Overhoren bron E en F

Bonjour toute la classe!


Leg je Franse boek op tafel, je etui en je iPad.
We gaan beginnen met een quizzzzzz.
Daarna zelfstudie uit je boek of online Slim stampen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour toute la classe!


Leg je Franse boek op tafel, je etui en je iPad.
We gaan beginnen met een quizzzzzz.
Daarna zelfstudie uit je boek of online Slim stampen

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent
tout le monde

A
grappig
B
werken
C
schilderij
D
iedereen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent
terrible
A
gestolen
B
daar, daarginds
C
verschrikkelijk
D
nog

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent
travailler
A
werken
B
thuiskomen
C
lievelings-
D
slecht, waardeloos

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent
les affaires
A
het geheim
B
de spullen
C
de schilderijen
D
de kamer

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent
encore
A
waar
B
grappig
C
werken
D
nog

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent
marrant(e)
A
waar
B
daar, daarginds
C
grappig
D
thuiskomen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
Il est sévère?
A
In welke klas zit jij?
B
Hoe laat is het?
C
Is hij streng?
D
Wie is je leraar Frans?

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent:
la chambre
A
vandaag
B
het etui
C
de kamer
D
de rugzak

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent:
les devoirs
A
te, te veel
B
de rugzak
C
streng
D
het huiswerk

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent:
oublier
A
maken/doen
B
houden van
C
vergeten
D
opschrijven

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent:
noter
A
in de tweede klas
B
het geheim
C
vandaag
D
noteren

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent:
toujours
A
altijd
B
aardig
C
te, te veel
D
misschien

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent:
surtout
A
altijd
B
vooral
C
misschien
D
streng

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent:
aujourd'hui
A
misschien
B
altijd
C
vandaag
D
de klas

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent:
Quelle heure est-il?
A
In welke klas zit jij?
B
Ik zit in de eerste klas.
C
Hoe laat is het?
D
Het is half tien.

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent:
l'avenir
A
de leerling
B
de toekomst
C
fantastisch
D
te laat

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent:
paresseux/paresseusse
A
natuurlijk
B
het vak
C
lui
D
goed

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent:
l'élève
A
het vak
B
op tijd
C
te laat
D
de leerling

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent:
mercredi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent:
dimanche
A
zaterdag
B
zondag
C
maandag
D
dinsdag

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent:
mardi
A
maart
B
maandag
C
maar
D
dinsdag

Slide 22 - Quizvraag

Très bien!

Slide 23 - Tekstslide