Spelling 1V blok 5 bezitsvorm en cijfers

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...bij spelling geleerd wat de regels zijn voor het schrijven van het verkleinwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je leren...
  • ...om de regels voor de bezitsvorm goed toe te passen.
  • Je weet hoe je cijfers en getallen moet schijven in een tekst

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
: terugblik

Slide 4 - Tekstslide

Bezitsvorm
In plaats van 'de laptop van broertje' kun je ook zeggen 'mijn broertjes laptop'. 
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten.

de mountainbike van mijn broer → mijn broers mountainbike
de viool van Okke → Okkes viool
de passer van Farah → Farahs passer
het broodje van Corné → Cornés broodje

Slide 5 - Tekstslide

Bezitsvorm
Bezitsvorm met ’s of ’ (apostrof)

In de bezitsvorm schrijf je de s altijd vast aan het zelfstandig naamwoord, tenzij:
  • het zelfstandig naamwoord eindigt op een lange klinker of een y. Je schrijft dan een apostrof voor de s:
     → Mila’s regels, Amy’s roddels

  • het zelfstandig naamwoord eindigt op een sisklank. Je schrijft dan alleen een apostrof:
     → Morris’ kaartspel, Patrice’ gereedschap.


Slide 6 - Tekstslide

De laptop van Thijs → ... laptop

Slide 7 - Open vraag

Het schrift van Julian → ... schrift

Slide 8 - Open vraag

De vlecht van Arianne → ... vlecht

Slide 9 - Open vraag

Het shirt van Tigo → ... shirt

Slide 10 - Open vraag

Het boek van Alex → ... boek

Slide 11 - Open vraag

De spullen van Bart → ... spullen

Slide 12 - Open vraag

De koptelefoon van Noa → ... koptelefoon

Slide 13 - Open vraag

De broer van Anyssa → ... broer

Slide 14 - Open vraag

De foto van Marthe → ... foto

Slide 15 - Open vraag

Cijfers en getallen
In geschreven teksten kom je ook getallen tegen, deze schijf je dan meestal voluit (in letters).
  • Volgens de borden is er momenteel zeventien minuten vertraging.
  • Op de eerste dag van de vakantie ga ik zwemmen.
  • In de jaren zestig is mijn vader geboren
  • op reis door Canada reden we ruim vierduizend kilometer.

Slide 16 - Tekstslide

Cijfers en getallen, uitzonderingen
  • Bij maten en gewichten zijn cijfers soms onoverzichtelijk.en gebruik je dus getallen
  • Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers.
  • Voorbeelden:
  • Deze zomer krijg je 20 procent korting op een reis.
  • In het recept moet 50 gram boter.
  • Mijn brommer rijdt 50 kilometer per uur.
  • Mijn nieuwe schoenen kosten 99 euro.

Slide 17 - Tekstslide

Cijfers en getallen, uitzonderingen

  • Deze zomer krijg je 20 procent korting op een reis.
  • In het recept moet 50 gram boter.
  • Mijn brommer rijdt 50 kilometer per uur.
  • Mijn nieuwe schoenen kosten 99 euro.
Zoals je ziet wordt er in geschreven tekst geen gebruik gemaakt van de speciale tekens (%,€, kg, of cm).
Maar schrijven we deze eenheden uit in letters.

Slide 18 - Tekstslide

Mark Rutte hoopt voor de 3e/derde keer premier te worden.
A
derde
B
3e

Slide 19 - Quizvraag

Van mijn huis naar school is ruim tien/10 km/kilometer fietsen.
A
tien km
B
10 km
C
tien kilometer
D
10 kilometer

Slide 20 - Quizvraag

Dit is al het 8ste/achtste jaar dat ik bij haar in de klas zit.
A
8ste
B
achtste

Slide 21 - Quizvraag

Als je nu een kaartje koopt krijg je
10 euro/tien euro/ 10 € korting
A
10 euro
B
tien euro
C
10 €

Slide 22 - Quizvraag

Mijn opa en oma zijn dit weekend 50/vijftig jaar getrouwd
A
50
B
vijftig

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!

  • Ga naar Edition Blok 5, 
  • 5.9 Spelling, Bezitsvorm
  • Maak opdracht 4 t/m 7
  • 5.10 Cijfers en getallen
  • Maak opdracht 8, 9 en dictee (opdracht10)

Slide 24 - Tekstslide

Einde van deze les

Slide 25 - Tekstslide