Analyse gedicht 'De wolken'

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

We gaan nu 10 minuten lezen
timer
10:00
literatuur lezen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag analyseren wij het gedicht De wolken van Martinus Nijhoff. 

Slide 2 - Tekstslide

De wolken

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder -
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende
 

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.
  
- Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide -

Slide 3 - Tekstslide

We starten met een gemakkelijke vraag:

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
2
B
8
C
4
D
16

Slide 4 - Quizvraag

Benoem het rijmschema van de eerste strofe.

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
gekruist rijm
D
verspringend rijm

Slide 5 - Quizvraag

Rijm
Ook deze vraag was natuurlijk goed te doen!

We gaan nu kijken naar de alliteraties en assonanties
Je krijgt het gedicht nogmaals te zien. Noteer een aantal voorbeelden van alliteraties en assonanties, dan kun je de vragen vlot beantwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

De wolken

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder -
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende
 

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.
  
- Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide -

Slide 7 - Tekstslide

Noteer een voorbeeld van een alliteratie.

Slide 8 - Woordweb

Heel goed!
Voorbeelden van alliteraties zijn:
kleine kleeren (regel 1)
met moeder (regel 2)
wondr'en werden woord (regel 7)

Slide 9 - Tekstslide

Noteer nu een voorbeeld van een assonantie.

Slide 10 - Woordweb

Ook dat beheersen jullie!
Voorbeelden van assonanties:
schoven en boven (regel 3)
Daar en gaat (regel 6)
werden en verder (regel 7)

Slide 11 - Tekstslide

En dan nu het moeilijkere werk: het metrum
We gaan het metrum toetsen. Hiervoor moet je de tekst hardop (zachtjes) opzeggen.

Om je geheugen wat op te frissen staat op de volgende dia uitleg over het metrum.

Slide 12 - Tekstslide

Metrum

Slide 13 - Tekstslide

Let dus goed op op welke lettergrepen je nadruk legt en op welke niet.
Nogmaals:    - = beklemtoond  |  v = niet beklemtoond

jambe    v -
trochee  - v
anapest v v -
dactylus - v v 

Hier komt het gedicht nogmaals...

Slide 14 - Tekstslide

De wolken

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder -
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende
 

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.
  
- Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide -

Slide 15 - Tekstslide

In welk metrum is het gedicht geschreven?
A
jambe
B
trochee
C
anapest
D
dactylus

Slide 16 - Quizvraag

Genoeg over de vorm, wij gaan nu naar de inhoud van het gedicht.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe blijkt uit de eerste regel dat het hier om een kind gaat?

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

Slide 18 - Open vraag

Welke tijd wordt bedoeld in regel 9?

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

Slide 19 - Woordweb

Welke tijd wordt bedoeld in regel 9?
Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

Ja, dat is natuurlijk de tijd van de puberteit.

Slide 20 - Tekstslide

Zijn de regels 11 en 12 letterlijk of figuurlijk bedoeld?

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

Slide 21 - Woordweb

Dat was natuurlijk figuurlijk. Van welke vorm van beeldspraak is er sprake?

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 22 - Quizvraag

Wat wordt er uitgedrukt in de regels 11 en 12?

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

Slide 23 - Open vraag

Waarom huilen de moeder en ik?

Slide 24 - Open vraag

Waarvoor staat de titel?
Noteer maximaal twee woorden.

Slide 25 - Woordweb

Tot zover dit mooie gedicht van Martinus Nijhoff.
En dan nu zelf aan de slag maar nu met een verhaal.
Kies of het verhaal 'Een bord spaghetti' van Adriaan van Dis
Of het verhaal 'Het is muis' van Sanneke van Hasselt.





Slide 26 - Tekstslide