Hoofdstuk 5.1 t/m 5.5

Hoofdstuk 5
Strategieen voor leveringen en productie:
5.1: Logistieke keten
5.2: Push- of pullstrategie
5.3: Het klantorderontkoppelpunt (KOOP)
5.4: Programmagestuurd productieproces
5.5: DRP-I
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoorraadbeheerMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Strategieen voor leveringen en productie:
5.1: Logistieke keten
5.2: Push- of pullstrategie
5.3: Het klantorderontkoppelpunt (KOOP)
5.4: Programmagestuurd productieproces
5.5: DRP-I

Slide 1 - Tekstslide

5.1: De logistieke keten
Iedere schakel in de bedrijfskolom voert activiteiten uit met deze producten. Denk aan productie, bewerken, opslaan, vervoeren etc. Dit is samen de logistieke keten. 
- Materials Management
grondstoffen en halffabrikaten
- Fysieke distributiemanagement
Gereed product

Slide 2 - Tekstslide

'Supply Chain management'

Slide 3 - Tekstslide

Push- of Pullstrategie 
De hoogte van de voorraad is afhankelijk van de strategie:

Pushstrategie= aanbodgestuurd; relatief hogere voorraad 

Pullstrategie = vraaggestuurd: relatief lagere voorraad

Slide 4 - Tekstslide

Push- of Pullstrategie 

Slide 5 - Tekstslide

Klantorder-ontkoppelpunt 
Het klantorder-ontkoppelpunt geeft aan tot waar in de bedrijfskolom het productie- of distributieproces wordt beinvloed door de keuzes van de klant.

Slide 6 - Tekstslide

Klantorder-ontkoppelpunt 

Slide 7 - Tekstslide

Klantorder-ontkoppelpunt 
  • KOOP 1 : maken en verzenden uit lokale voorraad
  • KOOP 2 : Maken voor centrale voorraad
  • KOOP 3: Assembleren op order
  • KOOP 4: Maken op order
  • KOOP 5: Inkopen en maken op order

Slide 8 - Tekstslide

KOOP 1: Maken en verzenden voor lokale voorraad:
Er wordt veel op voorraad geproduceerd en op voorraad gelegd bij de detailhandel Bijvoorbeeld levensmiddelen. Consument heeft niet - tot nauwelijks invloed op het product. We spreken hier over standaardproducten
KOOP 2: Maken voor centrale voorraad:
Er wordt hier ook veel op voorraad geproduceerd maar zelf op voorraad gehouden. Bijvoorbeeld witgoed.
Ook hier is er weinig invloed op het product. We spreken hier over duurzamen verbruiksgoederen


Slide 9 - Tekstslide

KOOP 3: Assembleren op order
De componenten worden op voorraad gehouden en naar de wensen van de klant samengesteld tot een gereed product
Bijvoorbeeld computers 
KOOP 4: Maken op order
De organisatie houdt grondstoffen en halffabricaten op voorraad en produceerd op basis van de klantvraag. 
Bijvoorbeeld meubels 

Slide 10 - Tekstslide

KOOP 5: Inkopen en maken op order
Er zijn helemaal geen voorraden. Alle inkoop gebeurt op basis van klantorders. Daarna wordt pas geproduceerd. Bijvoorbeeld jachten, dure auto's, campers
KOOP 1 t/m 3: PUSH strategie
KOOP 4 & 5: PULL strategie


Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten:

Maak nu de opdrachten 1 t/m 8


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Programmagestuurd productieproces

Manier om de goederenstroom te optimaliseren. Je gebruikt hiervoor het hoofdproductieplan (HPP) Dit is een gedetailleerd fabricageplan. Deze worden gebaseerd op:
- Wensen en behoeften van de afnemers
- Prognoses (voorspellingen)
- Binnengekomen orders

Slide 13 - Tekstslide

MRP - I 
Material Requirment Planning is een hulpmiddel om de behoefte van de benodigde materialen te berekenen en hierop in te kunnen spelen door deze op tijd te bestellen. 
Je hebt hiervoor de stukslijst voor nodig. (zie blz 162 van het boek) 

Slide 14 - Tekstslide

Bereken MRP

Slide 15 - Tekstslide

Bereken MRP / DRP

Slide 16 - Tekstslide

Bereken MRP / DRP

Slide 17 - Tekstslide

Nu aan de slag met de opdracht
Maak de rekenvoorbeelden die ik uitgedeeld heb


timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

JIT
JIT: Just In Time
Het houden van voorraad kost geld. (3 r's)
Alles benodigde materialen komen precies op dat moment in de goederenstroom terecht als ze nodig zijn. Er is dus nul voorraad! Dit vergt een goede planning en voorspelling in de vraag! 
Een kleine fout ergens in de keten kan grote gevolgen hebben!!!

Slide 19 - Tekstslide

KANBAN
Een productiemedewerker plaatst een bestelling bij een vorige productiemedewerker met behulp van een kanbankaartje. Elk station heeft een in- en een uitbak. Dit is het tweebakkensysteem. 

Slide 20 - Tekstslide

Stappen KANBAN

Slide 21 - Tekstslide

KANBAN

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten:

Maak nu de opdrachten 9 t/m 19

Wat niet af is, is huiswerk voor volgende keer

Slide 23 - Tekstslide