Adverbs and adjectives

1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
engelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Is this sentence correct:
"She sings beautiful".
A
yes
B
no

Slide 2 - Quizvraag

Is this sentence correct:
"She has done the job good."
A
yes
B
no

Slide 3 - Quizvraag

Is this sentence correct:
"Unfortunately, they played extremely badly."
A
yes
B
no

Slide 4 - Quizvraag

Which one is correct?
A
They worked real hard.
B
They worked really hardly.
C
They worked really hard.
D
They worked real hardly.

Slide 5 - Quizvraag

Adjectives and Adverbs

Slide 6 - Tekstslide

Deze les gaat over 'adjectives' (= bijvoeglijke naamwoorden) en 'adverbs' (= bijwoorden).
Je hebt daarbij de keuze uit de volgende mogelijkheden:

  1. Je leest de uitleg op de dia's en beantwoordt daarna de vragen. Vervolgens de opdrachten uit de methode.
  2. Je beluistert ook de extra uitleg  (luidspreker icoon).
  3. Je bekijkt ook het filmpje met extra uitleg.
  4. Je maakt ook gebruik van de extra uitleg en/of oefeningen op het eind.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Translate:
Zij zongen erg (very) slecht.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Translate:
Mijn laptop start automatisch.

Slide 11 - Open vraag

Translate:
Ik kan dat makkelijk doen.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Translate:
Hij glimlachte vriendelijk.

Slide 14 - Open vraag

Translate:
Hij was moeilijk aan het lopen.

Slide 15 - Open vraag

Translate:
Ik kan deze taak onmogelijk doen.
(gebruik afkortingen)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Translate:
Zij rijdt altijd snel.

Slide 18 - Open vraag

Translate:
Je kunt nauwelijk zien hoe hard hij werkt.

Slide 19 - Open vraag

Translate:
Ik heb hem de laatste tijd niet gezien.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Translate:
Deze muziek klinkt goed.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Translate:
Wij hebben werkdagen van 8 uur.

Slide 24 - Open vraag

Als je het allemaal nog niet goed snapt, kun je bij de volgende dia een filmpje bekijken. Denk je het wel te snappen, ga dan meteen door naar de volgende dia's.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

She smiled [brave] at the [friendly] dentist.

Slide 27 - Open vraag

I trusted him [complete] because he looked [reliable].

Slide 28 - Open vraag

These shoes are [terrible][expensive].

Slide 29 - Open vraag

She was [expensive] dressed.

Slide 30 - Open vraag

And they lived [happy] ever after.

Slide 31 - Open vraag

He drove [extreme][fast], yet we missed our plane

Slide 32 - Open vraag

It's [awful][nice] of you to write me [friendly].

Slide 33 - Open vraag

They played[extreme] [bad].

Slide 34 - Open vraag

Around Christmas we always have...
A
a holiday of 2 weeks
B
a two weeks holiday
C
a two-week holiday

Slide 35 - Quizvraag

Here are some ........
A
16-year-old adolescents
B
adolescents of 16 years
C
16 years old adolescents
D
16 year olds adolescents.

Slide 36 - Quizvraag

This task is too hard. I can tell you beforehand that..
A
I can impossibly do this
B
I can't possibly do this.
C
I can't possible do this
D
I can impossible do this

Slide 37 - Quizvraag

He plays the piano [good] but this music sounds [awful].

Slide 38 - Open vraag

He shouted [angry] at him.

Slide 39 - Open vraag

If you need more practice and/or explanation see the following slides to help you (after the evaluation).


Slide 40 - Tekstslide

Geef kort aan wat je van deze les vond en in hoeverre het je heeft geholpen.

Slide 41 - Woordweb

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link