H2 2.1 Parabolen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, havo
• Leerjaar 3

H2 Parabolen

§ 2.1

Blz. 44-47

Deze les:

        Voorkennis

        Leerdoel

        Instructie § 2.1

        Maken § 2.1, zie leerroutes 

        Afsluiting

5

2

10

20

3

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

y = 24x-16

y = 8(3x-2)

3 x 8       2 x 8

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

y = 24x-16

y = 8(3x-2)

3 x 8       2 x 8

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

y = 24x-16

y = 8(3x-2)

3 x 8       2 x 8

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

t = 14h +35h

t = 7h(2h+5)

2x7xhxh   5x7xh

2

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

t = 14h +35h

t = 7h(2h+5)

2x7xhxh   5x7xh

2

Ontbind de tweeterm in de formule in 

factoren.

t = 14h +35h

t = 7h(2h+5)

2x7xhxh   5x7xh

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

y = x -14x+45

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

y = x -14x+45

Product = 45

Som = -14

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

y = x -14x+45

Product = 45

Som = -14

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

y = x -14x+45

Product = 45

Som = -14

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

y = x -14x+45

Product = 45

Som = -14

y = (x-9)(x-14)

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

h = j +11j-26

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

h = j +11j-26

Product = -26

Som = 11

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

h = j +11j-26

Product = -26

Som = 11

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

h = j +11j-26

Product = -26

Som = 11

2

Ontbind de drieterm in de formule in 

factoren.

h = j +11j-26

Product = -26

Som = 11

h = (j-2)(j+13)

2

Ik kan van een formule nagaan of de grafiek een

bergparabool of een dalparabool is.

Kwadratische formule

y = x²

y = 2x²

y = x² + 5

y = x² + 3x

y = x² + 2x + 3

Kwadratisch verband

De formule heeft de vorm: 

y = ax² + bx + c

hierin zijn a, b en c een getal

x is de variabele die je kiest

de waarde van y kan je dan uitrekenen

Dal of berg?

Kijk naar de waarde van a

a = positief                                 dalparabool

a = negatief                            bergparabool

y=ax​2​​+bx+c

y=3x​2​​−x+7

y=−2x​2​​+4

Berg- of dalparabool?

y=−6x​2​​+5

1. Berg
2. Dal

Berg- of dalparabool?

y=−3x+5x​2​​

1. Berg
2. Dal

Berg- of dalparabool?

Berg

Dal

grafiek 4

grafiek 3

grafiek 2

grafiek 1

grafiek 1

grafiek 2

dalparabool

bergparabool

Enkele haakjes wegwerken

Schrijf zonder haakjes: 

boogjes-methode

Dubbele haakjes wegwerken

Schrijf zonder haakjes: 

boogjes-methode

Welke lijn is de symmetrieas van grafiek 1?

1. y = 2
2. y = -3
3. x = 2
4. x = -3

Geef de coordinaten van de top van grafiek 1. Noteer je antwoord als : ( , )

Geef de coordinaten van de top van grafiek 2. Noteer je antwoord als : ( , )

Welke lijn is de symmetrieas van grafiek 2?

1. y = 2
2. y = -3
3. x = 2
4. x = -3

Aan de slag

Maken opdracht 2, 3, 4, 6, 7, 8 en Leerdoel bereikt.

Klaar? Nakijken en verbeteren.

Klaar? Laat het even zien aan mij.