Jongeren 2.2

2.2 Een leven lang leren 
M3 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.2 Een leven lang leren 
M3 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 
Je gaat vandaag zelf aan de slag met deze LessonUp 
1. Lees voordat je de LessonUp maakt paragraaf 2.2 (blz. 22 en 23) goed door.
2. Heb je vragen ondertussen: kom naar het bureau van de docent en stel ze 
Klaar? Ga aan de slag met het huiswerk: 2.2: Vr. 4 t/m 6, 8 en 10 (WB blz. 20 en 21)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblikvraag 1: Wat is het verschil tussen Nurture en Nature?

Slide 4 - Open vraag

Terugblikvraag 2: Hoort het begrip socialisatie meer bij nurture of bij nature? Leg je antwoord uit!

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 1 
  • De vorige les heb je een schema gemaakt met daarin tien kenmerken van jezelf. 
  • Je hebt aangegeven of deze kenmerken aangeboren of aangeleerd zijn en waar je ze precies hebt aangeleerd
  • Geef nu bij de aangeleerde kenmerken ook aan, hoe je ze hebt aangeleerd. 
  • Gebruik hierbij de opties op blz. 22 

Slide 6 - Tekstslide

Naoual wil rapper worden. Ze kijkt veel filmpjes van andere rappers. Uiteindelijk ontwikkelt ze haar eigen stijl. Welke manieren van leren gebruikt Naoual om rapper te worden?

Slide 7 - Open vraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een kind een ander kind nadoet, is er sprake van experimenteren.
2. Op de kleuterschool leren kinderen vooral door nieuwe ervaringen.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 8 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Boodschappen doen voor je buren is een positieve sanctie.
2. Sancties hebben te maken met sociale controle


A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik het bericht op de vorige pagina. Welke sanctie kan een schoolwacht op deze school geven?

Slide 11 - Open vraag

Gebruik de bron over de schoolwachten. Leg uit wat het begrip ‘sociale controle’ met dit bericht te maken heeft.

Slide 12 - Open vraag

Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
Een sanctie
B
Sociale controle
C
Imitatie
D
Internalisatie

Slide 13 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Met identiteit bedoelen we dat de internalisatie is afgerond.
2. Iemand zegt: “Ik ben gelovig.” Hij spreekt dan over zijn internalisatie.



A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 14 - Quizvraag

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.
2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.



A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 15 - Quizvraag

Welke rolpatronen passen bij het bijwonen van een begrafenis? Geef twee voorbeelden.

Slide 16 - Open vraag

We hebben allemaal verschillende rollen.
a. Geef twee voorbeelden van rolbevestigend gedrag.
b. Geef ook twee voorbeelden van roldoorbrekend gedrag.

Slide 17 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een gendernorm?
A
Een stoere jongen die huilt.
B
Een meisje dat met poppen speelt.
C
Een man die een jurk draagt.
D
Een vrouw die een vrachtauto bestuurt.

Slide 18 - Quizvraag

Als een minister in korte broek op een ligfiets naar de Tweede Kamer gaat, is er sprake van:
A
rolgedrag.
B
roldoorbrekend gedrag.
C
rolbevestigend gedrag.
D
een vooroordeel.

Slide 19 - Quizvraag

Sociale controle 
Identiteit 
Rolpatronen 
Internalisatie 
Genderneutraal 
Aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden. 
Helemaal geen onderscheid meer maken tussen mannen en vrouwen. 
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt 
Gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten 
De persoon die je bent, gevormd door al de kenmerken die bij je horen en je ervaringen. 

Slide 20 - Sleepvraag

Wat begrijp je nog niet uit par. 2.2?

Slide 21 - Open vraag