In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Is this sentence correct: "She sings beautiful".
A
yes
B
no
Slide 2 - Quizvraag
Is this sentence correct: "She has done the job good."
A
yes
B
no
Slide 3 - Quizvraag
Is this sentence correct: "Unfortunately, they played extremely badly."
A
yes
B
no
Slide 4 - Quizvraag
Which one is correct?
A
They worked real hard.
B
They worked really hardly.
C
They worked really hard.
D
They worked real hardly.
Slide 5 - Quizvraag
Adjectives and Adverbs
Slide 6 - Tekstslide
Deze les gaat over 'adjectives' (= bijvoeglijke naamwoorden) en 'adverbs' (= bijwoorden). Je hebt daarbij de keuze uit de volgende mogelijkheden:
Je leest de uitleg op de dia's en beantwoordt daarna de vragen. Vervolgens de opdrachten uit de methode.
Je beluistert ook de extra uitleg (luidspreker icoon).
Je bekijkt ook het filmpje met extra uitleg.
Je maakt ook gebruik van de extra uitleg en/of oefeningen op het eind.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Translate: Zij zongen erg (very) slecht.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Translate: Mijn laptop start automatisch.
Slide 11 - Open vraag
Translate: Ik kan dat makkelijk doen.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Translate: Hij glimlachte vriendelijk.
Slide 14 - Open vraag
Translate: Hij was moeilijk aan het lopen.
Slide 15 - Open vraag
Translate: Ik kan deze taak onmogelijk doen. (gebruik afkortingen)
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Translate: Zij rijdt altijd snel.
Slide 18 - Open vraag
Translate: Je kunt nauwelijk zien hoe hard hij werkt.
Slide 19 - Open vraag
Translate: Ik heb hem de laatste tijd niet gezien.
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Translate: Deze muziek klinkt goed.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Translate: Wij hebben werkdagen van 8 uur.
Slide 24 - Open vraag
Als je het allemaal nog niet goed snapt, kun je bij de volgende dia een filmpje bekijken. Denk je het wel te snappen, ga dan meteen door naar de volgende dia's.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
She smiled [brave] at the [friendly] dentist.
Slide 27 - Open vraag
I trusted him [complete] because he looked [reliable].
Slide 28 - Open vraag
These shoes are [terrible][expensive].
Slide 29 - Open vraag
She was [expensive] dressed.
Slide 30 - Open vraag
And they lived [happy] ever after.
Slide 31 - Open vraag
He drove [extreme][fast], yet we missed our plane
Slide 32 - Open vraag
It's [awful][nice] of you to write me [friendly].
Slide 33 - Open vraag
They played[extreme] [bad].
Slide 34 - Open vraag
Around Christmas we always have...
A
a holiday of 2 weeks
B
a two weeks holiday
C
a two-week holiday
Slide 35 - Quizvraag
Here are some ........
A
16-year-old adolescents
B
adolescents of 16 years
C
16 years old adolescents
D
16 year olds adolescents.
Slide 36 - Quizvraag
This task is too hard. I can tell you beforehand that..
A
I can impossibly do this
B
I can't possibly do this.
C
I can't possible do this
D
I can impossible do this
Slide 37 - Quizvraag
He plays the piano [good] but this music sounds [awful].
Slide 38 - Open vraag
He shouted [angry] at him.
Slide 39 - Open vraag
If you need more practice and/or explanation see the following slides to help you (after the evaluation).
Slide 40 - Tekstslide
Geef kort aan wat je van deze les vond en in hoeverre het je heeft geholpen.