6.2 Zuur, basisch of neutraal (deel 2)

7.2 Zuur, basisch of neutraal (deel 2)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.2 Zuur, basisch of neutraal (deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik: Wat is het belangrijkste deeltje van een zure stof?
A
OH-
B
H3O+
C
H+
D
NO3 -

Slide 2 - Quizvraag

Toetsvraag:
Welke kleur geeft broomthymolblauw (BTB) in een zure omgeving?
A
geel
B
rood-paars
C
blauw
D
kleurloos

Slide 3 - Quizvraag


Hoe heet dit ion?
A
Sulfaat-ion
B
Nitraat-ion
C
Stikstoftrioxide-ion
D
Hydroxide-ion

Slide 4 - Quizvraag

Doelen deze week
Je leert wat zuur en basisch betekent.
Je weet wat de pH schaal is.
Je weet wat een indicator is en hoe het werkt.

Je kan uitleggen wat er gebeurt met de pH als je water bij een zure/basische oplossing doet.
Je kan met een indicator de pH bepalen.

Slide 5 - Tekstslide

Verdunnen van een zure opl.
Stel: Je hebt een oplossing van pH = 1.

Je neemt 1 mL en vult aan met water (pH = neutraal) tot 10 mL.
(Je hebt hem dus 10x verdund)

De pH gaat van 1 naar 2.

Slide 6 - Tekstslide

Verdunnen van een zure opl.
Stel: Je hebt een oplossing van pH = 1.

Je neemt 1 mL en vult aan met water (pH = neutraal) tot 100 mL.
(Je hebt hem dus 100x verdund)

De pH gaat van 1 naar 3.
Etc.

Slide 7 - Tekstslide

Verdunnen van een basische opl.

Stel: Je hebt een oplossing van pH = 14.

Je neemt 1 mL en vult aan met water (pH = neutraal) tot 10 mL.
(Je hebt hem dus 10x verdund)

De pH gaat van 14 naar 13.

Slide 8 - Tekstslide

Verdunnen van een basische opl.

Stel: Je hebt een oplossing van pH = 14.

Je neemt 1 mL en vult aan met water (pH = neutraal) tot 100 mL.
(Je hebt hem dus 100x verdund)

De pH gaat van 14 naar 12. Etc.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vinden jullie zo'n simulatie handig om het zichtbaar te maken?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Toetsvraag:
Ik wil 5 oplossingen maken (pH = 2, 3, 4, 5, en 6) door een zuur te verdunnen. Welke pH moet het zuur hebben waarmee ik begin?
A
pH = 2
B
pH = 6
C
Het maakt niet uit met welke oplossing je begint.

Slide 12 - Quizvraag

Een basische oplossing met pH = 14 ga ik 10.000x verdunnen.
Wat wordt de pH?
A
11
B
10
C
9
D
8

Slide 13 - Quizvraag

Om op te schrijven
Als je een zure stof gaat verdunnen, gaat de pH bij elke 10x verdunning met 1 punt omhoog (richting neutraal)

Als je een basische stof gaat verdunnen, gaat de pH bij elke 10x verdunning met 1 punt omlaag (richting neutraal)

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Afmaken 4 t/m 17 van H7.2 (Blz. 54)

Klaar? Lees alvast H7.3 door voor volgende keer!

Slide 15 - Tekstslide