5.4 Remmen en botsen

5.4 Remmen en botsen
Lesdoel;
De stopafstand kunnen uitrekenen met behulp van de reactie-tijd en remweg.
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 Remmen en botsen
Lesdoel;
De stopafstand kunnen uitrekenen met behulp van de reactie-tijd en remweg.

Slide 1 - Tekstslide

Je zit in de achtbaan en bent aan het einde van rit gekomen. De snelheid neemt af. Hoe noem je dit deel van de beweging?
A
Een eenparige beweging
B
Een remmende beweging
C
Een constant afnemende beweging
D
Een vertraagde beweging

Slide 2 - Quizvraag

Sharon stapt op de fiets en rijdt weg. Hoe noem je het eerste deel van haar beweging?
A
Een vertraagde beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een constante beweging
D
Een versnelde beweging

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid niet verandert?
A
Een versnelde beweging
B
Een constante beweging
C
Een eenparige beweging
D
Een vertraagde beweging

Slide 4 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een stroboscopische
foto. Wat voor soort beweging maakt
de bal op deze foto in de lucht.
A
Een versnelde beweging
B
Een eenparige beweging
C
Een vertraagde beweging
D
Een constante beweging

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een stroboscopische
foto. Waar is de snelheid van de bal
het grootst?
A
Waar de bal wordt losgelaten, want daar is de afstand tussen de ballen op de foto het grootst in dezelfde tijd
B
Helemaal bovenin, want daar is de afstand tussen de ballen op de foto het kleinst in dezelfde tijd
C
De afstand tussen de ballen op de foto neemt af, maar de tijd tussen de foto's ook, dus is de snelheid overal gelijk
D
Daar kun je aan de hand van deze foto niets over zeggen

Slide 6 - Quizvraag

Hiernaast zie je een diagram.
Wat voor soort diagram is dit?
A
Een afstand,tijd-diagram van een versnelde beweging
B
Een afstand,tijd-diagram van een vertraagde beweging
C
Een afstand,tijd-diagram van een eenparige beweging
D
Een snelheid,tijd-diagram van een versnelde beweging

Slide 7 - Quizvraag

Hiernaast zie je een diagram.
Wat voor soort diagram is dit?
A
Een snelheid,tijd-diagram van een eenparige beweging
B
Een snelheid,tijd-diagram van een versnelde beweging
C
Een snelheid,tijd-diagram van een constante beweging
D
Een plaats,tijd-diagram van een versnelde beweging

Slide 8 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een plaats,tijd-diagram
van een eenparige beweging. Wat is de
snelheid van het voertuig waar deze
grafiek over gaat?
A
50 m/s
B
5 m/s
C
50 km/h
D
5 km/h

Slide 9 - Quizvraag

Je ziet hiernaast een snelheid,tijd-diagram
van een eenparige beweging.
Welke afstand heeft het voertuig waar het
hier over gaat afgelegd in 10 seconden?
A
50 m
B
5 m
C
50 km
D
5 km

Slide 10 - Quizvraag

eenparige beweging
versnelde beweging
vertraagde beweging

Slide 11 - Sleepvraag

eenparige beweging
versnelde beweging
vertraagde beweging

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Stopafstand
De stopafstand is de totale afstand die afgelegd wordt tussen het zien van het gevaar en het stilstaan.

stopafstand = reactieafstand + remweg

Slide 19 - Tekstslide

remweg

Slide 20 - Tekstslide

Reactietijd ongeveer 1,0 s
'schrikseconde'
De reactietijd wordt groter door:

  • Afleiding tijdens rijden/ Telefoongebruik
  • Vermoeidheid
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen

Slide 21 - Tekstslide

Reactieafstand

  • Afleiding tijdens rijden/ Telefoongebruik
  • Vermoeidheid
  • Alcohol
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Snelheid

Slide 22 - Tekstslide

remweg

Slide 23 - Tekstslide

Remweg
De afstand die wordt afgelegd tussen het beginnen met remmen en stilstand.

Slide 24 - Tekstslide

Remweg
de remweg wordt groter door:
  • grotere beginsnelheid
  • grotere massa
  • slecht of glad wegdek
  • slechte remmen
  • gladde banden

Slide 25 - Tekstslide

Remweg en massa

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Stopafstand

Slide 30 - Tekstslide

Een automobilist rijdt 72 km/h. Er steekt plotseling een hond over op 60 m voor de auto.  

a Bepaal de remweg bij 72 km/h
b Reken de snelheid om naar m/s
c Bereken de reactie-afstand als de reactie-tijd 1 s was.
d Bereken of de hond geraakt wordt.

Slide 31 - Tekstslide

a De remweg is 32 m

b 72:3,6 = 20 m/s

c s = v x t
s = 20 m/s x 1 s 
s = 20 m (de reactie-afstand)

d stopafstand = reactie-afstand + remweg
    stopafstand = 20 m + 32 m = 52 m, dus minder dan 60 m dus de hond blijft leven.

Slide 32 - Tekstslide

In een v,t-diagram ziet dat er zo uit.

Slide 33 - Tekstslide

De reactie afstand
De reactie afstand is de afstand die je aflegt tijdens het reageren. Er wordt nog niet geremd dus de snelheid blijft gelijk. Dit is een eenparige beweging (of een constante snelheid).

Slide 34 - Tekstslide

De reactie afstand
De afstand kun je uitrekenen met de formule:
s = v . t
(s = afstand in m, v = snelheid in m/s, en t = tijd in s)
s = v.t
s = ?
v = 2,5 m/s
t = 6 s
s = 2,5 x 6
s = 15 m

Slide 35 - Tekstslide

De gemiddelde snelheid
De auto heeft een beginsnelheid van 12 m/s.
De eindsnelheid is 0 m/s

Het gemiddelde van 12 en 0 = 6 m/s

vgem = (v1 + v2) /2
         = (12 + 0) / 2 = 6 m/s

                                                    

Slide 36 - Tekstslide

De remweg
Bij remmen (een vertraagde beweging tot stilstand) is de formule om de afgelegde weg te berekenen: s = vgem.t


                                                    

s = vgem .t
s = ?
vgem = 6 m/s
t = 6 s
s = 6 x 6
s = 36 m

Slide 37 - Tekstslide

Reactie-afstand
De afstand die je aflegt tijdens de reactietijd.

De reactieafstand reken je uit met s= v x t

Slide 38 - Tekstslide

Controlevragen

Slide 39 - Tekstslide

Controle vragen
a

Slide 40 - Tekstslide

antwoorden
reactie-tijd: 2,(3), 6
remweg:  1,3, 4,5,7

Slide 41 - Tekstslide

Controle vragen
Een auto die 50 km/h rijdt heeft een remweg van 20m.
Bereken de remweg bij:
a 100 km/h
b 25 km/h

Slide 42 - Tekstslide

antwoorden
a) remweg = 4 x 20 = 80 m
b) remweg = 20:4 = 5 m

Slide 43 - Tekstslide

Een automobilist rijdt 50 km/h. Er steekt plotseling een hond over op 30 m voor de auto.  

a Bepaal de remweg bij 50 km/h
b Reken de snelheid om naar m/s
c Bereken de reactie-afstand als de reactie-tijd 1 s was.
d Bereken of de hond geraakt wordt.

Slide 44 - Tekstslide

antwoorden
a Remweg = 17 m (aflezen in grafiek)
b v=  50 ; 3,6 = 13,9 m/s
c s = v x t = 13,9 x 1 = 13,9 m
d  stopafstand = reactie-afstand + remweg 
stopafstand = 17 + 13,9 = 30,9 m
Ja, de hond wordt geraakt.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

42a Hoe groot is de beginsnelheid ?

Slide 47 - Tekstslide

a remweg ?
b Reactie-afstand ?
c Stopafstand ?

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

1. Hoe groot is de reactie-afstand?
2. Hoe groot is de remweg?
3. Hoe groot is de stopafstand?

Slide 51 - Tekstslide

1. Hoe groot is de reactie-afstand?
2. Hoe groot is de remweg?
3. Hoe groot is de stopafstand?
1. s = v x t = 25 m/s x 1,0 s = 25 m
2. s = vg x t = 12,5 m/s x 5,0 s = 62,5 m
3.  stopafstand = 25 + 62,5 = 87,5 m

Slide 52 - Tekstslide