
macroniveau

Slide 27 - Quizvraag

Uit hoeveel atomen bestaat glucose?
A
1
B
3
C
20
D
24

Slide 28 - Quizvraag

Hoeveel neutronen heeft een atoom Cl-35?
A
7
B
17
C
18
D
35

Slide 29 - Quizvraag

Hoeveel atomen zie je hier?

Slide 30 - Open vraag


Hoeveel verschillende atomen zien we hier?
A
6
B
4
C
2
D
0

Slide 31 - Quizvraag

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Er bestaan miljoenen soorten atomen...
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Een atoom noemt men ook wel een ....
A
element
B
basisdeeltje
C
proton
D
molecuul

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet het ongeladen kerndeeltje van een atoom?
A
neutron
B
proton
C
elektron
D
er zit geen ongeladen kerndeeltje in een atoom

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveel atomen zie je hier?
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 36 - Quizvraag

Een atoom heeft 2 protonen, 3 neutronen
en 3 elektronen.
Wat is de massa van het atoom?
A
-3 u
B
-1 u
C
5 u
D
7 u

Slide 37 - Quizvraag