Werkblad 3 Dier Voeding

Volgende vragen
Bij de volgende vragen moet je antwoord geven in grammen.
Dus je kunt hiervoor het getal dat in je tabellenboek staat overnemen.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Volgende vragen
Bij de volgende vragen moet je antwoord geven in grammen.
Dus je kunt hiervoor het getal dat in je tabellenboek staat overnemen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram Klaver rode, hooi?

Slide 2 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram graszaadstro?

Slide 3 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram snijgraan, vers

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram winterpeen?

Slide 5 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram spinazie, vers?

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram tomaten, vers?

Slide 7 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram kaaswei, vers?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram grashooi, goed?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram komkommer, vers?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel gram DS zit er in een kilogram luzerne, kuil?

Slide 11 - Open vraag

Volgende vragen
Let op: bij de volgende vragen moet je het percentage invullen.
Je antwoord wordt alleen goed gerekend als je ook het % teken in je antwoord gebruikt.

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel % DS zit er in erwten?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in melkpoeder, mager?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in bloedmeel?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in grashooi, matig?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in Johannesbrood?

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in erwtenstro?

Slide 18 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in snijmaiskuil DS> 320 g/kg?

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in raapzaadschroot RE > 380 g/kg

Slide 20 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in gras, vers, juni, te laat?

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel % DS zit er in aardappelsnippers, rauw?

Slide 22 - Open vraag

Volgende vragen
Bij de volgende vragen moet je zelf producten opzoeken in je tabellenboekje

Slide 23 - Tekstslide

Zoek 4 voorbeelden van droge producten op in het tabellenboek. Een droog product heeft meer dan 80% droge stof.

Slide 24 - Open vraag

Zoek 4 voorbeelden van halfdroge producten op in het tabellenboek veevoeding. Een halfdroog product heeft een droge stof gehalte tussen de 30% en 80%.

Slide 25 - Open vraag

Zoek 4 voorbeelden van natte producten op in het tabellenboek veevoeding. Een nat product heeft een droge stof gehalte die lager is dan 30%

Slide 26 - Open vraag

Volgende vragen
Voor de volgende vragen heb je de theorie uit les 3 nodig.
De hoeveelheid DS die een dier nodig heeft, is namelijk afhankelijk van meerdere factoren, zoals de diersoort, de leeftijd, de activiteit en de voersoort (herbivoor/carnivoor)

Slide 27 - Tekstslide

Waarom krijgt een geit meer DS per dag dan een schaap?

Slide 28 - Open vraag

Waarom krijgt een geit van 70 kg per dag meer DS dan een poema van 70 kg?

Slide 29 - Open vraag

Waarom krijgt een valkparkiet per dag meer DS dan een even grote torenvalk?

Slide 30 - Open vraag

Waarom krijgt een rijpaard van 600 kg. per dag minder DS dan een melkkoe van 600 kg?

Slide 31 - Open vraag

Wat is het verschil tussen onderhoudsvoer en productievoer?

Slide 32 - Open vraag