havomodule

Beeldspraak
In spreekwoorden en uitdrukkingen komt figuurlijk taalgebruik voor, beeldspraak. Het gaat dan om bekende beelden, die door het vele gebruik vaak afgezaagd zijn.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beeldspraak
In spreekwoorden en uitdrukkingen komt figuurlijk taalgebruik voor, beeldspraak. Het gaat dan om bekende beelden, die door het vele gebruik vaak afgezaagd zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak vind je hier: Je slaapkamer ziet eruit als een zwijnenstal.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak vind je hier: Een moeder kan vertwijfeld uitroepen: ‘Ruim jouw zwijnenstal toch eens op.’
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm van beeldspraak vind je hier: De verliefde dichter verzucht: ‘Zelfs de bloemen in het veld fluisteren zachtjes jouw
naam.’
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie

Slide 5 - Quizvraag

Stijlfiguren en stijlfouten
Schrijvers maken hun teksten vaak mooier door iets op een bijzondere manier te zeggen. maar ze kunnen ook fouten maken. 

Slide 6 - Tekstslide

De leraar riep blij: ‘Dat heb je mooi geformuleerd, werkelijk heel mooi.’
A
tautologie
B
herhaling
C
pleonasme
D
vooropplaatsing

Slide 7 - Quizvraag

Enkel en alleen dit weekeinde kost deze tablet 200 euro.
A
tautologie
B
herhaling
C
pleonasme
D
vooropplaatsing

Slide 8 - Quizvraag

Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
A
tautologie
B
herhaling
C
pleonasme
D
vooropplaatsing

Slide 9 - Quizvraag

Dat boek,dat moet ik zeker nog een keer lezen.
A
tautologie
B
herhaling
C
pleonasme
D
vooropplaatsing

Slide 10 - Quizvraag

De jongens op de camping kopen cola, chips en stokbrood.
A
tautologie
B
herhaling
C
pleonasme
D
opsomming

Slide 11 - Quizvraag

Wie in armoede opgroeit, zal in het latere leven rijkdom des te meer waarderen.
A
pleonasme
B
tegenstelling
C
tautologie
D
vooropplaasting

Slide 12 - Quizvraag

Iedere klas heeft wel eens meegemaakt dat een leraar woedend roept: ‘Vind jij dit
gedrag normaal?
A
Retorische vraag
B
anticlimax
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 13 - Quizvraag

Laura haalt een tien voor de afsluitende stapeltoets geschiedenis en roept door
de klas: ‘Dat is wel een aardig resultaat.’
A
understatement
B
hyperbool
C
pleonasme
D
opsomming

Slide 14 - Quizvraag