M1 NE paragraaf 4.3 lezen
1 / 20
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat wil de schrijver bereiken met een informerende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Leesboek
C
Stripverhaal
D
Recept
Slide 3 - Quizvraag
Wat wil de schrijver bereiken met een amuserende tekst?
A
De lezer van iets overtuigen
B
De lezer vermaken
C
De lezer informatie geven
D
De lezer uitleg geven
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een amuserende tekst?
A
Tekst uit een schoolboek
B
Brief
C
Gebruiksaanwijzing
D
Stripverhaal
Slide 5 - Quizvraag
Is een instructie een informatieve- of een amuserende tekst?
A
Informatieve
B
Amuserende
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een instructie?
A
Brief
B
Handleiding
C
Boek
D
Nieuwsbericht
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overhalen
D
Overtuigen
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Uitleg geven
C
Overhalen
D
Overtuigen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Uitleg geven
C
Overhalen
D
Overtuigen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Uitleg geven
C
Overhalen
D
Overtuigen
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Uitleg geven
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welk tekstdoel?
A
Amuseren
B
Uitleg geven
C
Overhalen
D
Informeren
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort waar bij?
Informeren
Overtuigen
Overhalen
Amuseren
Uitleg geven
Roman
Nieuwsbericht
Reclame
Recensie
Schoolboek
