1.3 Gesteente wordt verplaatst

Paragraaf 1.3: 
Gesteente wordt verplaatst
Mobiel in mobieltas
Pak je Chromebook (laat deze dicht)
Pak je boeken erbij
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3: 
Gesteente wordt verplaatst
Mobiel in mobieltas
Pak je Chromebook (laat deze dicht)
Pak je boeken erbij

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Welkom
Paragraaf 1.2 Verwering (vorige les)
Aantekeningen 1.3
Opdrachten maken 
Vragen 

Slide 2 - Tekstslide

Bij Mechanische verwering
A
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert)
B
valt het gesteente uit elkaar (samenstelling verandert niet)
C
lost het gesteente op

Slide 3 - Quizvraag

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding
Chemische verwering
Vorstverwering
Verwering door temp. verschillen
Biologische verwering

Slide 4 - Sleepvraag

Bekijk eerst de afbeelding.

In het kalksteen zijn grote gaten ontstaan.

De afbeelding is een voorbeeld van:
A
chemische verwering
B
erosie
C
vorstverwering
D
geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je weet wat massabewegingen zijn.

- Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast en grind, zand en klei ontstaan.

- Je kunt een rivierdal en een gletsjerdal herkennen aan de hand van kenmerken op een foto.

Slide 6 - Tekstslide

massabeweging
Gesteente dat langs een helling naar beneden komt onder invloed van de zwaartekracht.

Slide 7 - Tekstslide



Steile helling

Gesteente gaat rollen of vallen.


Flauwe helling

Gesteente schuift langzaam naar beneden.

Slide 8 - Tekstslide

Massabewegingen
Massabewegingen zorgen ervoor dat verweerd
materiaal langs de helling naar beneden beweegt.

- Hoe steiler de helling, hoe harder het gesteente 
naar beneden valt.
- Bij een flauwe helling rolt of schuift het 
langzaam naar beneden.
- De grootte van de steen heeft ook invloed.


Massabewegingen
Massabewegingen zorgen
ervoor dat verweerd
materiaal langs de
helling naar beneden
beweegt.

- Hoe steiler de helling, hoe harder het gesteente naar beneden valt.
- Bij een flauwe helling rolt of schuift het langzaam naar beneden.
- De grootte van de steen heeft ook invloed.

Slide 9 - Tekstslide

 
Een Puinhelling is een helling die bestaat uit verbrokkeld gesteente.

Slide 10 - Tekstslide

Erosie
"Het uitschuren en afschuren van gesteenten door de werking van stromend water, wind en/of ijs en het transporteren daarvan."

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Net verweerd gesteente is hoekig en scherp.
Doordat stenen met elkaar botsen  en langs elkaar schuren in de rivier, worden de stenen steeds meer afgerond.

Hierdoor onstaat in de bovenloop van de rivier grind.


Slide 13 - Tekstslide

Rivier
  • In de bovenloop van de rivier:
Verweringsmateriaal (stukken steen) > komen in de rivier terecht > in het snelstromende water botsen die stenen > stenen breken en schuren langs elkaar > ontstaat grind.

  • In de bovenloop van de rivier schuurt dit grind over de bodem waardoor de rivier steeds dieper wordt. Hierdoor ontstaat er een V-dal.

V-dal
Een dal in de bergen dat door de rivier is uitgesleten.

Slide 14 - Tekstslide

Gletsjer: ijsmassa's die langzaam naar beneden bewegen.





Firnbekken:
Komvormig gebied in de bergen waar zich sneeuw ophoopt en in ijs wordt omgezet

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

rivier/V-dal
gletsjer/U-dal

Slide 17 - Tekstslide

Verwering

Verbrokkelen/oplossen
Niet in beweging, dus
gebeurt op dezelfde plek.

Erosie

Uitschuren,
is in beweging
Water, wind, ijs.

Slide 18 - Tekstslide

Zand 
Klei
Verwering & erosie
Deze twee begrippen zorgen er samen voor dat al het gesteente uiteindelijk in hele kleine korreltjes uiteenvalt. De korreltjes die je nog net met het blote oog kunt zien, heten zand en grind. De hele kleine korreltjes die alleen met en microscoop te zien zijn, heten klei.

Slide 19 - Tekstslide

Grind: zien met blote oog.
Zand: zien met blote oog
Klei: alleen zien met microscoop
Verwering en erosie zorgen ervoor dat gesteente in kleine korreltjes uiteenvalt.

Slide 20 - Tekstslide

To do:
1.3 opdracht 1 t/m 8.

Slide 21 - Tekstslide


A
U-dal
B
V-dal

Slide 22 - Quizvraag

Wat heeft de grootste korrels?
A
zand
B
klei
C
grind

Slide 23 - Quizvraag

U-dal
Gletsjer
V-dal
Rivier

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen verwering en erosie?

Slide 25 - Open vraag

Welke van de volgende begrippen passen bij het begrip massabeweging? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
Massabeweging
Zwaartekracht
Erosie
Puinhelling
Grind

Slide 26 - Sleepvraag

Heb je nog vragen over deze les?

Slide 27 - Open vraag

Wat vond je van de uitleg?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Heb je nog tips voor de docent? Zo ja, welke?

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag
Maak de opdrachten van 1.3

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat massabewegingen zijn.

- Je begrijpt dat door verwering en erosie gebergten worden aangetast en grind, zand en klei ontstaan.

- Je kunt een rivierdal en een gletsjerdal herkennen aan de hand van kenmerken op een foto.

Slide 31 - Tekstslide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Delta

Slide 32 - Tekstslide

Maken:
1.3 1 t/m 8.

Slide 33 - Tekstslide