samenvatting H3

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Stof eigenschappen

Stoffen herken je aan de eigenschappen van een stof zoals:

kleur, smaak, hardheid, dichtheid, smeltpunt, kookpunt en brandbaarheid, geleidbaarheid

niet: vorm, gewicht, lengte

Dichtheid

.       = dichtheid

m    = massa in kg of g

V    = Volume in m³ of L

ρ=​V​​m​​

ρ

Zinken, zweven, drijven

Zinken: dichtheid voor werp groter dan omgeving

zweven: dichtheid voorwerp gelijk aan omgeving

drijven: dichtheid voorwerp kleiner dan omgeving

Water dichtheid = 1 g/cm³

^{dus iets wat zinkt in water heeft een dichtheid > 1, iets wat zweeft = ongeveer 1 en iets wat drijft < 1}

gif

In principe is elke stof giftig. 

De dosis bepaald of je eraan dood gaat. 

Maar als de dosis klein is en je gaat er al aan dood dan noemen we de stof giftig.

Toch zijn vele medicijnen in kleine dosis goed maar in een hoge dosis slecht

Gif delen we vaak in naar de soort ziekte die het kan veroorzaken

recyclen

Recyclen is het hergebruiken van iets dat je niet meer nodig hebt.

Downcyclen: hergebruik levert een product met minder waarde dan de grondstof

Upcyclen: hergebruik levert een product op metier waarde dan de grondstof

fasediagram

Een fasediagram geeft het 

verloop van de temperatuur

weer als een stof wordt 

verwarmd van vast naar gas.

Tijdens smelten en koken

is de temperatuur constant

(blijft hetzelfde)

Kook en smeltpunt

Kook- en smeltpunt zijn een stofeigenschap

Een stof kun je dus herkennen aan het kook- of smeltpunt

Water smelt bij 0 en kookt bij 100 graden C

Soorten mengsels

Oplossing

Suspensie

Emulsie

Mengsels scheiden

Bezinken en afschenken

Filtreren

Indampen

Zuivere stoffen en mengsels

Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul.

Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen

Het molecuulmodel

Met dit model maken we zichtbaar hoe moleculen zich gedragen bij verschillende fasen.

Vaste stoffen

• De moleculen van een vaste stof bewegen wel maar blijven op dezelfde plaats
• Kunnen moeilijk samengedrukt of vervormd worden
• Onderlinge aantrekkingskracht tussen moleculen is groot

Vloeistoffen

• De moleculen hebben een hoge snelheid, maar trekken elkaar nog wel aan
• Soms ontsnapt er een deeltje door de hoge snelheid
• Ze kunnen op een andere plek in de stof terecht komen

Gassen

• Moleculen bewegen zo snel dat ze niet meer aan elkaar vast blijven zitten, er is dus geen aantrekkingskracht meer
• Ze verspreiden zich overal in de ruimte
• Ze mengen zich met andere (gas)moleculen