Spelling klas 2 - Trema en Koppelteken

Spelling
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- theorie trema / koppelteken
- opdrachten 1 t/m 5 (blz. 170 t/m 171)
- huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Trema

Een trema: twee puntjes op een klinker.

Een trema gebruik je om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken.

Slide 3 - Tekstslide

Trema

geintroduceerd

zoals het hier staat, spreek je de ei als één klank uit, maar dat is niet de bedoeling.

Slide 4 - Tekstslide

Trema
gllustreerd
ge - illustreerd: vóór de i wordt de klank gebroken.
Door een trema te zetten op de letter de breuk in de klank, spreek je het woord goed uit.

Slide 5 - Tekstslide

Trema
Kijk naar het verschil in uitspraak:

ideeen  <ideeen>
ideëen <idejeen>
ideeën <ideejen>

Slide 6 - Tekstslide

Samenstelling
Je hebt geleerd dat je soms tussenletters moet gebruiken in een samenstelling:
reuzesterk, rozengeur, varkensstal
(zie hoofdstuk 5 voor regels tussenletters)

Slide 7 - Tekstslide

Koppelteken

Soms staan er in een samenstelling twee klinkers naast elkaar  die meestal één klank vormen. Je gebruikt dan een koppelteken (-) om te voorkomen dat je het woord verkeerd uitspreekt:

AUTO-ONDERDELEN, MEE-ETEN, SKI-ERVARING

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken

Waarom bij de onderstaande woorden geen koppelteken?

KNIEOPERATIE, MINIORKEST

Slide 9 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je ook:

in aardrijkskundige aanduidingen:

Zuid-Spanje
Noord-Hollandse

Slide 10 - Tekstslide

Koppelteken
Gebruik je ook:

in samenstellingen met cijfers, letters, afkorting of symbool

50-jarige, v-snaar, EU-land, €-teken

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
H6 - spelling: opdrachten 1 t/m 5 (blz. 170 t/m 171)

Slide 12 - Tekstslide