Organisatiekunde 3

Organisatiekunde 3
We gaan even terug naar leidinggevende Sandra
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
JuridischMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Organisatiekunde 3
We gaan even terug naar leidinggevende Sandra

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blake en Mouton
Manager Grid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersey en Blanchard

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sandra eist van haar medewerkers dat ze 8.30 de computer hebben gestart en dat alle post van die dag wordt weggewerkt
A
Democratisch
B
Autocratisch
C
Consulterend
D
Participerend

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sandra heeft het volste vertrouwen in haar medewerkers en zij houdt zich dan ook nauwelijks bezig met wat ze doen en hoe ze de werkzaamheden uitvoeren. Als het uit de klauwen loopt, zegt ze er wat van.
A
Democratisch
B
Laisser-faire
C
Consulterend
D
Participerend

Slide 5 - Quizvraag

Bij participerend is consensus erg belangrijk. 
Sandra vraagt haar medewerkers iedere ochtend of zij het goed vinden om die dag te werken met een target. Omdat niet iedereen zich in die werkwijze kan vinden, komt het nooit van de grond
A
Democratisch
B
Laisser-faire
C
Consulterend
D
Participerend

Slide 6 - Quizvraag

Bij participerend is consensus erg belangrijk. 
Sandra vraagt haar medewerkers om input over hoe de hoge werkdruk aan te pakken. De medewerkers komen met veel ideeën. Uiteindelijk volgt Sandra het advies van een extern bureau op.
A
Democratisch
B
Autocratisch
C
Consulterend
D
Participerend

Slide 7 - Quizvraag

Bij participerend is consensus erg belangrijk. 
Sandra wil een bedrijfsuitje organiseren en legt vier ideeën voor aan de medewerkers. De meeste stemmen zullen gelden.
A
Democratisch
B
Autocratisch
C
Consulterend
D
Participerend

Slide 8 - Quizvraag

Bij participerend is consensus erg belangrijk. 
Bij welke leiderschapsstijl hoort de X-theorie van Mc Gregor?
A
Autocratisch
B
Democratisch
C
Participerend
D
Consulterend

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leiderschapsstijl hoort de Y-theorie van Mc Gregor?
A
Autocratisch
B
Democratisch
C
Participerend
D
Consulterend

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je in een organisatie het moeilijkst veranderen?
A
De symbolen
B
De helden
C
De rituelen
D
De waarden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar in de organisatie zit het uiterlijke kenmerk van de brieven?
A
De symbolen
B
De helden
C
De rituelen
D
De waarden

Slide 12 - Quizvraag

Hier horen de bedrijfskleuren, het logo, het gebouw. Datgene waaraan je het bedrijf kunt herkennen
Waar in de organisatie zit de directeur?
A
De symbolen
B
De helden
C
De rituelen
D
De waarden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beslissingen nemen
Dat kan op meerdere manieren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De leidinggevende bepaalt hoe, wat wanneer
A
autocratisch
B
democratisch
C
consensus
D
unaniem

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de helft + 1 is akkoord
de helft - 1 is afgewezen
A
autocratisch
B
democratisch
C
consensus
D
unaniem

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pas wanneer iedereen het er mee eens is. Tot dat moment wordt er gezamenlijk over gediscussieerd en vergaderd en wordt het plan tijdens de vergadering bijgeschaafd
A
autocratisch
B
democratisch
C
consensus
D
unaniem

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een projedtgroep legt een idee voor waarop gevraagd wordt of men het er mee eens kan zijn. Wanneer niet iedereen akkoord is, gaat de groep aan de hand van opmerking aan het plan schaven om het opnieuw voor te leggen
A
autocratisch
B
democratisch
C
consensus
D
unaniem

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De beste beslissing
  past in de volgende formule
Effectief = kwaliteit x acceptatie
E = K  x A
 

Slide 19 - Tekstslide

Het besluit is Effectief wanneer het Kwalitatief goed is en er voldoende Acceptatie  is
Kwalitatief = passend bij probleem, duidelijk en uitvoerbaar
Acceptabel is wanneer  niet helft + 1 , maar bijv. 3/4 van de medewerkers
 
Bespreken uitslag 

Wat dachten jullie over mij?
Groepsrol
DISC (hoofdkleur)
  • Welke groepsrol past bij jou?
  • Welke persoonlijkheid ben je; DISC


Slide 20 - Tekstslide

Let op! Dit zijn gratis tests.  Dat is niet in beton gegoten. Een echte test duurt vaak meer dan een dag en daarbij wordt ook geobserveerd. 
Mijn uitslag groepsrol
Wat denken jullie?
Wat ben ik wél
Wat ben ik níet

Slide 21 - Tekstslide

De meeste punten gaf je aan de rol: Specialist (21 punten)
De specialist is de vakman of -vrouw binnen het team. De specialist wil graag ergens goed in zijn. Vaak is de specialist onderzoekend ingesteld en werkt hij of zij graag op zichzelf. Mensen geven een specialist vaak veel vertrouwen. De specialist zorgt er voor dat specifieke kennis of vaardigheden worden ingebracht. De specialist heeft soms wel de neiging zijn of haar vakgebied te willen afbakenen.
Daarna gaf je de meeste punten aan: Vormer (18 punten)
De vormer is over het algemeen zeer gedreven en energiek. De vormer weet mensen te motiveren. Soms, als het in zijn of haar ogen nodig is, door uit te dagen. Al kan de vormer door zijn gedrevenheid ook mensen tegen zich in het harnas jagen. Deze gedrevenheid maakt de vormer soms ook ongeduldig of emotioneel. Het belang voor het team is dat de vormer met zijn of haar ambitie zaken voor elkaar weet te krijgen.
Het minst aantal punten gaf je voor: Groepswerker (3 punten)
De groepswerker is zorgzaam, conflictvermijdend en gericht op harmonie. Hij of zij vindt het fijn om mensen te helpen. De groepswerker zal zich over het algemeen vrij mild opstellen en weet mensen diplomatiek te benaderen. Mensen zullen de groepswerker over het algemeen waarderen. Hij of zij heeft een luisterend oor en zorgt voor een goede sfeer binnen het team.
Mijn uitslag DISC
Je bent zelfredzaam en individualistisch. Je ziet teamdoelen meestal als persoonlijke doelen. Je voelt je persoonlijk sterk verantwoordelijk en je stelt zeer hoge eisen aan anderen. Je kunt goed werken onder druk en afwijzing zal je niet snel demotiveren. Je drive en individualisme kunnen je minder effectief maken als teamlid. Als je op weerstand stuit, word je meestal extra vasthoudend, krachtig en innovatief.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterkste team
In een sterk team zit van alles wat
Dat vraagt continue analyse 
Mensen kúnnen veranderen!!!!!!!!!!!!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Bestudeer blz 145 t/m 149
Bekijk de filmpjes : zie de linkjes 
Rose van Leary
Conflict

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies