1.1 b. De Nederlandse staatsinrichting nu

Staatsinrichting 
van Nederland


De Nederlandse staatsinrichting nu
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Staatsinrichting 
van Nederland


De Nederlandse staatsinrichting nu

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen hoe verkiezingen verlopen en dat er klassieke en sciale grondrechten zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Kabinetsformatie:

De koning benoemt een informateur.


De informateur gaat praten met de grootste partijen.


De formateur is de leider van de grootste partij (VVD: Rutte), hij gaat op zoek naar een coalitie (regeerakkoord).

De overige partijen belanden in de oppositie

Slide 5 - Tekstslide


Coalitie en oppositie

  • In Nederland is geen enkele partij groter dan de meerderheid van de Tweede Kamer.
  • Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen samenwerken. 
  • Partijen die in de regering samenwerken, heten: coalitie.
  • Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten: oppositie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke partijen zitten aan de onderhandelingstafel bij de formatie
A
VVD, D66, PVV, CU
B
VVD, PvdD, CU, D66
C
VVD, D66, CU, CDA
D
PvdA, D66, Groen Links

Slide 8 - Quizvraag


Klassieke grondrechten


  • Beschermen ons tegen de overheid 
  • Geven ons rechten tegen een te machtige overheid

  • Staan sinds 1848 in de Grondwet 
  • Klassiek betekent: 'iets van vroeger, maar niet verouderd'

Slide 9 - Tekstslide


bijvoorbeeld:

  • Artikel 1: Anti-discriminatie artikel

  • Artikel 2: Wie is Nederlander?

  • Artikel 4: Kiesrecht

  • Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting

  • Artikel 8: Recht op vereniging

  • Artikel 9: Recht op vergadering

  • Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer

  • Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam

  • Artikel 13: Briefgeheim

Slide 10 - Tekstslide


Sociale grondrechten



  • Plichten van de overheid: 
  • zorgen voor een goed bestaan


  • Zijn pas later (1983) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.

Slide 11 - Tekstslide


bijvoorbeeld:



  • Recht op veilig bestaan

  • Recht op onderwijs

  • Recht op gezondheidszorg

  • Recht op woongelegenheid

  • Recht op bewoonbaar gebied

  • Recht op rechtsbijstand

  • Recht op werk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is geen klassiek grondrecht maar een sociaal grondrecht?
A
vrijheid van meningsuiting
B
recht op woongelegenheid
C
vrijheid van godsdienst
D
vrijheid van onderwijs

Slide 14 - Quizvraag

Vrijheid van vereniging en vergadering is een...
A
klassiek grondrecht
B
sociaal grondrecht

Slide 15 - Quizvraag

Recht op onderwijs is een ...
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen vrijheid van onderwijs en recht op onderwijs?

Slide 17 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag

Slide 20 - Tekstslide