In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Noem twee verschillen tussen het kabinet en de regering.
Slide 5 - Open vraag
Wie heeft de meeste macht, de koning of de minister? Leg je antwoord uit.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Waarom is de minister president belangrijk?
Slide 11 - Open vraag
Waarom is de minister president niet een dictator?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Amalia zegt: “Ik ben in dienst van mijn land.” Op welke manier gaat ze dat doen als ze koningin is? Schrijf hieronder de vijf taken van ons staatshoofd.
Slide 14 - Open vraag
Juist of onjuist? De minister-president wordt ook wel het staatshoofd genoemd.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
Welke taak van de koning zag je?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Stel, er worden plannen ontdekt voor een terroristische aanslag. Noem twee ministers die dan moeten samenwerken. Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Noem een overeenkomst en een verschil tussen de troonrede en de miljoenennota.