les 2 Veilig werken met stoffen

Opgaven maken
in groepje van 2

vragen 8 t/m 10 (blz.9 en 10 ) maken
timer
10:00
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opgaven maken
in groepje van 2

vragen 8 t/m 10 (blz.9 en 10 ) maken
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

3MHV les 2 Veilig werken met stoffen

Slide 2 - Tekstslide

DEZE LES LEER JE
Veilig werken met stoffen:
  • de betekenis van de GHS symbolen
  • welke bescherming is nodig
  • hoe heet het practicummateriaal
  • waaraan herken je stoffen
  • waarnemingen doen en conclusies trekken

Slide 3 - Tekstslide

regels 1
Denk na over de gevolgen, voordat je iets doet.
Bij werken met een brander heeft iedereen een veiligheidsbril op.
Bij werken met gevaarlijke stoffen heeft iedereen een labjas aan.
Hou looppaden vrij van tassen, krukken of stoelen.
Werk rustig, ren nooit.
Stoffen haal je uit een potje met een spatel.
Sluit potten en flessen direct weer af.

Slide 4 - Tekstslide

regels 2 
Geknoeide stoffen ruim je direct weer op.
Een reageerbuis vul je nooit verder dan 3 vingers hoog.
Richt verwarmde reageerbuizen nooit op mensen.
Als stoffen op je huid komen, was je ze direct eraf.
Aan het einde van een practicum laat je een schone en droge werkplek achter.
Glaswerk ruim je schoon weer op.
Heet glaswerk spoel je nooit af onder de koude kraan.

Slide 5 - Tekstslide

Veiligheid
Het Global Health System (GHS) deelt stoffen en mengsels in in gevarenklassen. 
Er zijn negen gevarenpictogrammen afgesproken (Binas 97B).
Zo weten werknemers overal ter wereld hoe ze moeten omgaan met deze stoffen.

Slide 6 - Tekstslide

Veiligheid en stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Pictogram & veiligheid: 
Stof eigenschappen in plaatjesvorm
Is dat wel zo slim? 
  • Proeven
  • Ruiken

Slide 8 - Tekstslide

Wat is GEEN veiligheidsmaatregel bij het doen van practica?
A
Ramen en deuren sluiten
B
Labjas aan, bril op, haren vast, dichte schoenen aan
C
Tafel zo leeg mogelijk en tas onder tafel
D
Niet eten, niet onnodig lopen, niet rennen

Slide 9 - Quizvraag

Welke veiligheidsvoorzieningen zijn aanwezig in een scheikunde lokaal?
A
Noodstop en nooduitgang
B
Brandblusser en branddeken
C
(Oog)douche
D
Alle drie de opties

Slide 10 - Quizvraag

Als je practicum doet, moet je netjes en veilig werken. Hoe doe je het goed?
A
Als je teveel stof pakt, doe je het terug in de voorraadpot.
B
Giet vloeistof direct uit de voorraadfles in een reageerbuis
C
Als je de brander gebruikt, ga je staan.
D
Als je schud met een reageerbuis, houd je je duim op de buis

Slide 11 - Quizvraag

Als je wilt weten of een stof een geur heeft, hoe doe je dat dan?
A
met je neus boven de pot diep inademen
B
een beetje in een buisje schenken en hieraan ruiken met je neus
C
met je hand boven de pot of het buisje wapperen
D
de pot een tijdje open laten staan en kijken of je iets ruikt

Slide 12 - Quizvraag

uitleg
Als je wilt weten of  een stof een geur heeft, dan wapper je met je hand een beetje van de stof richting je neus. 
Sommige stoffen zijn namelijk schadelijk als je er teveel van inademt.

Slide 13 - Tekstslide

GHS symbolen
Op sommige stoffen staan pictogrammen om je te waarschuwen dat het werken met een stof gevaarlijk kan zijn. Deze pictogrammen heten GHS symbolen.
In de volgende filmpjes wordt de betekenis van elk symbool uitgelegd.
Neem de tabel op de volgende dia over in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Neem de tabel op de volgende dia over in je schrift.

Slide 15 - Tekstslide

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

....
.........
2.

.....
......
3.

...
.....
4.

....
....
5.

...
....
Noteer na elk filmpje het symbool en de betekenis in de tabel. Zet er ook bij hoe je veilig met de stof werkt (bescherming)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

SCHADELIJK
.........
2.

.....
......
3.

...
.....
4.

....
....
5.

...
....
VUL NU DE EERSTE REGEL VAN DE TABEL IN

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

SCHADELIJK
.........
2.

.....
......
3.

...
.....
4.

....
....
5.

...
....
VUL NU DE TWEEDE REGEL VAN DE TABEL IN

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

SCHADELIJK
.........
2.

.....
......
3.

BIJTEND/CORROSIEF
.....
4.

....
....
5.

...
....
VUL NU DE DERDE REGEL VAN DE TABEL IN

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

SCHADELIJK
.........
2.

.....
......
3.

BIJTEND/CORROSIEF
.....
4.

....
....
5.

...
....
VUL NU DE VIERDE REGEL VAN DE TABEL IN

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

symbool
betekenis (gevaar)
bescherming
1.

SCHADELIJK
.........
2.

.....
......
3.

CORROSIEF / BIJTEND
.....
4.

....
....
5.

MILIEUGEVAARLIJK
....
VUL NU DE LAATSTE REGEL VAN DE TABEL IN

Slide 27 - Tekstslide

NAKIJKEN
Als je deze les zelfstandig maakt, dan kijk je nu zelf je tabel na.
Ga naar Vaardigheid 1 "veilig werken"  in je boek.
Verbeter je antwoorden als dat nodig is.

huiswerk: LEER DEZE TABEL

Slide 28 - Tekstslide

Glaswerk

Slide 29 - Tekstslide

Erlenmeyer 
Trechter
Petrischaaltje
Pipet
Maatcilinder
Horlogeglas
Bekerglas
Reageerbuis

Slide 30 - Sleepvraag

Glaswerk
bekerglas
erlenmeyer
horlogeglas
pipet
petrischaaltje
reageerbuis
trechter
maatcilinder

Slide 31 - Tekstslide

Wat moet je nog meer kennen?
kroezentang
driepoot
gaasje
reageerbuisklem
spatel
reageerbuisborstel
spuitfles

Slide 32 - Tekstslide

Herkennen van stoffen

Waarnemen: Bij de scheikunde doe je waarnemingen door middel van:

  • goed kijken
  • voorzichtig ruiken
  • meten
  • voelen
  • horen

Vaak zorgen we voor een specifieke reactie om de waarneming te kunnen doen. Bij proefjes dus goed opletten!

Slide 33 - Tekstslide

Herkennen van stoffen
Je herkent een stof aan stofeigenschappen
Hoe specialer de stofeigenschap, hoe beter je de stof ermee herkent
Zo is ijzer bijvoorbeeld magnetisch en andere metalen niet
Brandbaarheid, oplosbaarheid, kookpunt, smeltpunt en dichtheid zijn andere voorbeelden van stofeigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen

Slide 34 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
een heldere, kleurloze vloeistof
B
lenzenvloeistof
C
water
D
ontsmettingsmiddel

Slide 35 - Quizvraag

Waarnemen is lastig...
Een goede waarneming beschrijft de stof met je zintuigen (ogen en neus):
- helder of troebel
- kleur (of kleurloos)
- fase
- geur

Slide 36 - Tekstslide

oefening in waarnemen
Je gaat zo een filmpje bekijken van een chemische reactie.
Schrijf zoveel mogelijk waarnemingen op.
Noteer in ieder geval:
- hoe ziet de stof er aan het begin uit?
- hoe ziet de stof er aan het eind uit?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Wat heb je gezien?
beginstof:

de stof die na afloop over bleef:  

andere waarnemingen:

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je gezien?
beginstof: oranje, vaste stof
de stof die na afloop over bleef:  zwarte, vaste stof
andere waarnemingen:
vuurverschijnselen
de zwarte stof schoot ook de lucht in, dus er is waarschijnlijk ook een kleurloos gas ontstaan
en misschien heb jij nog wel meer gezien...

Slide 40 - Tekstslide

Conclusie
Je hebt vaak meer dan één waarneming of stofeigenschap nodig om te weten welke stof het is. Over een conclusie moet je dus altijd even nadenken.

Slide 41 - Tekstslide

waarneming
conclusie
grijze, vaste stof
suiker lost op
er ontstaan gasbelletjes
De vloeistof kookt bij 80°C
het draadje is van koper
In het flesje zit water

Slide 42 - Sleepvraag

stofeigenschap
geen stofeigenschap
volume
massa
dichtheid
smeltpunt
poeder
elastisch
goed oplosbaar in water
temperatuur
fase bij kamertemperatuur
kleur
geur

Slide 43 - Sleepvraag

Eigen werk
Leren:
  • Vaardigheid 1 "veilig werken" 
  • GHS symbolen &  namen practicummateriaal
  • stofeigenschappen
Doen: noteer thuis zoveel mogelijk waarnemingen 
bij het aansteken van een waxinelichtje (of kaars)
Lever je antwoord in op de volgende dia


LET OP!

Slide 44 - Tekstslide

Maak een foto van alle waarnemingen die je in je schrift hebt genoteerd bij het aansteken van een waxinelichtje

Slide 45 - Open vraag

Heb je nog een vraag over deze les? Stel die dan hier:

Slide 46 - Open vraag